Obadja 1:19-21
Obadja 1:19-21 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
En die van het zuiden zullen Ezau’s gebergte, en die van de laagte zullen de Filistijnen erfelijk bezitten; ja, zij zullen het veld van Efraïm en het veld van Samaria erfelijk bezitten; en Benjamin Gilead. En de gevankelijk weggevoerden van dit heir der kinderen Israëls, hetgeen der Kanaänieten was, tot Zarfath toe; en de gevankelijk weggevoerden van Jeruzalem, hetgeen in Sefarad is, zij zullen de steden van het zuiden erfelijk bezitten. En er zullen heilanden op den berg Sions opkomen, om Ezau’s gebergte te richten; en het koninkrijk zal des HEEREN zijn.
Obadja 1:19-21 BasisBijbel (BB)
De mensen uit het zuiden zullen in de bergen van Edom gaan wonen. De mensen uit de vlakte zullen in het land van de Filistijnen gaan wonen, in het veld van Efraïm en het veld van Samaria. Het zal van hen zijn. En de stam van Benjamin zal in Gilead gaan wonen. Het zal van hem zijn. De Israëlieten die terugkomen van hun gevangenschap, zullen in het land van de Kanaänieten gaan wonen, tot bij Zarfat. En de bewoners van Jeruzalem die gevangen in Sefarat hebben gewoond, zullen in de steden van het zuiden gaan wonen. Die steden zullen van hen zijn. Redders zullen de berg Sion beklimmen om over het land van Ezau recht te spreken. En de Heer zal Koning zijn.
Obadja 1:19-21 Herziene Statenvertaling (HSV)
Het Zuiderland zal het gebergte van Ezau in bezit nemen, en het Laagland het gebied van de Filistijnen; ja, zij zullen het gebied van Efraïm en het gebied van Samaria in bezit nemen; en Benjamin dat van Gilead. En de ballingen van dit leger van de Israëlieten zullen dat wat van de Kanaänieten was, tot aan Zarfath in bezit nemen; de ballingen van Jeruzalem die in Sefarad zijn, zullen de steden van het Zuiderland in bezit nemen. Verlossers zullen de berg Sion opgaan om het bergland van Ezau te oordelen, en het koningschap zal van de HEERE zijn.
Obadja 1:19-21 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Dan zal het Zuiderland het gebergte van Esau in bezit nemen, en de Laagte het land der Filistijnen; zij zullen het veld van Efraïm en het veld van Samaria in bezit nemen, en Benjamin Gilead; de ballingen van dit leger der Israëlieten het land der Kanaänieten tot Sarefat toe; en de ballingen van Jeruzalem, die zich in Sefarad bevinden, zullen de steden van het Zuiden in bezit nemen. Verlossers zullen de berg Sion bestijgen om over het gebergte van Esau gericht te oefenen, en het koningschap zal zijn aan de HERE.
Obadja 1:19-21 Het Boek (HTB)
Dan zal mijn volk dat in de Negev woont, het berggebied van Edom in bezit nemen. Die in het laagland wonen, zullen het land van de Filistijnen innemen en weer beslag leggen op de velden van Efraïm en Samaria. En het volk van Benjamin zal Gilead weer in bezit nemen. De Israëlitische ballingen zullen terugkeren en het land van de Kanaänieten tot Zarfath in het noorden bezetten. En de mensen uit Jeruzalem die in ballingschap waren in Sefarad in Klein-Azië, zullen terugkeren naar hun vaderland en de steden aan de rand van de Negev veroveren. Want verlossers zullen naar de berg Sion komen en heersen over heel Edom. En de HERE zal koning zijn!’