Psalmen 119:129-176

Psalmen 119:129-176 Het Boek (HTB)

Alles wat U hebt gezegd, is geweldig en heerlijk. Daarom onthoud ik alles wat ik van U hoor. Door te luisteren naar uw woord, komt er licht en duidelijkheid in mijn leven. Zelfs onverstandige mensen ontwikkelen inzicht. Ik smacht van verlangen naar alles wat U gebiedt. Kom bij mij en geef mij uw genade. Mensen die van U houden, mogen zich immers daarop beroepen? Doet U mij wandelen op mijn levenspad, zoals U hebt beloofd. Houd het onrecht ver van mij. Bevrijd mij uit de onderdrukking van mijn vijanden, dan zal ik voortaan alles doen wat U hebt bevolen. Ik ben uw dienaar, laat uw licht over mij schijnen en leer mij alles wat ik van U moet weten. Mijn tranen vloeien als rivieren en mijn verdriet is groot, omdat mijn volk niet leeft volgens uw wet. HERE, U bent rechtvaardig en uw leefregels zijn betrouwbaar. Toen U ons uw geboden gaf, was dat in oprechtheid en het getuigde van uw grote trouw. Ik word beheerst door het verlangen U te dienen, temeer omdat mijn vijanden U in de steek laten. Uw woorden zijn volkomen zuiver. Ik, uw dienaar, heb ze van harte lief. Ik ben maar gering en niemand acht mij hoog, maar ik denk voortdurend aan uw geboden. Uw rechtvaardigheid is eeuwig en alleen uw wet is de waarheid. Ook al overkomt mij allerlei ellende en achtervolging, juist dan zijn uw geboden voor mij een vreugde. Alles wat U hebt gezegd, bevat rechtvaardigheid voor altijd. Als U mij verstandig maakt, kan ik werkelijk leven. HERE, ik roep met mijn hele hart naar U, antwoord mij toch. Ik zal uw geboden naleven. Ik roep naar U, bevrijd mij! Dan zal ik elk gebod van U in ere houden. Nog voor de zon opkomt, roep ik U te hulp. Ik verwacht een woord van U. Nog voor de nachtwakers aan het werk gaan, zie ik al weer uit naar uw belofte. Wilt U met uw liefde en goedheid naar mij luisteren? HERE, als uw recht mij leidt, kan ik leven. Om mij heen zijn mensen die in zonde leven, van uw wet willen zij niets weten. U bent dichtbij mij, HERE. Ik weet dat al uw woorden waar zijn. Uit uw woorden weet ik dat U van het begin af aan alles een vaste plaats hebt gegeven. Let toch op mijn moeilijkheden en bevrijd mij. Ik zal uw wet echt niet vergeten. Wees rechter over mij en red mij. U hebt beloofd mij nieuw leven te geven. De ongelovigen zullen niet worden gered, want zij willen zich niet aan uw leefregels houden. Uw liefdevolle meeleven is zo groot, HERE. U hebt bevolen dat ik het leven weer zou krijgen. Het aantal vijanden dat mij achtervolgt, is groot, toch zal ik niet van uw woorden afwijken. Ik voel weerzin als ik mensen zie die van U zijn afgeweken, want zij houden zich niet aan wat U zegt. Ziet U wel hoeveel ik van uw wet houd? HERE, laten uw goedheid en liefde weer nieuw leven geven. Nergens in uw woord is iets onwaars, alles is de waarheid. Al uw rechtvaardige geboden zijn eeuwig. Zonder aanleiding word ik achtervolgd door koningen, maar uw woord is het enige dat ik vrees, daarvoor heb ik ontzag. Ik ben zo blij met uw woord, alsof onverwachte rijkdom mij in de schoot valt. Ik heb