Marcus 15:21-39
Marcus 15:21-39 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
En ze grepen een man die voorbij kwam en die net van zijn land kwam. Ze dwongen hem om Jezus' kruis te dragen. Dat was Simon uit Cyrene, de vader van Alexander en Rufus. Ze brachten Hem naar de plek die Golgota heet. Dat betekent 'Schedelplaats.' Ze wilden Hem wijn gemengd met mirre te drinken geven. Maar Hij wilde die niet drinken. Toen spijkerden ze Hem aan het kruis. En ze verdeelden zijn kleren door erom te loten. Het was negen uur 's morgens toen ze Hem aan het kruis hingen. Boven zijn hoofd hing een bord waarop stond waarom Hij de doodstraf had gekregen. Er stond op: 'De koning van de Joden.' Samen met Hem kruisigden ze twee moordenaars. De één links en de ander rechts van Hem. Zo gebeurde wat al in de Boeken stond: 'Hij werd als een misdadiger behandeld.' De mensen die voorbij kwamen, scholden Hem uit. Ze schudden spottend hun hoofd en zeiden: "Hé, Jij die de tempel afbreekt en in drie dagen weer opbouwt! Red Jezelf en kom van dat kruis af!" De leiders van de priesters en de wetgeleerden zeiden hetzelfde. Ze zeiden ook: "Anderen heeft Hij gered, maar Zichzelf kan Hij niet redden. Laat de Messias, de koning van Israël, maar eens van dat kruis af komen! Dan zullen we in Hem geloven." Ook de mannen die samen met Hem waren gekruisigd zeiden zulke dingen tegen Hem. Vanaf ongeveer twaalf uur werd het helemaal donker in het hele land. Dat duurde tot ongeveer drie uur 's middags. Toen riep Jezus luid: "Eloï, Eloï, lama sabachtani!" Dat betekent: 'God, mijn God, waarom heeft U Mij verlaten?' Een paar mensen die erbij stonden, zeiden: "Hoor, Hij roept Elia!" Eén van de mensen liep naar Hem toe. Hij doopte een spons in zure wijn, stak die op een stok en gaf Hem te drinken. Hij zei: "Wacht even. Dan zullen we zien of Elia komt om Hem er af te halen." Maar Jezus gaf een luide schreeuw en stierf. Op dat moment scheurde het gordijn in de tempel van boven naar beneden in tweeën. De legerhoofdman die tegenover Jezus stond, zag hoe Jezus stierf. Hij riep uit: "Ja, dit was écht Gods Zoon!"
Marcus 15:21-39 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
En zij dwongen een Simon van Cyréne, die daar voorbijging, komende van den akker, den vader van Alexander en Rufus, dat hij Zijn kruis droeg. En zij brachten Hem tot de plaats Golgotha, hetwelk is, overgezet zijnde, Hoofdschedelplaats. En zij gaven Hem gemirreden wijn te drinken; maar Hij nam dien niet. En als zij Hem gekruisigd hadden, verdeelden zij Zijn klederen, werpende het lot over dezelve, wat een iegelijk wegnemen zou. En het was de derde ure, en zij kruisigden Hem. En het opschrift Zijner beschuldiging was boven Hem geschreven: DE KONING DER JODEN. En zij kruisigden met Hem twee moordenaars, een aan Zijn rechter- en een aan Zijn linkerzijde. En de Schrift is vervuld geworden, die daar zegt: En Hij is met de misdadigers gerekend. En die voorbijgingen, lasterden Hem, schuddende hun hoofden, en zeggende: Ha! Gij, Die den tempel afbreekt, en in drie dagen opbouwt, Behoud Uzelven, en kom af van het kruis. En insgelijks ook de overpriesters, met de Schriftgeleerden, zeiden tot elkander, al spottende: Hij heeft anderen verlost; Zichzelven kan Hij niet verlossen. De Christus, de Koning Israëls, kome nu af van het kruis, opdat wij het zien en geloven mogen. Ook die met Hem gekruist waren, smaadden Hem. En als de zesde ure gekomen was, werd er duisternis over de gehele aarde, tot de negende ure toe. En ter negender ure, riep Jezus met een grote stem, zeggende: ELOÏ, ELOÏ, LAMMA SABACHTANI, hetwelk is, overgezet zijnde: Mijn God, Mijn God! Waarom hebt Gij Mij verlaten? En sommigen van die daarbij stonden, dit horende, zeiden: Ziet, Hij roept Elias. En er liep een, en vulde een spons met edik, en stak ze op een rietstok, en gaf Hem te drinken, zeggende: Houdt stil, laat ons zien, of Elias komt, om Hem af te nemen. En Jezus, een grote stem van Zich gegeven hebbende, gaf den geest. En het voorhangsel des tempels scheurde in tweeën, van boven tot beneden. En de hoofdman over honderd, die daarbij tegenover Hem stond, ziende, dat Hij alzo roepende den geest gegeven had, zeide: Waarlijk, deze Mens was Gods Zoon!
