Psalmen 119:1-80
Psalmen 119:1-80 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Aleph. Welgelukzalig zijn de oprechten van wandel, die in de wet des HEEREN gaan. Welgelukzalig zijn zij, die Zijn getuigenissen onderhouden, die Hem van ganser harte zoeken; Ook geen onrecht werken, maar wandelen in Zijn wegen. Gij, Gij hebt geboden, dat men Uw bevelen zeer bewaren zal. Och, dat mijn wegen gericht werden, om Uw inzettingen te bewaren! Dan zou ik niet beschaamd worden, wanneer ik merken zou op al Uw geboden. Ik zal U loven in oprechtheid des harten, als ik de rechten Uwer gerechtigheid geleerd zal hebben. Ik zal Uw inzettingen bewaren; verlaat mij niet al te zeer. Beth. Waarmede zal de jongeling zijn pad zuiver houden? Als hij dat houdt naar Uw woord. Ik zoek U met mijn gehele hart, laat mij van Uw geboden niet afdwalen. Ik heb Uw rede in mijn hart verborgen, opdat ik tegen U niet zondigen zou. HEERE! Gij zijt gezegend; leer mij Uw inzettingen. Ik heb met mijn lippen verteld al de rechten Uws monds. Ik ben vrolijker in den weg Uwer getuigenissen, dan over allen rijkdom. Ik zal Uw bevelen overdenken, en op Uw paden letten. Ik zal mijzelven vermaken in Uw inzettingen; Uw woord zal ik niet vergeten. Gimel. Doe wel bij Uw knecht, dat ik leve en Uw woord beware. Ontdek mijn ogen, dat ik aanschouwe de wonderen van Uw wet. Ik ben een vreemdeling op de aarde, verberg Uw geboden voor mij niet. Mijn ziel is verbroken vanwege het verlangen naar Uw oordelen te aller tijd. Gij scheldt de vervloekte hovaardigen, die van Uw geboden afdwalen. Wentel van mij versmaadheid en verachting, want ik heb Uw getuigenissen onderhouden. Als zelfs de vorsten zittende tegen mij gesproken hebben, heeft Uw knecht Uw inzettingen betracht. Ook zijn Uw getuigenissen mijn vermakingen en mijn raadslieden. Daleth. Mijn ziel kleeft aan het stof; maak mij levend naar Uw woord. Ik heb U mijn wegen verteld, en Gij hebt mij verhoord; leer mij Uw inzettingen. Geef mij den weg Uwer bevelen te verstaan, opdat ik Uw wonderen betrachte. Mijn ziel druipt weg van treurigheid; richt mij op naar Uw woord. Wend van mij den weg der valsheid, en verleen mij genadiglijk Uw wet. Ik heb verkoren den weg der waarheid, Uw rechten heb ik mij voorgesteld. Ik kleef vast aan Uw getuigenissen; o HEERE! beschaam mij niet. Ik zal den weg Uwer geboden lopen, als Gij mijn hart verwijd zult hebben. He. HEERE! leer mij den weg Uwer inzettingen, en ik zal hem houden ten einde toe. Geef mij het verstand, en ik zal Uw wet houden; ja, ik zal ze onderhouden met gansen harte. Doe mij treden op het pad Uwer geboden, want daarin heb ik lust. Neig mijn hart tot Uw getuigenissen, en niet tot gierigheid. Wend mijn ogen af, dat zij geen ijdelheid zien; maak mij levend door Uw wegen. Bevestig Uw toezegging aan Uw knecht, die Uw vreze toegedaan is. Wend mijn smaadheid af, die ik vreze, want Uw rechten zijn goed. Zie, ik heb een begeerte tot Uw bevelen; maak mij levend door Uw gerechtigheid. Vau. En dat mij Uw goedertierenheden overkomen, o HEERE! Uw heil, naar Uw toezegging; Opdat ik mijn smader wat heb te antwoorden, want ik vertrouw op Uw woord. En ruk het woord der waarheid van mijn mond niet al te zeer, want ik hoop op Uw rechten. Zo zal ik Uw wet steeds onderhouden, eeuwiglijk en altoos. En ik zal wandelen in de ruimte, omdat ik Uw bevelen gezocht heb. Ook zal ik voor koningen spreken van Uw getuigenissen, en mij niet schamen. En ik zal mij vermaken in Uw geboden, die ik liefheb. En ik zal mijn handen opheffen naar Uw geboden, die ik liefheb, en ik zal Uw inzettingen betrachten. Zain. Gedenk des woords, tot Uw knecht gesproken, op hetwelk Gij mij hebt doen hopen. Dit is mijn troost in mijn ellende, want Uw toezegging heeft mij levend gemaakt. De hovaardigen hebben mij boven mate zeer bespot; nochtans ben ik van Uw wet niet geweken. Ik heb gedacht, o HEERE! aan Uw oordelen van ouds aan, en heb mij getroost. Grote beroering heeft mij bevangen vanwege de goddelozen, die Uw wet verlaten. Uw inzettingen zijn mij gezangen geweest, ter plaatse mijner vreemdelingschappen. HEERE! des