een hartgrondige hekel aan leugens, daarentegen houd ik heel veel van uw wet. Zeven keer per dag prijs ik U, omdat U ons een rechtvaardige wet hebt gegeven. Mensen die van uw wet houden, ervaren een diepe vrede in het hart. Er staat hun niets in de weg. HERE, ik verwacht alleen uitredding van U en houd mij aan uw geboden. Ik houd mij met mijn hele wezen aan uw woorden, ik heb ze oprecht lief. Ik blijf trouw aan uw wetten en regels, want U weet wat goed voor mij is. HERE, ik bid dat U mij zult horen. Wees trouw aan wat U hebt gezegd en maakt U mij verstandig. Laat mijn aanhoudend bidden U bereiken. Bevrijd mij zoals U hebt beloofd. Overal waar ik kom, zal ik U steeds prijzen, want U leert mij alles wat U goed vindt. Ik zal een lied zingen over wat U zegt, omdat alles wat U gebiedt, rechtvaardig is. Laat uw hand mij te hulp komen, want ik kies ervoor uw geboden na te volgen. Ik verlang naar uw bevrijding, HERE. Uw wet maakt mij gelukkig. Laat mij leven en U prijzen. Laten uw leefregels mij tot steun zijn. Soms dwaal ik rond als een schaap dat de herder niet meer kan vinden. Zoekt U mij dan op, ik zal uw geboden nooit vergeten.

Psalmen 119:129-176 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)

Uw woorden zijn geweldig. Daarom houd ik me eraan. Uw woorden verspreiden licht. Ze geven wijsheid aan eenvoudige mensen. Ik doe mijn mond wijd open: ik snak naar uw woorden. Kom naar mij toe, heb medelijden met me. Ik houd immers van U! Zorg ervoor dat ik altijd het goede doe. Laat het kwaad geen macht over me krijgen. Red me van mijn vijanden. Dan zal ik me aan uw wetten houden. Wees goed voor mij, uw dienaar. Leer mij om me te houden aan uw leefregels. De tranen stromen mij over de wangen, omdat de mensen zich niet houden aan uw wet. U bent rechtvaardig, Heer, en uw wetten zijn goed. U heeft rechtvaardige wetten gegeven. Ze zijn goed en betrouwbaar. Ik brand van verlangen om U te dienen, omdat mijn vijanden uw woorden vergeten. Uw woord is zuiver en waar. Daarom houd ik er heel veel van. Ik ben een onbelangrijk mens, maar ik vergeet uw wetten niet. U bent voor eeuwig rechtvaardig. Uw wet is juist en goed. Ook als ik in nood ben, geniet ik van uw wetten. Ze zijn voor eeuwig rechtvaardig. Help mij ze te begrijpen, zodat ik zal leven. Ik roep U, Heer, met mijn hele hart. Antwoord mij alstublieft! Ik zal me aan uw leefregels houden. Ik roep U om hulp. Red mij! Dan zal ik doen wat U van mij vraagt. Nog vóórdat de dag begint, roep ik U om hulp. Want uw woorden geven mij hoop. 's Nachts lig ik wakker. Dan denk ik over uw woorden na. Luister naar me, omdat U van me houdt. Heer, geef mij leven, omdat U rechtvaardig bent. De schurken zijn al vlak bij me. Ze houden zich niet aan uw wet. Maar U bent dicht bij me, Heer. Al uw wetten zijn juist en goed. Ik heb altijd geweten dat uw wetten eeuwig zijn. Zie toch hoe erg ik er aan toe ben! Red me alstublieft! Want ik vergeet uw wet niet. Kom als Rechter voor mij op en red me! Geef mij leven, zoals U heeft beloofd. Het loopt slecht af met de mensen die U niet gehoorzamen. Zij worden