Marcus 13:32-37
Marcus 13:32-37 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Maar van dien dag en die ure weet niemand, noch de engelen, die in den hemel zijn, noch de Zoon, dan de Vader. Ziet toe, waakt en bidt; want gij weet niet, wanneer de tijd is. Gelijk een mens, buiten ‘s lands reizende, zijn huis verliet, en zijn dienstknechten macht gaf, en elk zijn werk, en den deurwachter gebood, dat hij zou waken; Zo waakt dan (want gij weet niet, wanneer de heer des huizes komen zal, des avonds laat, of ter middernacht, of met het hanengekraai, of in den morgenstond); Opdat hij niet onvoorziens kome, en u slapende vinde. En hetgeen Ik u zeg, dat zeg Ik allen: Waakt.
Marcus 13:32-37 Herziene Statenvertaling (HSV)
Maar die dag en dat moment is aan niemand bekend, ook aan de engelen in de hemel niet, ook aan de Zoon niet, maar alleen aan de Vader. Let op: waak en bid, want u weet niet wanneer het de tijd is. Het zal zijn als bij iemand die naar het buitenland ging: hij verliet zijn huis, gaf zijn dienaren volmacht, en gaf aan ieder zijn werk, en gebood de deurwachter waakzaam te zijn. Wees dus waakzaam! Want u weet niet wanneer de heer des huizes komt, 's avonds laat of te middernacht of met het hanengekraai of 's morgens vroeg, opdat hij u niet, als hij plotseling komt, slapend aantreft. En wat Ik tegen u zeg, zeg Ik tegen allen: Wees waakzaam!
Marcus 13:32-37 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Maar van die dag of van die ure weet niemand, ook de engelen in de hemel niet, ook de Zoon niet, alleen de Vader. Ziet toe, blijft waakzaam. Want gij weet niet, wanneer het de tijd is. Gelijk een mens, die buitenslands ging, zijn huis overliet en aan zijn slaven volmacht gaf, aan ieder zijn werk, en de deurwachter opdroeg te waken. Waakt dan, want gij weet niet, wanneer de heer des huizes komen zal, laat in de avond of te middernacht, bij het hanegekraai of des morgens vroeg, opdat hij niet, als hij plotseling komt, u slapende vinde. Wat Ik u zeg, zeg Ik allen: Waakt!
Marcus 13:32-37 Het Boek (HTB)
Maar wanneer, op welke dag en welk uur deze dingen zullen gebeuren, weet niemand. De engelen niet en zelfs Ik niet. Dat weet alleen de Vader. Wees dus op je hoede en houd je ogen open! Want je weet niet op welk moment Ik terugkom! Je kunt het vergelijken met iemand die naar een ander land gaat en zijn knechten op zijn huis laat passen. Ieder van hen krijgt een taak. De portier moet op de uitkijk blijven staan. Kijk dus altijd naar Mij uit, want jullie weten niet wanneer Ik kom. Het kan ʼs avonds zijn of midden in de nacht, tegen de morgen of als de zon al op is. Pas ervoor op dat je niet slaapt als Ik plotseling kom. Wat Ik tegen jullie zeg, zeg Ik tegen iedereen: blijf wakker! Kijk altijd naar Mij uit!’
Marcus 13:32-37 BasisBijbel (BB)
Maar niemand weet wanneer die dag en dat moment zullen zijn. Ook de engelen in de hemel weten dat niet. Ook de Zoon weet het niet. Alleen de Vader weet het. Blijf goed opletten! Blijf bidden! Want jullie weten niet wanneer het tijd is. Je kan het vergelijken met een man die naar het buitenland ging. Hij zei tegen zijn dienaren dat ze goed voor zijn huis moesten zorgen. De dienaren moesten hun werk doen en de deurwachter moest het huis goed bewaken. Let goed op, want jullie weten niet wanneer de Heer van het huis terugkomt: laat in de avond of om middernacht, 's morgens vroeg als de haan kraait of later op de ochtend. Want als Hij plotseling komt, mag Hij jullie niet in slaap vinden. Ik zeg niet alleen tegen jullie, maar tegen iedereen: blijf goed opletten!"