nachts ben ik Uws Naams gedachtig geweest, en heb Uw wet bewaard. Dat is mij geschied, omdat ik Uw bevelen bewaard heb. Cheth. De HEERE is mijn deel, ik heb gezegd, dat ik Uw woorden zal bewaren. Ik heb Uw aanschijn ernstelijk gebeden van ganser harte, wees mij genadig naar Uw toezegging. Ik heb mijn wegen bedacht, en heb mijn voeten gekeerd tot Uw getuigenissen. Ik heb gehaast, en niet vertraagd Uw geboden te onderhouden. De goddeloze hopen hebben mij beroofd; nochtans heb ik Uw wet niet vergeten. Te middernacht sta ik op, om U te loven voor de rechten Uwer gerechtigheid. Ik ben een gezel van allen, die U vrezen, en van hen, die Uw bevelen onderhouden. HEERE! de aarde is vol van Uw goedertierenheid; leer mij Uw inzettingen. Teth. Gij hebt bij Uw knecht goed gedaan, HEERE, naar Uw woord. Leer mij een goeden zin en wetenschap, want ik heb aan Uw geboden geloofd. Eer ik verdrukt werd, dwaalde ik, maar nu onderhoud ik Uw woord. Gij zijt goed en goeddoende; leer mij Uw inzettingen. De hovaardigen hebben leugens tegen mij gestoffeerd; doch ik bewaar Uw bevelen van ganser harte. Hun hart is vet als smeer; maar ik heb vermaak in Uw wet. Het is mij goed, dat ik verdrukt ben geweest, opdat ik Uw inzettingen leerde. De wet Uws monds is mij beter, dan duizenden van goud of zilver. Jod. Uw handen hebben mij gemaakt, en bereid; maak mij verstandig, opdat ik Uw geboden lere. Die U vrezen, zullen mij aanzien, en zich verblijden, omdat ik op Uw woord gehoopt heb. Ik weet, HEERE! dat Uw gerichten de gerechtigheid zijn, en dat Gij mij uit getrouwheid verdrukt hebt. Laat toch Uw goedertierenheid zijn om mij te troosten, naar Uw toezegging aan Uw knecht. Laat mij Uw barmhartigheden overkomen, opdat ik leve, want Uw wet is al mijn vermaking. Laat de hovaardigen beschaamd worden, omdat zij mij met leugen nedergestoten hebben; doch ik betracht Uw geboden. Laat hen tot mij keren, die U vrezen, en die Uw getuigenissen kennen. Laat mijn hart oprecht zijn tot Uw inzettingen, opdat ik niet beschaamd worde.
Psalmen 119:1-80 Herziene Statenvertaling (HSV)
Welzalig zijn de oprechten van wandel, die in de wet van de HEERE gaan. Welzalig wie Zijn getuigenissen in acht nemen, die Hem met heel hun hart zoeken, die ook geen onrecht bedrijven, maar in Zijn wegen gaan. HEERE, Ú hebt geboden om Uw bevelen ten zeerste in acht te nemen. Och, waren mijn wegen zo vast om Uw verordeningen in acht te nemen! Dan zou ik niet beschaamd worden, als ik oog zou hebben voor al Uw geboden. Ik zal U loven met een oprecht hart, wanneer ik Uw rechtvaardige bepalingen geleerd heb. Ik zal Uw verordeningen in acht nemen, verlaat mij niet geheel en al. Waarmee houdt een jongeman zijn pad zuiver? Als hij dat bewaart overeenkomstig Uw woord. Ik zoek U met heel mijn hart, laat mij van Uw geboden niet afdwalen. Ik heb Uw belofte in mijn hart opgeborgen, opdat ik tegen U niet zondig. Geloofd zij U, HEERE, leer mij Uw verordeningen. Ik heb met mijn lippen verteld al de bepalingen van Uw mond. In de weg van Uw getuigenissen verblijd ik mij meer dan in alle bezit. Ik overdenk Uw bevelen en heb oog voor Uw paden. Ik verblijd mij in Uw verordeningen, Uw woord vergeet ik niet. Wees goed voor Uw dienaar, dan zal ik leven en Uw woord in acht nemen. Ontsluit mijn ogen en laat mij aanschouwen de wonderen van Uw wet. Ik ben een vreemdeling op de aarde, verberg Uw geboden niet voor mij. Mijn ziel wordt verteerd van verlangen naar Uw bepalingen, te allen tijde. U bestraft de vervloekte hoogmoedigen, die van Uw geboden afdwalen. Wentel smaad en verachting van mij af, want ik heb Uw getuigenissen in acht genomen. Zelfs toen vorsten op hun troon gezeten tegen mij spraken, overdacht Uw dienaar Uw verordeningen. Ja, Uw getuigenissen zijn mijn bron van blijdschap, zij zijn mijn raadgevers. Mijn ziel kleeft aan het stof; maak mij levend overeenkomstig Uw woord. Ik heb U mijn wegen verteld en U hebt mij verhoord; leer mij Uw verordeningen. Geef mij inzicht in de weg van Uw bevelen, dan zal ik Uw wonderen overdenken. Mijn ziel weent tranen van verdriet; richt mij op overeenkomstig Uw