niet gered, omdat ze zich niet aan uw leefregels willen houden. U bent zó goed, Heer! Geef mij leven, zoals U heeft beloofd. Ontelbare mensen willen me doden. Maar ik word niet ongehoorzaam aan uw wet. Ik heb mensen gezien die slechte dingen doen. Ik ben er verdrietig over dat zij uw wetten niet gehoorzamen. Kijk toch hoeveel ik van uw wetten houd! Heer, geef mij leven, omdat U van me houdt. Uw wetten zijn juist en goed. Ze zijn rechtvaardig en zullen voor eeuwig gelden. Koningen vervolgden mij zonder dat ik hun iets had gedaan, maar ik bleef diep ontzag voor uw woord houden. Ik ben zo blij met uw woord! Zo blij alsof ik een schat heb gevonden. Ik walg van leugens, ik haat ze, maar ik houd van uw wet. Zeven keer per dag prijs ik U voor uw rechtvaardige wetten. De mensen die van uw wet houden, hebben vrede. Hun kan niets gebeuren. Ik wacht er op tot U me redt, Heer, en ik leef zoals U het wil. Ik houd me aan uw leefregels. Ik houd er heel veel van. Ik doe wat U van mij vraagt, want U ziet alles wat ik doe. Hoor mijn geroep, Heer. Leer me wat ik moet doen, zoals U heeft beloofd. Luister alstublieft naar mij, en red me, zoals U heeft beloofd. Ik zal U aldoor prijzen, want U zal mij leren om me aan uw leefregels te houden. Ik zal over uw woord zingen, want uw woorden zijn juist en goed. Kom mij helpen, want ik heb ervoor gekozen om uw wetten te gehoorzamen. Ik verlang er zo naar dat U mij redt, Heer. Ik houd van uw wet. Laat mij leven, zodat ik U kan prijzen. Laten uw wetten mij helpen om goed te leven. Ik was afgedwaald als een schaap. Zoek mij nu alstublieft, want uw wetten vergeet ik niet.

Psalmen 119:129-176 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)

Pe. Uw getuigenissen zijn wonderbaar, daarom bewaart ze mijn ziel. De opening Uwer woorden geeft licht, de slechten verstandig makende. Ik heb mijn mond wijd opengedaan, en gehijgd, want ik heb verlangd naar Uw geboden. Zie mij aan, wees mij genadig, naar het recht aan degenen, die Uw Naam beminnen. Maak mijn voetstappen vast in Uw Woord, en laat geen ongerechtigheid over mij heersen. Verlos mij van des mensen overlast, en ik zal Uw bevelen onderhouden. Doe Uw aangezicht lichten over Uw knecht, en leer mij Uw inzettingen. Waterbeken vlieten af uit mijn ogen, omdat zij Uw wet niet onderhouden. Tsade. HEERE! Gij zijt rechtvaardig, en elkeen Uwer oordelen is recht. Gij hebt de gerechtigheid Uwer getuigenissen, en de waarheid hogelijk geboden. Mijn ijver heeft mij doen vergaan, omdat mijn wederpartijders Uw woorden vergeten hebben. Uw woord is zeer gelouterd, en Uw knecht heeft het lief. Ik ben klein en veracht, doch Uw bevelen vergeet ik niet. Uw gerechtigheid is gerechtigheid in eeuwigheid, en Uw wet is de waarheid. Benauwdheid en angst hebben mij getroffen, doch Uw geboden zijn mijn vermakingen. De gerechtigheid Uwer getuigenissen is in der eeuwigheid; doe ze mij verstaan, zo zal ik leven. Koph. Ik heb van ganser harte geroepen: verhoor mij, o HEERE! ik zal Uw inzettingen bewaren. Ik heb U aangeroepen, verlos mij, en ik zal Uw getuigenissen onderhouden. Ik