Psalmen 101:2-4
Psalmen 101:2-4 Het Boek (HTB)
Ik zorg ervoor dat ik zuiver leef. Komt U naar mij toe? Ik leef oprecht en eerlijk. Ik denk niet aan onzuivere dingen. Ik haat de levenswandel van de zondaars. Daar houd ik mij verre van. Iemand met een zondig hart moet ver van mij wegblijven en misdadigers wil ik niet kennen.
Psalmen 101:2-4 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Ik zal verstandelijk handelen in den oprechten weg; wanneer zult Gij tot mij komen? Ik zal in het midden mijns huizes wandelen, in oprechtigheid mijns harten. Ik zal geen Belials-stuk voor mijn ogen stellen; ik haat het doen der afvalligen, het zal mij niet aankleven. Het verkeerde hart zal van mij wijken; den boze zal ik niet kennen.
Psalmen 101:2-4 Herziene Statenvertaling (HSV)
Ik zal verstandig handelen, op de volmaakte weg. Wanneer zult U tot mij komen? Ik zal binnen mijn huis wandelen met een oprecht hart. Ik zal mij geen verdorven praktijken voor ogen stellen. Ik haat wat de afvalligen doen, hun daden zullen zich niet aan mij hechten. Het slinkse hart zal ver van mij weggaan, de kwaaddoener zal ik niet kennen.
Psalmen 101:2-4 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Ik wil acht geven op een onberispelijke wandel. Wanneer zult Gij tot mij komen? Ik wandel in oprechtheid mijns harten in mijn huis; ik stel geen schandelijke dingen voor mijn ogen; ik haat het doen der afvalligen, het kleeft mij niet aan. Een verkeerd hart wijke verre van mij, de boze wil ik niet kennen.