woord. Laat de weg van de leugen van mij wijken, schenk mij genadig Uw wet. Ik heb de weg van de waarheid gekozen, Uw bepalingen heb ik mij voor ogen gesteld. Ik kleef vast aan Uw getuigenissen; HEERE, beschaam mij niet. Ik zal de weg van Uw geboden lopen, wanneer U mijn hart verruimd hebt. HEERE, leer mij de weg van Uw verordeningen, en ik zal die in acht nemen tot het einde toe. Geef mij inzicht, dan zal ik Uw wet in acht nemen; ja, ik zal mij er met heel mijn hart aan houden. Doe mij treden op het pad van Uw geboden, want daarin vind ik vreugde. Neig mijn hart naar Uw getuigenissen en niet naar winstbejag. Wend mijn ogen af, zodat zij niet zien wat nutteloos is; maak mij levend door Uw wegen. Bevestig Uw belofte aan Uw dienaar, die Uw vreze is toegedaan. Wend van mij af de smaad, waarvoor ik beducht ben, want Uw bepalingen zijn goed. Zie, ik verlang naar Uw bevelen, maak mij levend door Uw gerechtigheid. Laat Uw blijken van goedertierenheid over mij komen, HEERE, Uw heil overeenkomstig Uw belofte. Dan heb ik hem die mij hoont iets te antwoorden, want ik vertrouw op Uw woord. Ontruk het woord van de waarheid niet geheel en al aan mijn mond, want ik hoop op Uw bepalingen. Dan zal ik steeds Uw wet in acht nemen, voor eeuwig en altijd. Ik zal wandelen op ruime baan, omdat ik Uw bevelen gezocht heb. Ook zal ik voor koningen spreken over Uw getuigenissen en mij niet schamen. Ik verblijd mij in Uw geboden, die ik liefheb. Ik hef mijn handen op naar Uw geboden, die ik liefheb, en overdenk Uw verordeningen. Denk aan het woord gesproken tot Uw dienaar, waarop U mij deed hopen. Dit is mij tot troost in mijn ellende: dat Uw belofte mij levend heeft gemaakt. De hoogmoedigen hebben mij ten zeerste bespot, toch ben ik van Uw wet niet afgeweken. Ik heb gedacht aan Uw oordelen van oude tijden af, HEERE, en heb mij getroost. Grote verontwaardiging heeft mij bevangen vanwege de goddelozen, die Uw wet verlaten. Uw verordeningen zijn mijn gezangen geweest op de plaats waar ik vreemdeling was. HEERE, 's nachts heb ik aan Uw Naam gedacht en ik heb Uw wet in acht genomen. Dat is aan mij gebeurd, omdat ik Uw bevelen in acht genomen heb. De HEERE is mijn deel, ik heb gezegd dat ik Uw woorden in acht zal nemen. Ik heb met heel mijn hart getracht Uw aangezicht gunstig te stemmen; wees mij genadig overeenkomstig Uw belofte. Ik heb mijn wegen overdacht, en mijn voeten gekeerd naar Uw getuigenissen. Ik heb mij gehaast en niet geaarzeld Uw geboden in acht te nemen. Benden goddelozen hebben mij omringd, toch heb ik Uw wet niet vergeten. Midden in de nacht sta ik op om U te loven voor Uw rechtvaardige bepalingen. Ik ben een metgezel van allen die U vrezen en die Uw bevelen in acht nemen. HEERE, de aarde is vol van Uw goedertierenheid; leer mij Uw verordeningen. U bent goed voor Uw dienaar geweest, HEERE, overeenkomstig Uw woord. Leer mij goed onderscheiden en kennen, want ik heb in Uw geboden geloofd. Voordat ik verdrukt werd, dwaalde ik, maar nu neem ik Uw woord in acht. U bent goed en U doet goed, leer mij Uw verordeningen. Hoogmoedigen hebben mij met leugens besmeurd, maar ík neem Uw bevelen met heel mijn hart in acht. Hun hart is zo ongevoelig als vet, maar ík verblijd mij in Uw wet. Het is goed voor mij dat ik verdrukt ben geweest, opdat ik Uw verordeningen zou leren. De wet uit Uw mond is mij beter dan duizenden stukken goud of zilver. Uw handen hebben mij gemaakt en bereid; geef mij inzicht, zodat ik Uw geboden leer. Wie U vrezen, zien mij en verblijden zich, omdat ik op Uw woord gehoopt heb. Ik weet, HEERE, dat Uw oordelen rechtvaardig zijn en dat U mij in Uw trouw verdrukt hebt. Laat toch Uw goedertierenheid er zijn om mij te troosten, overeenkomstig Uw belofte aan Uw dienaar. Laat Uw barmhartigheid over mij komen, dan zal ik leven, want Uw wet is mijn bron van blijdschap. Laten de hoogmoedigen beschaamd worden, die mij neerdrukten met leugen, maar ík overdenk Uw bevelen. Laten zich tot mij keren wie U vrezen en wie Uw getuigenissen kennen. Laat mijn hart oprecht zijn in Uw verordeningen, dan zal ik niet beschaamd worden.
