Psalmen 118:1-7
Psalmen 118:1-7 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Looft den HEERE, want Hij is goed; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid. Dat Israël nu zegge, dat Zijn goedertierenheid in der eeuwigheid is. Het huis van Aäron zegge nu, dat Zijn goedertierenheid in der eeuwigheid is. Dat degenen, die den HEERE vrezen, nu zeggen, dat Zijn goedertierenheid in der eeuwigheid is. Uit de benauwdheid heb ik den HEERE aangeroepen; de HEERE heeft mij verhoord, stellende mij in de ruimte. De HEERE is bij mij, ik zal niet vrezen; wat zal mij een mens doen? De HEERE is bij mij onder degenen, die mij helpen; daarom zal ik mijn lust zien aan degenen, die mij haten.
Psalmen 118:1-7 Herziene Statenvertaling (HSV)
Loof de HEERE, want Hij is goed, want Zijn goedertierenheid is voor eeuwig. Laat Israël toch zeggen: Zijn goedertierenheid is voor eeuwig. Laat het huis van Aäron toch zeggen: Ja, Zijn goedertierenheid is voor eeuwig. Laten wie de HEERE vrezen, toch zeggen: Ja, Zijn goedertierenheid is voor eeuwig. Uit de benauwdheid heb ik tot de HEERE geroepen, de HEERE heeft mij verhoord en in de ruimte gezet. De HEERE is bij mij, ik ben niet bevreesd. Wat kan een mens mij doen? De HEERE is bij mij, te midden van wie mij helpen, daarom zie ík neer op wie mij haten.
Psalmen 118:1-7 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Looft de HERE, want Hij is goed, ja, zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid. Laat Israël nu zeggen: Zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid. Laat het huis van Aäron nu zeggen: Zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid. Laat wie de HERE vrezen, nu zeggen: Zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid. Uit de benauwdheid heb ik tot de HERE geroepen, de HERE heeft mij geantwoord en mij in de ruimte gesteld. De HERE is met mij, ik zal niet vrezen; wat zou een mens mij doen? De HERE is met mij, onder mijn helpers, daarom zal ik op mijn haters neerzien.
Psalmen 118:1-7 Het Boek (HTB)
Prijs de HERE, want Hij is een goede God. Zijn goedheid en liefde zijn eeuwig. Laat eerst het volk van Israël zeggen: ‘Zijn goedheid en liefde zijn eeuwig.’ Laat dan het nageslacht van Aäron zeggen: ‘Zijn goedheid en liefde zijn eeuwig.’ En laat nu ieder die ontzag heeft voor de HERE, zeggen: ‘Zijn goedheid en liefde zijn eeuwig.’ Toen ik het heel erg moeilijk had, heb ik de HERE aangeroepen. Hij heeft mij antwoord gegeven en mij bevrijd. Ik kon het allemaal weer aan. De HERE is dicht bij mij, ik ben nergens meer bang voor. Want wat kan een mens mij nu nog aandoen? De HERE is dicht bij mij en mijn vrienden, daarom kan ik neerzien op mijn tegenstanders.
Psalmen 118:1-7 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Prijs de Heer, want Hij is goed. Zijn liefde duurt voor eeuwig. Israël, zeg: "Zijn liefde duurt voor eeuwig." Priesters, zeg: "Zijn liefde duurt voor eeuwig." Als je ontzag voor de Heer hebt, zeg: "Zijn liefde duurt voor eeuwig." Toen ik in moeilijkheden was, heb ik de Heer om hulp geroepen. En de Heer heeft mij geantwoord en me gered. De Heer zorgt voor mij. Ik hoef niet bang te zijn. Wat zouden mensen me kunnen aandoen? De Heer is met mij en helpt me altijd. Daarom hoef ik niet bang te zijn voor de mensen die me haten.