Psalmen 1:1-5
Psalmen 1:1-5 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Het is heerlijk als je niet luistert naar de raad van mensen die zich niets van God aantrekken, als je niet omgaat met slechte mensen, als je niet meedoet met mensen die lachen om God. Het is heerlijk als je geniet van Gods wet, en daar dag en nacht over nadenkt. Want daardoor zul je lijken op een boom die aan het water is geplant, waar vruchten aan groeien als het daar de tijd voor is en waarvan de bladeren nooit verdrogen. Je zal succes hebben bij alles wat je doet. Maar zo gaat het niet met de mensen die zich niets van God aantrekken. Zij zullen lijken op stof dat door de wind wordt weggeblazen. Als God komt rechtspreken over de mensen, blijft er niets van hen over. De slechte mensen worden dan gescheiden van de mensen die leven zoals God het wil.
Psalmen 1:1-5 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Welgelukzalig is de man, die niet wandelt in den raad der goddelozen, noch staat op den weg der zondaren, noch zit in het gestoelte der spotters; Maar zijn lust is in des HEEREN wet, en hij overdenkt Zijn wet dag en nacht. Want hij zal zijn als een boom, geplant aan waterbeken, die zijn vrucht geeft op zijn tijd, en welks blad niet afvalt; en al wat hij doet, zal wel gelukken. Alzo zijn de goddelozen niet, maar als het kaf, dat de wind henendrijft. Daarom zullen de goddelozen niet bestaan in het gericht, noch de zondaars in de vergadering der rechtvaardigen.
Psalmen 1:1-5 Herziene Statenvertaling (HSV)
Welzalig de man die niet wandelt in de raad van de goddelozen, die niet staat op de weg van de zondaars, die niet zit op de zetel van de spotters, maar die zijn vreugde vindt in de wet van de HEERE en Zijn wet dag en nacht overdenkt. Want hij zal zijn als een boom, geplant aan waterbeken, die zijn vrucht geeft op zijn tijd, waarvan het blad niet afvalt; al wat hij doet, zal goed gelukken. Maar zo zijn de goddelozen niet: die zijn juist als het kaf, dat de wind wegblaast. Daarom blijven de goddelozen niet staande in het gericht, de zondaars niet in de gemeenschap van de rechtvaardigen.
Psalmen 1:1-5 Het Boek (HTB)
Gelukkig is de mens die in de wandeling niet luistert naar de raad van slechte mensen, die niet blijft stilstaan op de weg van de zondaars en vermijdt te zitten bij hen die met God spotten. Integendeel, het is voor hem een vreugde te doen wat de HERE van hem vraagt, dag en nacht is hij bezig met zijn woord. Hij lijkt op een boom die aan de oever van een beek staat. Wanneer het jaargetijde ervoor aanbreekt, draagt hij volop vrucht en zijn bladeren verwelken niet. Alles wat deze mens onderneemt, is een succes. Bij de zondaars ligt het echter anders! Die waaien uiteen als het kaf in de wind. Op de dag van het oordeel zullen zij niet veilig zijn, zij kunnen dan immers niet standhouden te midden van Gods trouwe volgelingen!
Psalmen 1:1-5 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Welgelukzalig is de man, die niet wandelt in den raad der goddelozen, noch staat op den weg der zondaren, noch zit in het gestoelte der spotters; Maar zijn lust is in des HEEREN wet, en hij overdenkt Zijn wet dag en nacht. Want hij zal zijn als een boom, geplant aan waterbeken, die zijn vrucht geeft op zijn tijd, en welks blad niet afvalt; en al wat hij doet, zal wel gelukken. Alzo zijn de goddelozen niet, maar als het kaf, dat de wind henendrijft. Daarom zullen de goddelozen niet bestaan in het gericht, noch de zondaars in de vergadering der rechtvaardigen.
Psalmen 1:1-5 Herziene Statenvertaling (HSV)
Welzalig de man die niet wandelt in de raad van de goddelozen, die niet staat op de weg van de zondaars, die niet zit op de zetel van de spotters, maar die zijn vreugde vindt in de wet van de HEERE en Zijn wet dag en nacht overdenkt. Want hij zal zijn als een boom, geplant aan waterbeken, die zijn vrucht geeft op zijn tijd, waarvan het blad niet afvalt; al wat hij doet, zal goed gelukken. Maar zo zijn de goddelozen niet: die zijn juist als het kaf, dat de wind wegblaast. Daarom blijven de goddelozen niet staande in het gericht, de zondaars niet in de gemeenschap van de rechtvaardigen.
Psalmen 1:1-5 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Welzalig de man die niet wandelt in de raad der goddelozen, die niet staat op de weg der zondaars, noch zit in de kring der spotters; maar aan des HEREN wet zijn welgevallen heeft, en diens wet overpeinst bij dag en bij nacht. Want hij is als een boom, geplant aan waterstromen, die zijn vrucht geeft op zijn tijd, welks loof niet verwelkt; – al wat hij onderneemt, gelukt. Niet alzo de goddelozen: die toch zijn als kaf dat de wind verstrooit. Daarom houden de goddelozen geen stand in het gericht, noch de zondaars in de vergadering der rechtvaardigen
Psalmen 1:1-5 Het Boek (HTB)
Gelukkig is de mens die in de wandeling niet luistert naar de raad van slechte mensen, die niet blijft stilstaan op de weg van de zondaars en vermijdt te zitten bij hen die met God spotten. Integendeel, het is voor hem een vreugde te doen wat de HERE van hem vraagt, dag en nacht is hij bezig met zijn woord. Hij lijkt op een boom die aan de oever van een beek staat. Wanneer het jaargetijde ervoor aanbreekt, draagt hij volop vrucht en zijn bladeren verwelken niet. Alles wat deze mens onderneemt, is een succes. Bij de zondaars ligt het echter anders! Die waaien uiteen als het kaf in de wind. Op de dag van het oordeel zullen zij niet veilig zijn, zij kunnen dan immers niet standhouden te midden van Gods trouwe volgelingen!
Psalmen 1:1-5 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Het is heerlijk als je niet luistert naar de raad van mensen die zich niets van God aantrekken, als je niet omgaat met slechte mensen, als je niet meedoet met mensen die lachen om God. Het is heerlijk als je geniet van Gods wet, en daar dag en nacht over nadenkt. Want daardoor zul je lijken op een boom die aan het water is geplant, waar vruchten aan groeien als het daar de tijd voor is en waarvan de bladeren nooit verdrogen. Je zal succes hebben bij alles wat je doet. Maar zo gaat het niet met de mensen die zich niets van God aantrekken. Zij zullen lijken op stof dat door de wind wordt weggeblazen. Als God komt rechtspreken over de mensen, blijft er niets van hen over. De slechte mensen worden dan gescheiden van de mensen die leven zoals God het wil.