Psalmen 119:1-80 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Welzalig zij, die onberispelijk van wandel zijn, die in de wet des HEREN gaan. Welzalig zij, die zijn getuigenissen bewaren, die Hem van ganser harte zoeken; die ook geen onrecht plegen, (maar) wandelen in zijn wegen. Gij hebt uw bevelen geboden, opdat men die ijverig onderhoude. Och, dat mijn wegen vast waren om uw inzettingen te onderhouden. Dan zou ik niet beschaamd staan, als ik op al uw geboden zie. Ik zal U loven in oprechtheid des harten, wanneer ik uw rechtvaardige verordeningen leer. Uw inzettingen zal ik onderhouden; verlaat mij niet geheel en al. Waarmede zal de jongeling zijn pad rein bewaren? Als hij dat houdt naar uw woord. Ik zoek U met mijn ganse hart, laat mij niet van uw geboden afdwalen. Ik berg uw woord in mijn hart, opdat ik tegen U niet zondige. Geprezen zijt Gij, HERE; leer mij uw inzettingen. Met mijn lippen verkondig ik alle verordeningen van uw mond. In de weg uwer getuigenissen verblijd ik mij als over allerlei rijkdom. Uw bevelen zal ik overdenken en op uw paden zal ik letten. In uw inzettingen zal ik mij verlustigen, uw woord zal ik niet vergeten. Doe wel aan uw knecht, dan zal ik leven en uw woord onderhouden. Ontdek mijn ogen, opdat ik aanschouwe de wonderen uit uw wet. Ik ben een vreemdeling op aarde, verberg uw geboden niet voor mij. Mijn ziel wordt verteerd van verlangen naar uw verordeningen te allen tijde. Gij bedreigt de vervloekte overmoedigen, die van uw geboden afdwalen. Wentel smaad en verachting van mij af, want ik bewaar uw getuigenissen. Al zetten vorsten zich neder, al beraadslagen zij tegen mij, uw knecht overdenkt uw inzettingen. Ja, uw getuigenissen zijn mijn verlustiging, zij zijn mijn raadslieden. Mijn ziel kleeft aan het stof, maak mij levend naar uw woord. Mijn wegen heb ik verhaald en Gij hebt mij geantwoord, leer mij uw inzettingen. Doe mij de weg uwer bevelen verstaan, opdat ik uw wonderen overdenke. Mijn ziel schreit van kommer, richt mij op naar uw woord. Doe de weg der leugen van mij wijken en schenk mij genadig uw wet. Ik verkies de weg der waarheid, Ik stel uw verordeningen voor mij. Ik klem mij vast aan uw getuigenissen, o HERE, maak mij niet beschaamd. Ik zal de weg uwer geboden lopen, want Gij verruimt mij het hart. Onderwijs mij, HERE, de weg uwer inzettingen, dan zal ik die bewaren ten einde toe. Geef mij verstand, dan zal ik uw wet bewaren, en haar van ganser harte onderhouden. Doe mij het pad uwer geboden betreden, want daarin heb ik lust. Neig mijn hart tot uw getuigenissen en niet tot winstbejag. Wend mijn ogen af, zodat zij geen ijdele dingen zien, maak mij levend door uw wegen. Bevestig uw belofte aan uw knecht, die uw vreze toegedaan is. Wend mijn smaadheid af, die ik vrees, want uw verordeningen zijn goed. Zie, naar uw bevelen verlang ik, maak mij levend door uw gerechtigheid. Dat uw goedertierenheid over mij kome, o HERE, uw heil naar uw belofte; opdat ik mijn smader iets hebbe te antwoorden, want ik vertrouw op uw woord. Neem het woord der waarheid niet geheel van mijn mond, want uw verordeningen verbeid ik, opdat ik uw wet bestendig onderhoude, voor altoos en immer. Dan zal ik wandelen op ruime baan, want ik zoek uw bevelen. Ook zal ik voor koningen over uw getuigenissen spreken zonder mij te schamen. Ik toch verlustig mij in uw geboden, die ik liefheb; daarom hef ik mijn handen op naar uw geboden die ik liefheb, en overdenk ik uw inzettingen. Gedenk het woord tot uw knecht, omdat Gij mij hoop hebt gegeven; dit is mijn troost in mijn ellende, dat uw belofte mij levend maakt. Hoezeer overmoedigen mij bespotten, van uw wet wijk ik niet. Als ik denk aan uw verordeningen van ouds, o HERE, dan ben ik getroost. Verontwaardiging greep mij aan vanwege de goddelozen, die uw wet verlaten. Uw inzettingen zijn mij tot snarenspel in