ben de morgenschemering voorgekomen, en heb geschrei gemaakt; op Uw woord heb ik gehoopt. Mijn ogen komen de nachtwaken voor, om Uw rede te betrachten. Hoor mijn stem naar Uw goedertierenheid, o HEERE! maak mij levend naar Uw recht. Die kwade praktijken najagen, genaken mij, zij wijken verre van Uw wet. Maar Gij, HEERE! zijt nabij, en al Uw geboden zijn waarheid. Van ouds heb ik geweten van Uw getuigenissen, dat Gij ze in eeuwigheid gegrond hebt. Resch. Zie mijn ellende aan, en help mij uit, want Uw wet heb ik niet vergeten. Twist mijn twistzaak, en verlos mij, maak mij levend, naar Uw toezegging. Het heil is verre van de goddelozen, want zij zoeken Uw inzettingen niet. HEERE! Uw barmhartigheden zijn vele; maak mij levend naar Uw rechten. Mijn vervolgers en mijn wederpartijders zijn vele, maar van Uw getuigenissen wijk ik niet. Ik heb gezien degenen, die trouwelooslijk handelen, en het verdroot mij, dat zij Uw woord niet onderhielden. Zie aan, dat ik Uw bevelen lief heb, o HEERE! maak mij levend naar Uw goedertierenheid. Het begin Uws woords is waarheid, en in der eeuwigheid is al het recht Uwer gerechtigheid. Schin. De vorsten hebben mij vervolgd zonder oorzaak; maar mijn hart heeft gevreesd voor Uw woord. Ik ben vrolijk over Uw toezegging, als een, die een groten buit vindt. Ik haat de valsheid, en heb er een gruwel van; maar Uw wet heb ik lief. Ik loof U zevenmaal des daags, over de rechten Uwer gerechtigheid. Die Uw wet beminnen, hebben groten vrede, en zij hebben geen aanstoot. O HEERE! ik hoop op Uw heil, en doe Uw geboden. Mijn ziel onderhoudt Uw getuigenissen, en ik heb ze zeer lief. Ik onderhoud Uw bevelen en Uw getuigenissen, want al mijn wegen zijn voor U. Thau. O HEERE! laat mijn geschrei voor Uw aanschijn genaken, maak mij verstandig naar Uw woord. Laat mijn smeken voor Uw aanschijn komen, red mij naar Uw toezegging. Mijn lippen zullen Uw lof overvloediglijk uitstorten, als Gij mij Uw inzettingen zult geleerd hebben. Mijn tong zal spraak houden van Uw rede, want al Uw geboden zijn rechtvaardigheid. Laat Uw hand mij te hulp komen, want ik heb Uw bevelen verkoren. O HEERE! ik verlang naar Uw heil, en Uw wet is al mijn vermaking. Laat mijn ziel leven, en zij zal U loven, en laat Uw rechten mij helpen. Ik heb gedwaald als een verloren schaap; zoek Uw knecht, want Uw geboden heb ik niet vergeten.

Psalmen 119:129-176 Herziene Statenvertaling (HSV)

Uw getuigenissen zijn wonderen, daarom zal mijn ziel die in acht nemen. Het opengaan van Uw woorden geeft licht, het schenkt eenvoudigen inzicht. Ik sper mijn mond open en hijg, want ik verlang naar Uw geboden. Wend U tot mij en wees mij genadig, overeenkomstig het recht voor wie Uw Naam liefhebben. Laat mijn voetstappen vaststaan in Uw woord, laat geen enkel onrecht over mij heersen. Verlos mij van de onderdrukking door mensen, dan zal ik Uw bevelen in acht nemen. Doe Uw aangezicht lichten over Uw dienaar, en leer mij Uw verordeningen. Beken vol water stromen uit mijn ogen neer, omdat men Uw wet niet in acht neemt. U bent rechtvaardig, HEERE, en al Uw