Filippenzen 4:14-20
Filippenzen 4:14-20 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Nochtans hebt gij wel gedaan, dat gij met mijn verdrukking gemeenschap gehad hebt. En ook gij, Filippensen, weet, dat in het begin des Evangelies, toen ik van Macedonië vertrokken ben, geen Gemeente mij iets medegedeeld heeft tot rekening van uitgaaf en ontvangst, dan gij alleen. Want ook in Thessalonica hebt gij mij èn eenmaal èn andermaal gezonden, tot nooddruft. Niet dat ik de gave zoek, maar ik zoek de vrucht, die overvloedig is tot uw rekening. Maar ik heb alles ontvangen, en ik heb overvloed; ik ben vervuld geworden, als ik van Epafroditus ontvangen heb, dat van u gezonden was, als een welriekende reuk, een aangename offerande, Gode welbehagelijk. Doch mijn God zal naar Zijn rijkdom vervullen al uw nooddruft, in heerlijkheid, door Christus Jezus. Onzen God nu en Vader zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen.
Filippenzen 4:14-20 Herziene Statenvertaling (HSV)
Toch hebt u er goed aan gedaan dat u gedeeld hebt in mijn verdrukking. En ook u, Filippenzen, weet dat in het begin van het Evangelie, toen ik uit Macedonië vertrok, geen enkele gemeente mijn deelgenoot werd in de rekening van uitgave en ontvangst, dan u alleen. Want ook in Thessalonica hebt u mij een- en andermaal iets gestuurd voor wat ik nodig had. Niet dat ik de gave zoek, maar ik zoek de vrucht die op uw rekening toeneemt. Maar ik heb alles ontvangen en ik heb overvloed; ik ben geheel voorzien, nu ik door middel van Epafroditus ontvangen heb wat door u gezonden was, als een aangename geur, een welgevallig offer, welbehaaglijk voor God. Maar mijn God zal u, overeenkomstig Zijn rijkdom, voorzien van alles wat u nodig hebt, in heerlijkheid, door Christus Jezus. Onze God en Vader nu zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen.
Filippenzen 4:14-20 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Toch hebt gij er goed aan gedaan, te delen in mijn verdrukking. Gij weet het zelf ook wel, Filippenzen; in het begin van mijn evangelieprediking, toen ik uit Macedonië vertrok, heeft geen enkele gemeente met mij in rekening van uitgave en ontvangst gestaan dan gij alleen. Want ook te Tessalonica hebt gij mij een en andermaal ondersteuning gezonden. Niet, dat het mij om de gave te doen zou zijn, maar het is mij te doen om de opbrengst, die als een tegoed op uw rekening aangroeit. Nu is alles voldaan en ik ben rijkelijk voorzien; alles is aangezuiverd, nu ik van Epafroditus het door u gezondene ontvangen heb, een welriekend, een aangenaam, Gode welgevallig offer. Mijn God zal in al uw behoeften naar zijn rijkdom heerlijk voorzien, in Christus Jezus. Onze God en Vader nu zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid! Amen.
Filippenzen 4:14-20 Het Boek (HTB)
Hoe dan ook, het is goed dat u de druk waaronder ik leef, hebt verlicht. Beste Filippenzen, u weet immers nog goed dat in het begin van mijn werk voor de verbreiding van het goede nieuws u de enige gemeente was die mij geregeld een gift stuurde nadat ik uit uw streek, Macedonië, vertrokken was. Zelfs toen ik in Thessalonica was, hebt u mij nog twee keer iets gestuurd om mij te helpen. Nu gaat het mij niet om de gift op zich, maar wel om uw goede werk waardoor uw hemelse beloning steeds groter wordt. Ik heb de hele gift ontvangen en heb momenteel meer dan voldoende. Voorlopig kom ik niets tekort nu Epafroditus mij uw gaven heeft overhandigd. Zij zijn een heerlijk geurend offer, aangenaam voor God. Mijn God zal uit zijn rijkdom in Christus Jezus u alles geven wat u nodig hebt. Alle eer is voor God, onze Vader, voor altijd en eeuwig. Amen.
Filippenzen 4:14-20 BasisBijbel (BB)
Toch was het goed dat jullie mij hebben geholpen toen ik het moeilijk had. Toen ik nog maar pas begonnen was met het brengen van het goede nieuws, heeft na mijn vertrek uit Macedonië geen één gemeente mij geld gegeven. Alleen jullie. Dat weten jullie wel. Want ook toen ik in Tessalonika was, hebben jullie mij twee keer geld gestuurd. Toch gaat het mij niet om het geschenk. Het gaat mij er om dat jullie er een grote hemelse beloning voor zullen krijgen. Ik heb alles ontvangen. Ik heb meer dan genoeg nu ik van Epafroditus het geld heb gekregen dat jullie hebben gestuurd. God is erg blij met dat geschenk. Het is als een offer aan Hem. Mijn God zal jullie in alles overvloedig geven wat jullie nodig hebben. Want Hij geeft overvloedig omdat Hij Zelf overvloedig bezit. Hij geeft ons in Jezus Christus van zijn rijkdom. Alle eer is voor onze God en Vader, voor eeuwig! Amen! Zo is het!