het huis van mijn vreemdelingschap. Des nachts gedenk ik uw naam, o HERE, en onderhoud ik uw wet. Dit is mij ten deel geworden, omdat ik uw bevelen bewaar. De HERE is mijn deel, ik heb beloofd uw woorden te onderhouden. Van ganser harte zoek ik uw gunst, wees mij genadig naar uw belofte. Ik overdenk mijn wegen, ik wend mijn voeten naar uw getuigenissen. Ik haast mij en aarzel niet om uw geboden te onderhouden. Hoewel strikken der goddelozen mij omgeven, ik vergeet uw wet niet. Te middernacht sta ik op om U te loven wegens uw rechtvaardige verordeningen. Ik ben een metgezel van allen die U vrezen, en van hen die uw bevelen onderhouden. De aarde is vervuld van uw goedertierenheid, o HERE, leer mij uw inzettingen. Gij hebt goedgedaan aan uw knecht, o HERE, naar uw woord. Leer mij goed onderscheiden en kennen, want ik stel vertrouwen in uw geboden. Eer ik verdrukt werd, dwaalde ik, maar nu onderhoud ik uw woord. Gij zijt goed en goeddoende, leer mij uw inzettingen. Overmoedigen wrijven mij leugens aan, ik houd uw bevelen van ganser harte. Ongevoelig als vet is hun hart, maar ik verlustig mij in uw wet. Het is mij goed, dat ik verdrukt ben geweest, opdat ik uw inzettingen zou leren. De wet van uw mond is mij beter dan duizenden stukken goud en zilver. Uw handen hebben mij gemaakt en toebereid, geef mij verstand, opdat ik uw geboden lere. Zij, die U vrezen, zien mij en verheugen zich, want ik hoop op uw woord. Ik weet, o HERE, dat uw oordelen gerechtigheid zijn, en dat Gij in trouw mij hebt verdrukt. Laat uw goedertierenheid mij tot vertroosting zijn naar uw belofte aan uw knecht. Uw barmhartigheid kome over mij, opdat ik leve, want uw wet is mijn verlustiging. Laten de overmoedigen beschaamd worden, omdat zij mij onverdiend verdrukten; ik overdenk uw bevelen. Laten zich tot mij wenden wie U vrezen, en wie uw getuigenissen kennen. Mijn hart zij onverdeeld in uw inzettingen, opdat ik niet beschaamd worde.
Psalmen 119:1-80 Het Boek (HTB)
Gelukkig zijn de mensen die een zuiver leven leiden en zich houden aan de wet van de HERE. Gelukkig zijn de mensen die Hem dienen en zijn woord bewaren in hun hart. Gelukkig zijn de mensen die geen misdaden begaan, maar leven zoals God wil. U hebt ons uw bevelen gegeven met de bedoeling dat wij ons daaraan houden. Ik wilde wel dat ik zo standvastig was, dat ik altijd uw regels zou naleven. Dan zou ik mij nooit hoeven te schamen als ik uw wet las. Met een eerlijk en oprecht hart zal ik U prijzen, als ik anderen les geef over rechtvaardige wetten. Ik zal mij houden aan uw leefregels. Laat mij niet in de steek. Hoe kan een jonge man zuiver leven? Als hij zich laat leiden door uw woord. Met mijn hele hart wil ik U volgen. Helpt U mij om niet van U af te dwalen. Ik vul mijn hart met uw woorden, dat is de enige manier om niet te zondigen en U geen verdriet te doen. HERE, U bent het zo waard te worden geprezen! Leer mij alles over uw wet. Ik spreek over alle wetten die U hebt gemaakt. Ik ben zo blij als ik veel over U mag spreken. Dat geeft mij meer vreugde dan aardse rijkdom. Ik wil blijven nadenken over uw leefregels en zal U trouw volgen. Uw gebod geeft mij de grootste vreugde. Ik zal uw woord nooit vergeten. Ik ben uw dienaar, bewaart U mij, dan kan ik mij mijn hele leven houden aan uw woord. Open mijn ogen, zodat ik alle wonderen in uw wet kan ontdekken. Hier op aarde voel ik mij slechts een vreemdeling, laat uw gebod niet voor mij zijn verborgen. Alles in mij verlangt voortdurend naar uw voorschriften. Mensen die eigenzinnig van uw wet afdwalen, worden door U bedreigd en zijn al vervloekt. Wilt U elke vorm van spot en schande bij mij weghouden, want ik ben trouw aan alles wat U zegt. Zelfs al zouden koningen gezamenlijk een aanslag op mij beramen, dan nog zou ik, uw dienaar, alleen maar uw wetten overdenken. Alles wat U hebt gezegd en wat