Spreuken 11:23-28
Spreuken 11:23-28 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
De begeerte der rechtvaardigen is alleenlijk het goede; maar de verwachting der goddelozen is verbolgenheid. Er is een, die uitstrooit, denwelken nog meer toegedaan wordt; en een, die meer inhoudt dan recht is, maar het is tot gebrek. De zegenende ziel zal vet gemaakt worden; en die bevochtigt, zal ook zelf een vroege regen worden. Wie koren inhoudt, dien vloekt het volk; maar zegening zal zijn over het hoofd des verkopers. Wie het goede vroeg nazoekt, zoekt welgevalligheid; maar wie het kwade natracht, dien zal het overkomen. Wie op zijn rijkdom vertrouwt, die zal vallen; maar de rechtvaardigen zullen groenen als loof.
Spreuken 11:23-28 Herziene Statenvertaling (HSV)
Het verlangen van rechtvaardigen is alleen het goede, maar de hoop van goddelozen is verbolgenheid. Er zijn er die mild uitdelen en nog meer ontvangen, en er zijn er die meer inhouden dan rechtmatig is, maar het is tot gebrek. Een zegenende ziel wordt verzadigd, en wie te drinken geeft, die zal ook te drinken krijgen. Het volk vervloekt wie hun koren onthoudt, maar zegening rust er op het hoofd van wie het verkoopt. Wie het goede nastreeft, zoekt welgevallen, maar wie het kwade najaagt, die zal het overkomen. Wie op zijn rijkdom vertrouwt, die zal ten val komen, maar de rechtvaardigen zullen groeien als loof.
Spreuken 11:23-28 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Wat de rechtvaardigen wensen, brengt enkel geluk; wat de goddelozen hopen, loopt uit op toorn. Er zijn er, die uitstrooien en toch nog meer verkrijgen; terwijl anderen meer inhouden dan recht is en toch gebrek lijden. De zegenende ziel wordt overvloedig verkwikt, wie laaft, wordt ook zelf gelaafd. Wie koren achterhoudt, hem vloekt het volk; maar zegening daalt neer op het hoofd van de verkoper. Wie het goede nastreeft, zoekt welbehagen; maar wie het kwade najaagt, hem zal het overkomen. Wie op zijn rijkdom vertrouwt, die zal vallen; maar als fris loof zullen de rechtvaardigen uitspruiten.
Spreuken 11:23-28 Het Boek (HTB)
Rechtvaardige mensen hopen alleen op het goede, maar goddeloze mensen staat Gods toorn te wachten. Gulle en goedgeefse mensen krijgen toch steeds meer, maar wie gierig is, wordt steeds armer. Een weldoener is een zegen en wordt daarvoor rijk beloond en iemand die zijn gaven over anderen uitgiet, zal van het goede worden voorzien. Wie te weinig koren geeft, wordt door het volk vervloekt, maar de verkoper wordt gezegend. Wie ijverig goed doet, zal goed ontmoeten, maar wie het kwade doet, krijgt het op zijn eigen hoofd terug. Wie op zijn rijkdom vertrouwt, komt ten val, maar wie dat niet doet, is rechtvaardig en het zal hem voor de wind gaan.
Spreuken 11:23-28 BasisBijbel (BB)
Goede mensen willen alleen het goede doen. Maar slechte mensen hebben alleen maar straf te verwachten. Mensen die gul zijn, krijgen steeds meer. Maar mensen die alles voor zichzelf willen houden, komen altijd tekort. Als je goed bent voor anderen, zal het ook met jou goed gaan. Als je anderen helpt, zul je zelf ook geholpen worden. Als je je oogst voor jezelf houdt, vervloeken de mensen je. Maar als je je oogst verkoopt, zijn de mensen blij met je. Als je probeert om altijd het goede te doen, zal God goed voor je zijn. Maar als je altijd kwaad wil doen, zal het kwaad je treffen. Als je op je rijkdom vertrouwt, zul je vallen als een dor blad. Maar als je op God vertrouwt, zul je groeien als een sterke plant.