Mattheüs 26:1-5
Mattheüs 26:1-5 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
En het is geschied, als Jezus al deze woorden geëindigd had, dat Hij tot Zijn discipelen zeide: Gij weet, dat na twee dagen het pascha is, en de Zoon des mensen zal overgeleverd worden, om gekruisigd te worden. Toen vergaderden de overpriesters en de Schriftgeleerden, en de ouderlingen des volks, in de zaal des hogepriesters, die genaamd was Kajafas; En zij beraadslaagden te zamen, dat zij Jezus met listigheid vangen en doden zouden. Doch zij zeiden: Niet in het feest, opdat er geen oproer worde onder het volk.
Mattheüs 26:1-5 Herziene Statenvertaling (HSV)
En toen Jezus al deze woorden geëindigd had, gebeurde het dat Hij tegen Zijn discipelen zei: U weet dat over twee dagen het Pascha is, en dan zal de Zoon des mensen overgeleverd worden om gekruisigd te worden. Toen kwamen de overpriesters en de schriftgeleerden en de oudsten van het volk bijeen in het paleis van de hogepriester, die Kajafas heette; en zij overlegden met elkaar om Jezus met list te grijpen en te doden. Zij zeiden echter: Niet tijdens het feest, opdat er geen opschudding onder het volk komt.
Mattheüs 26:1-5 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Toen Jezus dit had verteld, zei Hij tegen zijn leerlingen: "Jullie weten dat het over twee dagen Pasen is. Dan wordt de Mensenzoon gevangen genomen en gekruisigd." En de leiders van de priesters, de wetgeleerden en de leiders van het volk vergaderden met elkaar in het paleis van de hogepriester Kajafas. Ze maakten een plan om Jezus met een list gevangen te nemen en te doden. Maar ze zeiden: "Laten we het niet op het feest doen. Anders komen er nog rellen onder het volk."
Mattheüs 26:1-5 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
En het geschiedde, toen Jezus al deze woorden geëindigd had, dat Hij tot zijn discipelen zeide: Gij weet, dat het over twee dagen Paasfeest is, en alsdan wordt de Zoon des mensen overgeleverd om gekruisigd te worden. Toen kwamen de overpriesters en de oudsten des volks bijeen in het paleis van de hogepriester, genaamd Kajafas, en zij beraamden een plan om Jezus door list in handen te krijgen en te doden. Maar zij zeiden: Niet op het feest, opdat er geen opschudding ontsta onder het volk.
Mattheüs 26:1-5 Het Boek (HTB)
Vervolgens zei Jezus tegen zijn leerlingen: ‘Jullie weten dat het Paasfeest overmorgen begint. Morgen zal Ik, de Mensenzoon, verraden en gekruisigd worden.’ Op dat moment was er in het paleis van hogepriester Kajafas juist een vergadering van de Hoge Raad. Zij probeerden een listige manier te vinden om Jezus gevangen te nemen en te doden. ‘Wij moeten het niet op Pesach, het Joodse Paasfeest doen,’ zeiden sommigen. ‘Want dan ontstaat er vast en zeker een enorme rel!’