in uw woord staat, is voor mij een grote vreugde en ik laat mij door uw woorden raad geven. Ik merk hoe mijn hart aan deze aarde hangt, geef mij het leven door uw woord. Ik heb U alles verteld wat ik heb gedaan en U hebt mij ook antwoord gegeven. Leer mij nu hoe ik naar uw wil kan leven. Laat mij begrijpen wat U in uw wet bedoelt, zodat ik kan nadenken over alle wonderen die U doet. Mijn hart huilt van verdriet en wanhoop, helpt U mij overeind door uw woord. Wilt U mij op het rechte pad houden? Geef mij in uw genade uw wetten. Ik kies ervoor de waarheid te volgen. Daarom denk ik voortdurend aan uw leefregels. Ik houd mij vast aan alles wat U gezegd hebt, HERE. Stel mij niet teleur. Ik zal de weg van uw wet volgen, omdat U mij alle levensruimte geeft. Leer mij, HERE, hoe ik de weg van uw wet kan volgen. Dan zal ik mij mijn leven lang daaraan houden. Maak mij verstandig, want dan kan ik uw wet houden zoals U wilt. Met mijn hele hart wil ik mij aan uw wet houden. Laat mij lopen op het pad van uw geboden, dat maakt mij gelukkig. Ik wil zo graag dat mijn hart uitgaat naar alles wat U gezegd hebt en niet naar geld verdienen. Help mij niet naar zinloze dingen te kijken. Ik wil in dit leven gelukkig worden door U te volgen. Ik ben uw dienaar en heb diep ontzag voor U. Wilt U laten blijken dat uw beloften waar zijn? Ik ben bang voor schande. Neemt U die angst toch weg, want uw geboden zijn zo goed. Heus, ik verlang naar uw bevelen. Laat U mij toch zuiver leven door uw rechtvaardigheid. Ik bid dat U mij uw goedheid en liefde laat ervaren, HERE. En bevrijdt U mij zoals U hebt beloofd. Dan weet ik iets terug te zeggen als men mij bespot, want ik wil alleen zo spreken dat het overeenstemt met uw woord. Laat mij uw woorden van waarheid spreken. Ik heb vertrouwen in uw besluiten. Ik wil mij onafgebroken houden aan uw wet, mijn leven lang. Dan ga ik mijn weg onbevangen en zonder belemmering, omdat ik mij richt naar uw woord. Zelfs voor koningen kan ik dan over uw wet spreken zonder mij te schamen. Ik geniet van uw wet en houd van haar. Daarom strek ik mijn handen uit naar uw geboden, waarvan ik zoveel houd. Dan denk ik rustig na over alles wat U hebt vastgelegd. Denk aan wat U tegen mij hebt gezegd, ik ben immers uw dienaar en U hebt mij hoop gegeven. Dat troost mij in alle ellende die ik meemaak. Uw beloften geven mij weer leven. Ongelovigen kunnen mij nog zo bespotten, ik stap niet af van uw wet. HERE, als ik denk aan alles wat U sinds mensenheugenis hebt voorgeschreven, voel ik mij getroost. De goddeloze mensen die uw wet links laten liggen, brengen mij tot grote verontwaardiging. Uw leefregels zijn muziek voor mij, zolang ik hier op aarde woon, ik voel mij hier een vreemdeling. Als ik ʼs nachts wakker lig, denk ik aan uw grote naam, HERE, en ook dan houd ik mij aan uw wetten. Dat heb ik van U ontvangen, omdat ik uw leefregels zorgvuldig bewaar. De HERE heeft Zichzelf aan mij gegeven, ik heb ook beloofd mij altijd aan uw woord te houden. Ik verlang er met mijn hele hart naar dat U mij goed gezind bent, geef mij uw genade zoals U hebt beloofd. Ik denk na over mijn levensweg en haast mij om uw woord te volgen. Zonder aarzelen haast ik mij te doen wat U voorschrijft. Hoewel de ongelovigen om mij heen mij voortdurend willen vangen, vergeet ik niet wat U in uw wet zegt. Rond middernacht sta ik op om U te prijzen voor uw rechtvaardige wetten en geboden. Ik ga mijn weg samen met alle mensen die ook ontzag voor U hebben en die leven volgens uw gebod. De aarde is vol van uw goedheid en liefde, HERE. Leer mij alles over uw wetten. U hebt mij, uw dienaar, het goede gegeven. Precies, HERE, zoals uw woord dat aangeeft. Geef mij een goed onderscheidingsvermogen en verstand, want ik stel mijn vertrouwen op uw wet. Voordat ik in moeilijkheden kwam, dwaalde ik vaak van U af. Maar nu houd ik