Marcus 15:21-39 Herziene Statenvertaling (HSV)
En zij dwongen een voorbijganger, Simon van Cyrene, die van de akker kwam, de vader van Alexander en Rufus, dat hij Zijn kruis droeg. En zij brachten Hem naar de plaats Golgotha, dat is vertaald: Schedelplaats. En zij gaven Hem met mirre gemengde wijn te drinken, maar Hij nam die niet. En toen zij Hem gekruisigd hadden, verdeelden zij Zijn kleren: door het lot te werpen bepaalden zij wat ieder ervan nemen zou. En het was het derde uur en zij kruisigden Hem. En het opschrift met Zijn beschuldiging was boven Hem geschreven: DE KONING VAN DE JODEN. En zij kruisigden met Hem twee misdadigers, een aan Zijn rechter- en een aan Zijn linkerzijde. En het Schriftwoord is in vervulling gegaan dat zegt: En Hij is onder de misdadigers gerekend. En de voorbijgangers lasterden Hem en schudden hun hoofd en zeiden: Ha! U Die de tempel afbreekt en in drie dagen opbouwt, verlos Uzelf en kom van het kruis af! En evenzo spotten ook de overpriesters, samen met de schriftgeleerden, onder elkaar en zeiden: Anderen heeft Hij verlost, Zichzelf kan Hij niet verlossen. Laat de Christus, de Koning van Israël, nu van het kruis afkomen, opdat wij het zien en gaan geloven. Ook zij die met Hem gekruisigd waren, smaadden Hem. En toen het zesde uur gekomen was, kwam er duisternis over heel de aarde, tot het negende uur toe. En op het negende uur riep Jezus met luide stem: ELOï, ELOï, LAMA SABACHTANI, dat is vertaald: Mijn God, Mijn God, waarom hebt U Mij verlaten? En sommigen van hen die daarbij stonden en dit hoorden, zeiden: Zie, Hij roept Elia. En er snelde iemand toe, vulde een spons met zure wijn, stak die op een rietstok en gaf Hem te drinken, en hij zei: Houd op, laten wij zien of Elia komt om Hem er af te nemen. En roepend met luide stem gaf Jezus de geest. En het voorhangsel van de tempel scheurde in tweeën, van boven tot beneden. En de hoofdman over honderd die daarbij stond, tegenover Hem, en zag dat Hij zo roepend de geest gegeven had, zei: Werkelijk, deze Mens was Gods Zoon!
