Spreuken 28:25-28
Spreuken 28:25-28 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
De hebzuchtige verwekt twist, maar wie op de HERE vertrouwt, wordt overvloedig verkwikt. Wie op eigen hart vertrouwt, is een dwaas; maar wie in wijsheid wandelt, zal ontkomen. Wie de arme geeft, zal geen gebrek lijden; maar wie zijn ogen toesluit, wordt zwaar vervloekt. Als de goddelozen tot macht komen, verschuilen zich de mensen, maar als zij omkomen, nemen de rechtvaardigen toe.
Spreuken 28:25-28 BasisBijbel (BB)
Trotse en eigenwijze mensen veroorzaken ruzies. Maar met mensen die op de Heer vertrouwen, zal het altijd goed gaan. Het is dwaas om op jezelf te vertrouwen. Maar als je je door wijsheid laat leiden, zul je steeds worden gered. Als je aan arme mensen geeft, zul je nooit tekort komen. Maar als je doet alsof je het niet ziet als een ander in nood is, word je vervloekt. Als slechte mensen aan de macht komen, verbergen de mensen zich. Maar als de slechte machthebbers zijn gedood, vind je weer overal goede mensen.
Spreuken 28:25-28 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Die grootmoedig is, verwekt gekijf; maar die op den HEERE vertrouwt, zal vet worden. Die op zijn hart vertrouwt, die is een zot; maar die in wijsheid wandelt, die zal ontkomen. Die den armen geeft, zal geen gebrek hebben; maar die zijn ogen verbergt, zal veel vervloekt worden. Als de goddelozen opkomen, verbergt zich de mens; maar als zij omkomen, vermenigvuldigen de rechtvaardigen.
Spreuken 28:25-28 Herziene Statenvertaling (HSV)
Wie hebzuchtig is, verwekt ruzie, maar wie op de HEERE vertrouwt, wordt verzadigd. Wie op zijn hart vertrouwt, die is een dwaas, maar wie in wijsheid zijn weg gaat, die zal ontkomen. Wie aan de arme geeft, zal geen gebrek hebben, maar wie zijn ogen toesluit, zal veel vervloekt worden. Als goddelozen verschijnen, verbergt een mens zich, maar als zij omkomen, worden rechtvaardigen talrijk.
Spreuken 28:25-28 Het Boek (HTB)
Een onbescheiden mens is een aanstichter van ruzie, maar wie op de HERE vertrouwt, gaat het goed. Wie op eigen oordeel vertrouwt, is een dwaas, maar wie op Gods wijsheid bouwt, ontkomt aan de straf. Wie een arme geeft, zal zelf geen gebrek lijden, maar wie de nood van de armen niet wil zien, zal veelvuldig worden vervloekt. Wanneer de goddelozen aan de macht komen, verbergen de mensen zich uit angst, maar wanneer die goddelozen omkomen, gaat het de rechtvaardigen weer goed.