mij alleen nog aan wat U zegt. U bent een goede God en doet het goede voor de mensen. Leer mij alles wat U van de mensen wilt. Ongelovigen schuiven mij allerlei leugens in de schoenen, maar ik houd mij met mijn hele hart vast aan uw wet. Zij hebben harten van steen, maar ik ervaar vreugde als ik aan uw wet denk. Het is goed dat ik grote moeilijkheden heb doorgemaakt, want daardoor heb ik U en uw wet beter leren kennen. Uw woorden gaan voor mij ver boven grote rijkdommen aan goud en zilver. U hebt mij met uw eigen handen gemaakt. Maak mij verstandig, zodat ik alles over uw wet kan leren. Andere mensen die ook diep ontzag voor U hebben, zijn blij als zij mij zien en meemaken, omdat ik op uw woord vertrouw. HERE, ik weet dat uw oordeel een rechtvaardig oordeel is. Dat U mij trouw bleef in al mijn ellende. Ik bid dat uw goedheid en liefde mij zullen troosten. Dat hebt U mij, uw dienaar, immers beloofd? Laat uw liefdevolle meeleven mij bereiken, zodat ik leven kan. Ik verheug mij in uw wetten. Laat de ongelovigen toch tot inzicht komen en zich schamen, omdat zij mij onterecht kwaad deden. Ik denk voortdurend aan wat U mij hebt opgedragen. Wilt U mensen die diep ontzag voor U koesteren en uw wet kennen, naar mij toe sturen? Ik wil met volledige toewijding uw wet naleven, zodat ik mij nooit hoef te schamen.
Psalmen 119:1-80 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Het is heerlijk voor je als je leeft zoals de Heer het wil, als je leeft volgens de wet van God. Het zal goed met je gaan als je je aan zijn leefregels houdt en met je hele hart naar Hem verlangt. De Heer zal goed voor je zijn als je eerlijk bent en leeft zoals Hij het wil. Heer, U heeft uw wetten gegeven en gezegd dat we ons daaraan moeten houden. Ik wil zo graag altijd leven zoals U het wil! Ik wil me zo graag aan uw leefregels houden! Ik zal nooit tevergeefs op U vertrouwen als ik leer te doen wat U zegt. Ik prijs U uit het diepst van mijn hart als ik zie hoe goed uw wetten zijn. Ik zal mij aan uw leefregels houden. Laat mij niet in de steek! Hoe kan een jong mens zuiver leven? Door te leven volgens uw woord. Ik verlang met mijn hele hart naar U. Help me om U te gehoorzamen. Ik bewaar uw woord in mijn hart, zodat ik niet verkeerd tegen U zal doen. Ik prijs U, Heer! Leer mij om me te houden aan uw leefregels. Ik vertel anderen over de wetten die U heeft gegeven. Het is fijner om uw wil te doen dan om heel erg rijk te zijn. Ik denk over uw wetten na en ik wil doen wat U van me vraagt. Ik geniet van uw leefregels en zal U gehoorzamen. Wees goed voor mij, Heer, dan zal ik leven en uw woord gehoorzamen. Open mijn ogen, zodat ik kan zien hoe geweldig uw wet is. Ik ben een vreemdeling op aarde. Laat me weten wat U van mij vraagt. Ik verlang er altijd hevig naar om me aan uw wetten te houden. U straft de mensen die denken dat ze U niet nodig hebben en die zich niet aan uw wetten houden. Ze zijn vervloekt. Laat mij niet langer voor schut staan, want ik houd mij aan uw wetten. Al komen koningen bij elkaar om plannen te smeden om mij kwaad te doen, toch houd ik me aan uw wet. Ja, ik geniet van uw wetten. Ze geven me raad. Ik voel mij helemaal hulpeloos. Geef mij leven door uw woord. Ik heb U alles verteld wat ik heb gedaan en U heeft me geantwoord. Leer mij te leven volgens uw leefregels. Help me om uw wetten te begrijpen, zodat ik over uw wonderen zal nadenken. Mijn hart huilt van verdriet en wanhoop. Geef me door uw woord weer nieuwe hoop. Help me om ver van leugens vandaan te blijven. Wees zo goed om mij uw wet te leren. Ik wil me aan de waarheid houden. Daarom gehoorzaam ik uw wetten. Ik klem me er aan vast. Heer, stel mij niet teleur. Ik zal uw wetten gehoorzamen. U zorgt ervoor dat ik dat graag wil. Heer, leer mij om me te houden aan uw leefregels. Ik zal me er tot het einde aan vasthouden. Maak me