oordelen zijn juist. U hebt in Uw getuigenissen gerechtigheid uitgevaardigd en grote trouw. Mijn ijver heeft mij verteerd, want mijn tegenstanders hebben Uw woorden vergeten. Uw woord is zeer gelouterd, Uw dienaar heeft het lief. Ik ben klein en veracht, maar Uw bevelen heb ik niet vergeten. Uw gerechtigheid is een gerechtigheid voor eeuwig en Uw wet is waarachtig. Benauwdheid en nood hebben mij getroffen, maar Uw geboden zijn mijn bron van blijdschap. Uw rechtvaardige getuigenissen zijn voor eeuwig; geef mij inzicht, dan zal ik leven. Ik heb met heel mijn hart geroepen; verhoor mij, HEERE, ik zal Uw verordeningen in acht nemen. Ik heb U aangeroepen, verlos mij; dan zal ik mij aan Uw getuigenissen houden. Ik ben de morgenschemering voor geweest en heb om hulp geroepen; op Uw woord heb ik gehoopt. Mijn ogen zijn de nachtwaken voor geweest om Uw woord te overdenken. Hoor mijn stem overeenkomstig Uw goedertierenheid; HEERE, maak mij levend overeenkomstig Uw recht. Wie schandelijk gedrag najagen, komen naderbij; zij zijn ver van Uw wet verwijderd. Maar U, HEERE, bent nabij, en al Uw geboden zijn waarachtig. Al vanouds weet ik van Uw getuigenissen, ja, U hebt ze voor eeuwig gegrondvest. Zie mijn ellende aan en red mij, want Uw wet heb ik niet vergeten. Voer mijn rechtszaak en verlos mij; maak mij levend overeenkomstig Uw belofte. Het heil is ver van de goddelozen, want zij zoeken Uw verordeningen niet. Uw barmhartigheid is groot, HEERE; maak mij levend overeenkomstig Uw bepalingen. Mijn vervolgers en tegenstanders zijn met velen, maar van Uw getuigenissen wijk ik niet af. Ik zag hen die trouweloos handelen, en ik walgde, omdat zij zich niet aan Uw woord hielden. Zie toch hoe ik Uw bevelen liefheb; HEERE, maak mij levend overeenkomstig Uw goedertierenheid. Vanaf het begin is Uw woord waarachtig, al Uw rechtvaardige bepalingen zijn voor eeuwig. Vorsten hebben mij zonder reden vervolgd, maar voor Uw woord heeft mijn hart diep ontzag gehad. Ik ben verblijd over Uw belofte, als iemand die een grote buit vindt. Ik haat de leugen en heb er een afschuw van, maar Uw wet heb ik lief. Ik loof U zevenmaal op een dag om Uw rechtvaardige bepalingen. Wie Uw wet liefhebben, hebben diepe vrede; voor hen ligt er geen struikelblok. Ik hoop op Uw heil, HEERE, en doe Uw geboden. Mijn ziel neemt Uw getuigenissen in acht, want ik heb ze zeer lief. Ik neem Uw bevelen en getuigenissen in acht, want al mijn wegen liggen voor U open. Laat mijn roepen naderen voor Uw aangezicht, HEERE; geef mij inzicht overeenkomstig Uw woord. Laat mijn smeken voor Uw aangezicht komen; red mij overeenkomstig Uw belofte. Mijn lippen vloeien over van lofzang, want U leert mij Uw verordeningen. Mijn tong zal Uw woorden bezingen, want al Uw geboden zijn rechtvaardig. Laat Uw hand mij te hulp komen, want ik heb Uw bevelen uitgekozen. HEERE, ik verlang naar Uw heil; Uw wet is mijn bron van blijdschap. Laat mijn ziel leven, dan zal hij U loven; laat Uw bepalingen mij helpen. Ik heb gedwaald als een verloren schaap; zoek Uw dienaar, want Uw geboden heb ik niet vergeten.