Marcus 15:21-39 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
En zij presten een voorbijganger om zijn kruis te dragen, een zekere Simon van Cyrene, die van het land kwam, de vader van Alexander en Rufus. En zij brachten Hem op de plaats Golgota, hetgeen betekent Schedelplaats. En zij gaven Hem wijn, met mirre gemengd, doch Hij nam die niet. En zij kruisigden Hem en verdeelden zijn klederen door het lot te werpen, wat ieder ervan krijgen zou. Het was het derde uur, toen zij Hem kruisigden. En het opschrift, dat de beschuldiging tegen Hem vermeldde, luidde: De Koning der Joden. En met Hem kruisigden zij twee rovers, één aan zijn rechterzijde en één aan zijn linkerzijde. [En het schriftwoord is vervuld geworden, dat zegt: En Hij is met de misdadigers gerekend.] En de voorbijgangers spraken lastertaal tegen Hem, schudden hun hoofd en zeiden: Ha, Gij, die de tempel afbreekt en in drie dagen opbouwt, red Uzelf, kom af van het kruis! Evenzo spotten de overpriesters onder elkander samen met de schriftgeleerden, en zij zeiden: Anderen heeft Hij gered, Zichzelf kan Hij niet redden. Laat de Christus, de Koning van Israël, nu afkomen van het kruis, dat wij het zien en geloven. Ook die met Hem gekruisigd waren beschimpten Hem. En toen het zesde uur aangebroken was kwam er duisternis over het gehele land tot het negende uur. En op het negende uur riep Jezus met luider stem: Eloï, Eloï, lama sabachtani, hetgeen betekent: Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten? En sommige van de omstanders, dit horende, zeiden: Zie, Hij roept Elia. En iemand liep toe, drenkte een spons met zure wijn, stak ze op een riet en gaf Hem te drinken, zeggende: Stil, laat ons zien, of Elia komt om Hem eraf te nemen. En Jezus slaakte een luide kreet en gaf de geest. En het voorhangsel van de tempel scheurde in tweeën van boven tot beneden. Toen de hoofdman, die tegenover Hem stond, zag, dat Hij zó de geest gegeven had, zeide hij: Waarlijk, deze mens was een Zoon Gods.
Marcus 15:21-39 Het Boek (HTB)
Simon van Cyrene (de vader van Alexander en Rufus) kwam net van het land. Hij werd gedwongen het kruis van Jezus te dragen. Zo brachten zij Jezus naar de plaats Golgotha. Golgotha betekent Schedelplaats. Daar kreeg Hij wijn met bittere kruiden om de pijn te verzachten, maar Hij weigerde die. Toen kruisigden zij Hem. Zijn kleren verdeelden zij onder elkaar, door erom te dobbelen. Dat was om negen uur ʼs morgens. Aan het kruis hing een bordje met de beschuldiging. ‘De koning van de Joden’ stond er op. Tegelijk met Hem werden twee misdadigers gekruisigd, de een links en de ander rechts van Hem. Daarmee kwam uit wat geschreven staat: ‘Hij werd beschouwd als een misdadiger.’ De mensen die voorbijkwamen, scholden Hem uit en schudden hun hoofd. ‘Moet je Hem zien,’ jouwden zij. ‘Hij zou toch de tempel afbreken en in drie dagen weer opbouwen? Red eerst Uzelf en kom van dat kruis af!’ Ook de leidende priesters en de bijbelgeleerden dreven onderling de spot met Hem. ‘Hij heeft andere mensen gered, maar kan Zichzelf niet eens redden. Zeg, Christus, Koning van Israël! Laat ons eens wat zien en kom van dat kruis af! Dan zullen we in U geloven!’ riepen zij. Zelfs de mannen die met Hem gekruisigd waren, maakten schampere opmerkingen. Om twaalf uur werd het donker in het hele land. Dat duurde een uur of drie. Om drie uur riep Jezus luid: ‘Eloï, Eloï, lama sabachtani?’ Dat betekent: ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt U Mij verlaten?’ Sommige van de mensen die stonden te kijken, zeiden: ‘Luister, Hij roept Elia.’ Een van hen haalde vlug een spons met zure wijn en stak die op een stok om Hem te laten drinken. ‘Wacht,’ zei hij, ‘misschien haalt Elia Hem er wel af.’ Jezus gaf een luide schreeuw en stierf. Het zware gordijn in de tempel scheurde op datzelfde moment van boven naar beneden in tweeën. Toen de Romeinse officier die tegenover het kruis stond, zag hoe Jezus stierf, zei hij: ‘Deze man was beslist een Zoon van God.’