verstandig, zodat ik me met mijn hele hart aan uw wet zal houden. Ik wil leven zoals U het wil, want ik houd van uw wetten. Laat mijn hart verlangen naar uw wetten, en niet naar rijkdom. Help mij om de goede kant op te kijken, zodat ik niet ga verlangen naar dingen die niet goed voor me zijn. Geef mij leven door mijn gehoorzaamheid aan U. Doe alstublieft wat U mij heeft beloofd, want ik heb diep ontzag voor U. Zorg ervoor dat ik nooit tevergeefs op U vertrouw, want dat zou ik vreselijk vinden. Maar wat U van mij wil, is goed. Ik verlang naar uw wetten. Geef mij leven door uw woord, want uw woord is goed. Heer, wees altijd goed voor mij, zoals U me heeft beloofd. Dan heb ik een antwoord aan de mensen die me uitlachen. Want ik vertrouw op uw woord. Laat me vasthouden aan uw waarheid. Want ik vertrouw er op dat U rechtvaardig zal oordelen. Ik zal me altijd aan uw wet houden, voor altijd en eeuwig. Ik zal in vrijheid kunnen leven als ik U gehoorzaam ben. Ook zal ik koningen over uw wetten vertellen, zonder me te schamen. Want ik ben blij met uw wetten. Ik houd van uw woorden. Daarom verlang ik ernaar ze te doen en denk ik er over na. Denk aan wat U mij heeft beloofd, want daar vertrouw ik op. Dit troost mij in alle ellende: dat uw belofte mij hoop heeft gegeven. De mensen die U niet gehoorzamen maken me vreselijk belachelijk. Toch blijf ik me aan uw wet houden. Als ik denk aan uw wetten die U lang geleden heeft gegeven, Heer, dan word ik getroost. Ik word heel boos over de mensen die zich niets van U aantrekken en zich niet aan uw wet houden. Hier op aarde, waar ik als vreemdeling woon, zijn uw leefregels voor mij als een prachtig lied. Zelfs 's nachts denk ik aan U, Heer, zelfs 's nachts houd ik me aan uw wet. Dat komt doordat ik U gehoorzaam ben. De Heer is alles voor mij. Ik heb beloofd me aan uw woord te houden. Met mijn hele hart heb ik tot U gebeden. Wees goed voor mij, zoals U heeft beloofd. Ik denk na over hoe ik leef en probeer uw wetten te volgen. Ik haast me om U te gehoorzamen. Ik aarzel geen moment. Ook al proberen allerlei slechte mensen mij in de val te laten lopen, toch vergeet ik uw wet niet. Midden in de nacht sta ik op om U te prijzen voor uw rechtvaardige wetten. Ik ben een vriend van alle mensen die ontzag voor U hebben, van alle mensen die uw wetten gehoorzamen. Heer, de hele aarde laat zien hoe goed en liefdevol U bent. Leer mij om me te houden aan uw leefregels. U bent goed voor mij geweest, Heer, zoals U had beloofd. Leer mij uw wetten echt te begrijpen. Want ik vertrouw er op. Toen ik me niet aan uw wet had gehouden, kwam ik in moeilijkheden. Maar nu houd ik me aan uw wet. U bent goed en alles wat U doet is goed. Leer mij om me te houden aan uw leefregels. De mensen die U niet gehoorzamen, vertellen leugens over mij rond. Maar ik houd me van harte aan uw wetten. Hun hart is zo ongevoelig als vet, maar uw wet maakt mij blij. Het is goed voor me geweest dat ik in moeilijkheden kwam. Want daardoor heb ik geleerd om me aan uw leefregels te houden. Uw wet is mij meer waard dan duizenden goud- of zilverstukken. Uw handen hebben mij gemaakt. Maak mij nu ook zó verstandig, dat ik zal leren leven volgens uw wetten. Mensen die diep ontzag voor U hebben, zijn blij als ze mij zien. Want ze zien dat ik op uw woord vertrouw. Ik weet, Heer, dat U rechtvaardig bent, en dat U het me moeilijk heeft gemaakt juist omdat U trouw bent. Troost mij nu met uw liefde, zoals U me heeft beloofd. Heb medelijden met me, zodat ik zal leven. Want ik geniet van het doen van uw wet. Zorg ervoor dat de slechte mensen bedrogen uitkomen, want ze hebben me vals beschuldigd. Heer, ik denk na over uw wetten. Geef dat de mensen die ontzag voor U hebben en volgens uw wetten leven, naar mij toe komen. Ik wil U met mijn hele hart gehoorzamen. Dan zal ik nooit tevergeefs op U vertrouwen.