Psalmen 119:129-176 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

Wonderbaar zijn uw getuigenissen, daarom bewaart ze mijn ziel. Het openen van uw woorden verspreidt licht, het geeft de onverstandigen inzicht. Ik doe mijn mond wijd open en hijg, want ik verlang naar uw geboden. Wend U tot mij en wees mij genadig, zoals recht is voor wie uw naam liefhebben. Bevestig mijn schreden naar uw toezegging, laat generlei onrecht over mij heersen. Verlos mij van de verdrukking der mensen, dan zal ik uw bevelen onderhouden. Doe uw aanschijn lichten over uw knecht, en leer mij uw inzettingen. Mijn ogen vloeien als waterbeken, omdat men uw wet niet onderhoudt. Gij zijt rechtvaardig, HERE; uw verordeningen zijn waarachtig. In gerechtigheid hebt Gij uw getuigenissen geboden en in grote trouw. Mijn ijver verteert mij, omdat mijn tegenstanders uw woorden vergeten. Uw woord is geheel gelouterd, uw knecht heeft het lief. Ik ben klein en veracht, uw bevelen vergeet ik niet. Uw gerechtigheid is gerechtigheid voor eeuwig, en uw wet is waarheid. Treffen mij nood en verdrukking, dan zijn uw geboden mijn verlustiging. Uw getuigenissen zijn gerechtigheid voor eeuwig; geef mij verstand, opdat ik leve. Ik roep van ganser harte; antwoord mij, HERE; uw inzettingen zal ik bewaren. Ik roep U aan; verlos mij, dan zal ik uw getuigenissen onderhouden. Vóór de morgenschemering roep ik om hulp, op uw woord hoop ik. Vóór de nachtwaken beginnen, keren mijn ogen zich naar uw toezegging. Hoor mijn stem, naar uw goedertierenheid; HERE, maak mij levend naar uw recht. Wie schanddaden najagen, zijn nabij, verre houden zij zich van uw wet; nabij zijt Gij, o HERE, en al uw geboden zijn waarheid. Van oudsher weet ik uit uw getuigenissen, dat Gij ze voor eeuwig hebt vastgesteld. Zie mijn ellende en red mij, want uw wet vergeet ik niet. Voer mijn rechtsgeding en verlos mij, maak mij levend naar uw belofte. Het heil is verre van de goddelozen, want zij zoeken uw inzettingen niet. Uw barmhartigheid is groot, o HERE, maak mij levend naar uw verordeningen. Talrijk zijn mijn vervolgers en mijn tegenstanders, doch van uw getuigenissen wijk ik niet af. Zie ik afvalligen, dan voel ik afschuw, daar zij uw woord niet onderhouden. Zie, hoe ik uw bevelen liefheb; HERE, maak mij levend naar uw goedertierenheid. Heel uw woord is de waarheid, al uw rechtvaardige verordeningen zijn voor eeuwig. Vorsten vervolgen mij zonder oorzaak, maar mijn hart vreest voor uw woorden. Ik verblijd mij over uw woord als iemand die rijke buit vindt. Ik haat en verafschuw leugen, maar uw wet heb ik lief. Zevenmaal daags loof ik U om uw rechtvaardige verordeningen. Zij, die uw wet liefhebben, hebben grote vrede, er is voor hen geen struikelblok. Op uw heil hoop ik, o HERE, en uw geboden doe ik. Mijn ziel onderhoudt uw getuigenissen, ik heb ze hartelijk lief. Uw bevelen en uw getuigenissen onderhoud ik, want al mijn wegen zijn vóór U. Mijn geroep nadere voor uw aanschijn, o HERE; geef mij verstand naar uw woord. Mijn smeking kome voor uw aanschijn, red mij naar uw belofte. Mijn lippen zullen overvloeien van lof, want Gij zult mij uw inzettingen leren. Mijn tong zal uw woord bezingen, want al uw geboden zijn gerechtigheid. Uw hand zij mij ter hulpe, want uw bevelen heb ik verkozen. Naar uw heil verlang ik, o HERE, uw wet is mijn verlustiging. Mijn ziel leve, en love U, mogen uw verordeningen mij helpen. Ik heb gedwaald als een verloren schaap, zoek uw knecht, want uw geboden vergeet ik niet.