Spreuken 11:25-26
Spreuken 11:25-26 Het Boek (HTB)
Een weldoener is een zegen en wordt daarvoor rijk beloond en iemand die zijn gaven over anderen uitgiet, zal van het goede worden voorzien. Wie te weinig koren geeft, wordt door het volk vervloekt, maar de verkoper wordt gezegend.
Spreuken 11:25-26 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
De zegenende ziel zal vet gemaakt worden; en die bevochtigt, zal ook zelf een vroege regen worden. Wie koren inhoudt, dien vloekt het volk; maar zegening zal zijn over het hoofd des verkopers.
Spreuken 11:25-26 Herziene Statenvertaling (HSV)
Een zegenende ziel wordt verzadigd, en wie te drinken geeft, die zal ook te drinken krijgen. Het volk vervloekt wie hun koren onthoudt, maar zegening rust er op het hoofd van wie het verkoopt.
Spreuken 11:25-26 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
De zegenende ziel wordt overvloedig verkwikt, wie laaft, wordt ook zelf gelaafd. Wie koren achterhoudt, hem vloekt het volk; maar zegening daalt neer op het hoofd van de verkoper.