Psalmen 104:14-27
Psalmen 104:14-27 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Hij doet het gras uitspruiten voor de beesten, en het kruid tot dienst des mensen, doende het brood uit de aarde voortkomen. En den wijn, die het hart des mensen verheugt, doende het aangezicht blinken van olie; en het brood, dat het hart des mensen sterkt. De bomen des HEEREN worden verzadigd, de cederbomen van Libanon, die Hij geplant heeft; Alwaar de vogeltjes nestelen; des ooievaars huis zijn de dennebomen. De hoge bergen zijn voor de steenbokken; de steenrotsen zijn een vertrek voor de konijnen. Hij heeft de maan gemaakt tot de gezette tijden, de zon weet haar ondergang. Gij beschikt de duisternis, en het wordt nacht, in denwelken al het gedierte des wouds uittreedt: De jonge leeuwen, briesende om een roof, en om hun spijs van God te zoeken. De zon opgaande, maken zij zich weg, en liggen neder in hun holen. De mens gaat dan uit tot zijn werk, en naar zijn arbeid tot den avond toe. Hoe groot zijn Uw werken, o HEERE! Gij hebt ze alle met wijsheid gemaakt; het aardrijk is vol van Uw goederen. Deze zee, die groot en wijd van ruimte is, daarin is het wriemelende gedierte, en dat zonder getal, kleine gedierten met grote. Daar wandelen de schepen, en de Leviathan, dien Gij geformeerd hebt, om daarin te spelen. Zij allen wachten op U, dat Gij hun hun spijze geeft te zijner tijd.
Psalmen 104:14-27 Herziene Statenvertaling (HSV)
Hij doet het gras groeien voor de dieren, het gewas ten dienste van de mens. Hij brengt voedsel uit de aarde voort: wijn, die het hart van de sterveling verblijdt, olie, die zijn gezicht doet glanzen, en brood, dat het hart van de sterveling versterkt. De bomen van de HEERE worden verzadigd, de ceders van de Libanon, die Hij geplant heeft. Daar nestelen de vogeltjes, de cipressen zijn het huis voor de ooievaar. De hoge bergen zijn voor de steenbokken, de rotsen zijn een toevluchtsoord voor de klipdassen. Hij heeft de maan gemaakt voor de vaste tijden, de zon weet wanneer hij ondergaat. U brengt de duisternis teweeg en het wordt nacht; daarin gaan alle dieren in het woud naar buiten. De jonge leeuwen brullen om een prooi en verlangen van God hun voedsel. Wanneer de zon opgaat, trekken ze zich terug en leggen zich neer in hun holen. De mens gaat dan op weg naar zijn werk, naar zijn dienstwerk, tot de avond toe. Hoe groot zijn Uw werken, HEERE, U hebt alles met wijsheid gemaakt, de aarde is vol van Uw rijkdommen. Daar ligt de zee, groot en wijd uitgestrekt; daar leeft krioelend gedierte, niet te tellen, kleine dieren en grote. Daar varen de schepen, daar gaat de Leviathan, die U gevormd hebt om hem erin te laten spelen. Zij allen wachten op U, dat U hun voedsel geeft op zijn tijd.
Psalmen 104:14-27 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Hij doet het gras ontspruiten voor het vee, het groene kruid ter bewerking door de mens, brood uit de aarde voortbrengende en wijn, die het hart des mensen verheugt, het aangezicht doende glanzen van olie; ja, brood, dat het hart des mensen versterkt. De bomen des HEREN worden verzadigd, de ceders van de Libanon, die Hij heeft geplant, waar de vogels nestelen. Des ooievaars huis zijn de cypressen, de hoge bergen zijn voor de steenbokken, de rotsen een schuilplaats voor de klipdassen. Hij heeft de maan gemaakt voor de vaste tijden, de zon kent de tijd van haar ondergang. Beschikt Gij duisternis, dan wordt het nacht, dan roert zich al het gedierte van het woud; de jonge leeuwen brullen om roof en begeren hun spijze van God. Gaat de zon op, dan trekken zij zich terug en leggen zich neer in hun holen. De mens gaat dan uit tot zijn werk, en naar zijn arbeid tot de avond toe. Hoe talrijk zijn uw werken, o HERE, Gij hebt ze alle met wijsheid gemaakt; de aarde is vol van uw schepselen. Daar is de zee, groot en wijd uitgestrekt, waarin gewemel is, zonder tal, kleine zowel als grote dieren; daar gaan de schepen, de Leviatan, die Gij geformeerd hebt om ermee te spelen. Zij alle wachten op U, dat Gij hun spijze geeft te rechter tijd
Psalmen 104:14-27 Het Boek (HTB)
God laat het gras groeien als voedsel voor het vee. Ook andere gewassen voor de mensen, zodat zij brood kunnen eten. Ook de wijn komt zo uit de aarde voort, die doet de mensen goed. Ja, door brood en wijn worden de mensen gezond en sterk. De ceders in de Libanon zijn van de HERE. Ook zij ontvangen ruim voldoende water. De vogels nestelen erin. De ooievaars hebben hun nesten in de cipressen. Hoog in de bergen leven de steenbokken en de klipdassen kunnen veilig wonen op de rotsen. God laat de maan en de zon op hun vaste tijden opgaan en ondergaan. Wanneer U de duisternis laat invallen, begint de nacht en alle dieren laten van zich horen. Jonge leeuwen willen op jacht naar voedsel, zij vragen God hun eten te geven. Wanneer het ʼs morgens licht wordt, gaan zij slapen in hun hol. Dan beginnen de mensen te leven en te werken tot de avond valt. U hebt zo geweldig veel gemaakt, HERE. U hebt alles met wijsheid gemaakt. De hele aarde is vol van uw schepping. De zee bijvoorbeeld, groot en uitgestrekt ligt zij daar vol kleine en grote dieren, ontelbaar zijn ze. Er varen schepen op. Het grote zeemonster Leviatan leeft in de zee, hij is als speelgoed voor U. Alles wacht op U. U geeft elk dier op zijn tijd te eten.
Psalmen 104:14-27 BasisBijbel (BB)
U laat gras groeien voor het vee en planten voor de mensen. Zo leven de mensen van wat er op aarde groeit. Ze hebben wijn om hen vrolijk te maken, olijf-olie om zich mee te verzorgen, brood om sterk en gezond te blijven. De bomen op de Libanon, door U geplant, hebben water in overvloed. De vogels bouwen er hun nesten. De ooievaars wonen in de cipressen. In de hoge bergen wonen de steenbokken. Tussen de rotsen schuilen de klipdassen. U heeft de maan gezegd wanneer hij moet opkomen. De zon weet precies wanneer ze moet ondergaan. Als U de duisternis stuurt, wordt het nacht. Dan komen de wilde dieren tevoorschijn. De leeuwen vragen U om eten. Brullend gaan ze op jacht. Als de zon opkomt, verbergen zij zich weer. Ze kruipen in hun holen. Dan gaan de mensen aan het werk. Ze werken tot de avond. Wat heeft U alles toch mooi gemaakt, Heer! Alles zit zo knap en zo wijs in elkaar! De aarde is vol met de prachtige dingen die U heeft gemaakt. De grote wijde zee, vol met ontelbare dieren, kleine en grote. Daar varen de schepen, daar spelen de zeemonsters die U heeft gemaakt. Alle dieren vertrouwen er op dat U hun op tijd te eten geeft.