Spreuken 30:7-9
Spreuken 30:7-9 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Twee dingen heb ik van U begeerd, onthoud ze mij niet, eer ik sterve; IJdelheid en leugentaal doe verre van mij; armoede of rijkdom geef mij niet; voed mij met het brood mijns bescheiden deels; Opdat ik, zat zijnde, U dan niet verloochene, en zegge: Wie is de HEERE? of dat ik, verarmd zijnde, dan niet stele, en den Naam mijns Gods aantaste.
Spreuken 30:7-9 Herziene Statenvertaling (HSV)
Twee dingen heb ik van U gevraagd, onthoud ze mij niet, voordat ik sterf: Houd valsheid en leugentaal ver van mij. En: geef mij geen armoede of rijkdom, voorzie mij van het mij toegewezen deel aan brood. Anders zou ik, verzadigd, U verloochenen en zeggen: Wie is de HEERE? of anders zou ik, arm geworden, stelen, en de Naam van mijn God aantasten.
Spreuken 30:7-9 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Twee dingen vraag ik van U, onthoud ze mij niet, voordat ik sterf: houd valsheid en leugentaal verre van mij, geef mij armoede noch rijkdom, voed mij met het brood, mij toebedeeld; opdat ik, verzadigd zijnde, U niet verloochene en zegge: Wie is de HERE? noch ook, verarmd zijnde, stele en mij aan de naam van mijn God vergrijpe.
Spreuken 30:7-9 Het Boek (HTB)
God, ik heb twee dingen aan U gevraagd en geef mij die alstublieft voordat ik sterf: houd ongeloof en leugens bij mij weg, geef mij armoe noch rijkdom, maar alleen wat ik nodig heb. Want als ik verzadigd zou zijn, zou ik U misschien verloochenen door te zeggen: ‘Wie is de HERE?’ En als ik arm was, zou ik misschien gaan stelen en daardoor uw naam oneer aandoen.
Spreuken 30:7-9 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Ik vraag maar twee dingen van U. Geef mij die alstublieft, voordat ik sterf: Help me om nooit oneerlijk te zijn en nooit te liegen. Maak mij niet arm en ook niet rijk. Geef me gewoon alle dagen genoeg te eten. Want als ik veel heb, zou ik misschien gaan denken dat ik U niet nodig heb. Ik zou misschien gaan zeggen: "De Heer, wie is dat?" En als ik arm zou zijn, zou ik misschien gaan stelen. Dan zou ik mijn God te schande maken.