Psalmen 110:1-7
Psalmen 110:1-7 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Een psalm van David. De HEERE heeft tot mijn Heere gesproken: Zit aan Mijn rechterhand, totdat Ik Uw vijanden gezet zal hebben tot een voetbank Uwer voeten. De HEERE zal den scepter Uwer sterkte zenden uit Sion, zeggende: Heers in het midden Uwer vijanden. Uw volk zal zeer gewillig zijn op den dag Uwer heirkracht, in heilig sieraad; uit de baarmoeder des dageraads zal U de dauw Uwer jeugd zijn. De HEERE heeft gezworen, en het zal Hem niet berouwen: Gij zijt Priester in eeuwigheid, naar de ordening van Melchizédek. De Heere is aan Uw rechterhand; Hij zal koningen verslaan ten dage Zijns toorns. Hij zal recht doen onder de heidenen; Hij zal het vol dode lichamen maken; Hij zal verslaan dengene, die het hoofd is over een groot land. Hij zal op den weg uit de beek drinken; daarom zal Hij het hoofd omhoog heffen.
Psalmen 110:1-7 Herziene Statenvertaling (HSV)
De HEERE heeft tot mijn Heere gesproken: Zit aan Mijn rechterhand, totdat Ik Uw vijanden gemaakt zal hebben tot een voetbank voor Uw voeten. De HEERE strekt Uw machtige scepter uit vanuit Sion en zegt: Heers te midden van Uw vijanden. Uw volk is zeer gewillig op de dag van Uw kracht, getooid met heilig sieraad; uit de baarmoeder van de dageraad is voor U de dauw van Uw jeugd. De HEERE heeft gezworen en Hij zal er geen berouw van hebben: U bent Priester voor eeuwig, naar de ordening van Melchizedek. De Heere is aan Uw rechterhand, Hij verplettert koningen op de dag van Zijn toorn. Hij spreekt recht onder de heidenvolken, vult het slagveld met dode lichamen en verplettert hem die het hoofd is over een groot land. Hij drinkt onderweg uit de beek, daarom heft Hij Zijn hoofd omhoog.
Psalmen 110:1-7 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Aldus luidt het woord des HEREN tot mijn Here: Zet u aan mijn rechterhand, totdat Ik uw vijanden gelegd heb als een voetbank voor uw voeten. De HERE strekt van Sion uw machtige scepter uit: heers te midden van uw vijanden. Uw volk is een en al gewilligheid ten dage van uw heerban; in heilige feestdos rijst uit de schoot van de dageraad de dauw uwer jonge mannen voor u op. De HERE heeft gezworen en het berouwt Hem niet: Gij zijt priester voor eeuwig, naar de wijze van Melchisedek. De HERE is aan uw rechterhand. Hij verplettert koningen ten dage van zijn toorn; Hij houdt gericht onder de heidenen, hoopt lijken op, verplettert hoofden op het wijde veld. Hij drinkt onderweg uit de beek; daarom heft hij het hoofd op.
Psalmen 110:1-7 Het Boek (HTB)
Dit sprak de HERE tot mijn Heer: ‘Kom naast Mij zitten, aan mijn rechterhand, totdat Ik uw vijanden aan u onderworpen heb.’ De HERE laat u machtig heersen vanuit Sion. U bent de overwinnaar over al uw tegenstanders. Uw volk volgt u graag als u het oproept voor de strijd. Al heel vroeg in de morgen verschijnen de sterke jongemannen in prachtige kleding. De HERE heeft een eed afgelegd waarvan Hij nimmer spijt krijgt: ‘U bent de eeuwige priester, zoals ook Melchisedek mijn priester was.’ De Here is aan uw rechterzijde en verlaat u niet. Op de dag van zijn toorn vernietigt Hij de koningen van deze aarde. Hij spreekt het vonnis over de ongelovigen uit en de lijken stapelen zich op. Hij vernietigt hen, waar zij ook zijn. Onderweg lest Hij zijn dorst bij een beek en Hij draagt het hoofd fier opgeheven.
Psalmen 110:1-7 BasisBijbel (BB)
Een lied van David. De Heer heeft tegen mijn heer gezegd: "Kom naast Mij zitten, totdat Ik je vijanden helemaal heb overwonnen." De Heer zal ervoor zorgen dat u vanuit Jeruzalem over een steeds groter gebied zal heersen. U zal heersen over uw vijanden. Uw volk zal graag met u meegaan in de strijd. De jonge mannen komen naar u toe, in prachtige kleren, schitterend als de dauw in de morgen. De Heer heeft gezworen – en Hij zal dat niet veranderen – "Jij bent voor eeuwig priester, zoals Melchizedek." De Heer is naast u en helpt u altijd. Op de dag dat Hij zal oordelen, zal Hij de koningen verslaan. Hij zal rechtspreken over de volken. Hij stapelt hun lijken op. Hij zal de koningen van vele landen verslaan. Hij drinkt onderweg uit de beek. Hij loopt met opgeheven hoofd.