Psalmen 105:39-45
Psalmen 105:39-45 Herziene Statenvertaling (HSV)
Hij spreidde een wolk uit om hen te bedekken en gaf vuur om de nacht te verlichten. Zij baden, en Hij deed kwartels komen, Hij verzadigde hen met hemels brood. Hij opende een rots en er vloeide water uit, dat als een rivier door de dorre plaatsen stroomde. Want Hij dacht aan Zijn heilige woord, aan Abraham, Zijn dienaar. Zo leidde Hij Zijn volk uit met vreugde, Zijn uitverkorenen met gejuich. Hij gaf hun de landen van de heidenvolken. Zo namen zij in bezit waarvoor de volken hadden gezwoegd, opdat zij zich aan Zijn verordeningen zouden houden en Zijn wetten in acht zouden nemen.
Psalmen 105:39-45 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Hij breidde een wolk uit tot bedekking, en vuur om de nacht te verlichten. Zij vroegen, en Hij deed kwakkelen komen, met brood uit de hemel verzadigde Hij hen. Hij opende de rots, en wateren vloeiden, zij stroomden door de dorre streken als een rivier; want Hij gedacht aan zijn heilig woord, aan Abraham, zijn knecht. Hij voerde zijn volk uit met blijdschap, zijn uitverkorenen met gejubel. Hij gaf hun de landen der volken, zodat zij de arbeid der natiën beërfden, opdat zij zijn inzettingen zouden onderhouden, en zijn wetten bewaren. Halleluja.
Psalmen 105:39-45 Het Boek (HTB)
God gaf daarop een wolk die het volk leidde en ʼs nachts had het een vuurzuil als lichtbaken. Toen zij erom vroegen, gaf Hij hun kwartels als vlees te eten. En elke dag was er meer dan voldoende manna, dat uit de hemel naar beneden kwam. Daarvan bakten zij brood. Toen God een rots liet splijten, was er meer dan genoeg water. Er ontstond in die woestijn zelfs een rivier. En dat deed Hij allemaal omdat Hij zijn dienaar Abraham een belofte had gedaan. God was blij toen Hij zijn volk uitleidde, alle mensen van Israël trouwens ook, zij zongen het uit. Hij gaf zijn volk het land van de volken die eerst in Kanaän woonden. Zij konden er zo van oogsten. Wel verlangde God van hen dat zij zijn geboden zouden naleven en zijn wet trouw zouden navolgen. Prijs de HERE!
Psalmen 105:39-45 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Hij breidde een wolk uit tot een deksel, en vuur om den nacht te verlichten. Zij baden, en Hij deed kwakkelen komen, en Hij verzadigde hen met hemels brood. Hij opende een steenrots, en er vloeiden wateren uit, die gingen door de dorre plaatsen als een rivier. Want Hij dacht aan Zijn heilig woord, aan Abraham, Zijn knecht. Alzo voerde Hij Zijn volk uit met vrolijkheid, Zijn uitverkorenen met gejuich. En Hij gaf hun de landen der heidenen, zodat zij in erfenis bezaten den arbeid der volken; Opdat zij Zijn inzettingen onderhielden, en Zijn wetten bewaarden. Hallelujah!
Psalmen 105:39-45 BasisBijbel (BB)
Hij bedekte hen met een wolk. 's Nachts gaf Hij hen licht met een vuur. Toen ze Hem om eten vroegen, liet Hij vogels komen. Ook gaf Hij hen brood uit de hemel. Er was meer dan genoeg voor iedereen. Hij spleet de rots en er stroomde water uit. Een rivier stroomde door de dorre woestijn. Want Hij hield Zich aan de belofte die Hij aan zijn dienaar Abraham had gedaan. Hij redde zijn volk uit Egypte. Zingend en juichend gingen de mensen mee. Hij gaf hun de landen van andere volken. Alles waar anderen hard voor gewerkt hadden, was nu voortaan van hen. In dat land moesten ze zich aan zijn wetten houden en Hem gehoorzaam zijn. Prijs de Heer! Halleluja!