Mattheüs 22:1-10
Mattheüs 22:1-10 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
En Jezus, antwoordende, sprak tot hen wederom door gelijkenissen, zeggende: Het Koninkrijk der hemelen is gelijk een zeker koning, die zijn zoon een bruiloft bereid had; En zond zijn dienstknechten uit, om de genoden ter bruiloft te roepen; en zij wilden niet komen. Wederom zond hij andere dienstknechten uit, zeggende: Zegt den genoden: Ziet, ik heb mijn middagmaal bereid; mijn ossen, en de gemeste beesten zijn geslacht, en alle dingen zijn gereed; komt tot de bruiloft. Maar zij, zulks niet achtende, zijn heengegaan, deze tot zijn akker, gene tot zijn koopmanschap. En de anderen grepen zijn dienstknechten, deden hun smaadheid aan, en doodden hen. Als nu de koning dat hoorde, werd hij toornig, en zijn krijgsheiren zendende, heeft die doodslagers vernield, en hun stad in brand gestoken. Toen zeide hij tot zijn dienstknechten: De bruiloft is wel bereid, doch de genoden waren het niet waardig. Daarom gaat op de uitgangen der wegen, en zovelen als gij er zult vinden, roept ze tot de bruiloft. En dezelve dienstknechten, uitgaande op de wegen, vergaderden allen, die zij vonden, beiden kwaden en goeden; en de bruiloft werd vervuld met aanzittende gasten.
Mattheüs 22:1-10 Herziene Statenvertaling (HSV)
En Jezus antwoordde en sprak opnieuw tot hen door gelijkenissen, en zei: Het Koninkrijk der hemelen is gelijk aan een zeker koning die voor zijn zoon een bruiloft bereid had, en hij stuurde zijn dienaren eropuit om de genodigden voor de bruiloft te roepen. Maar zij wilden niet komen. Opnieuw stuurde hij dienaren eropuit, andere, en hij zei: Zeg tegen de genodigden: Zie, ik heb mijn middagmaal gereedgemaakt; mijn ossen en de gemeste dieren zijn geslacht, en alle dingen zijn gereed. Kom naar de bruiloft. Maar zij sloegen er geen acht op en gingen weg, de één naar zijn akker, de ander naar zijn zaken. En de anderen grepen zijn dienaren, behandelden hen smadelijk en doodden hen. Toen de koning dat hoorde, werd hij boos. En hij stuurde zijn legers, bracht die moordenaars om en stak hun stad in brand. Toen zei hij tegen zijn dienaren: De bruiloft is wel bereid, maar de genodigden waren het niet waard. Ga daarom naar de kruispunten van de landwegen en nodig er voor de bruiloft zovelen uit als u er maar zult vinden. En die dienaren gingen naar de wegen, verzamelden allen die zij vonden, zowel slechte als goede mensen; en de bruiloftszaal werd gevuld met gasten.
Mattheüs 22:1-10 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
En Jezus antwoordde en sprak wederom in gelijkenissen tot hen en zeide: Het Koninkrijk der hemelen is gelijk aan een koning, die voor zijn zoon een bruiloft aanrichtte. En hij zond zijn slaven uit om de ter bruiloft genodigden te roepen, doch zij wilden niet komen. Wederom zond hij andere slaven uit, met de boodschap: Zegt de genodigden: Zie, ik heb mijn maaltijd bereid, mijn ossen en gemeste beesten zijn geslacht en alles is gereed; komt tot de bruiloft. Maar zij sloegen er geen acht op en gingen heen, de een naar zijn akker, de ander naar zijn zaken. De overigen grepen zijn slaven, en zij mishandelden en doodden hen. En de koning werd toornig, en hij zond zijn legers uit en verdelgde die moordenaars en stak hun stad in brand. Toen zeide hij tot zijn slaven: De bruiloft is wel gereed, maar de genodigden waren het niet waard. Gaat daarom naar de kruispunten der wegen en nodigt allen, die gij aantreft, tot de bruiloft. En die slaven gingen naar de wegen en verzamelden allen, die zij aantroffen, zowel slechten als goeden. En de bruiloftszaal werd vol met hen, die aanlagen.
Mattheüs 22:1-10 Het Boek (HTB)
Opnieuw richtte Jezus zich tot hen met gelijkenissen. ‘Het Koninkrijk van de hemelen lijkt op een koning die de bruiloft van zijn zoon voorbereidde. Hij stuurde zijn knechten erop uit om de gasten te gaan uitnodigen, maar niemand wilde komen. Daarom stuurde hij andere knechten erop uit om te zeggen: “Alles staat klaar. Het mestvee is geslacht en klaargemaakt, kom vlug naar het huwelijksfeest!” Maar de mensen die uitgenodigd waren, haalden hun schouders op en gingen aan hun werk. De één naar zijn boerderij, de ander naar zijn zaak. Weer anderen grepen de knechten van de koning en mishandelden hen. Sommigen zo erg dat ze stierven. De koning was woedend. Hij stuurde zijn leger erop uit om de moordenaars te doden en hun stad plat te branden. Daarna zei hij tegen zijn knechten: “Het feestmaal is klaar. Maar de mensen die ik had uitgenodigd, waren het niet waard. Ga nu naar de drukste wegen en nodig iedereen uit die je daar ziet.” De knechten gingen de straat op en brachten alle mensen binnen die zij konden vinden, zowel goede als slechte. Al gauw zat de feestzaal vol gasten.
Mattheüs 22:1-10 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Jezus vertelde hun weer iets in de vorm van een verhaal. Hij zei: "Je kan het Koninkrijk van God vergelijken met een koning die voor zijn zoon een bruiloftsfeest organiseerde. Toen hij alles klaar had, stuurde hij zijn dienaren om de gasten te gaan zeggen dat ze konden komen. Maar de gasten wilden niet komen. Hij stuurde andere dienaren naar hen toe die opnieuw moesten zeggen: 'De maaltijd staat klaar. Ik heb de beste dieren geslacht en alles staat klaar. Kom naar de bruiloft.' Maar de mensen hadden geen zin en gingen liever door met hun werk. De één ging naar zijn akker, de ander naar zijn winkel. Weer anderen grepen de dienaren en mishandelden en doodden hen. Toen de koning dat hoorde, werd hij woedend. Hij stuurde zijn leger erop af. Hij liet die moordenaars doden en hun stad in brand steken. Daarna zei hij tegen zijn dienaren: 'Alles is klaar voor het feest. Maar de mensen die ik had uitgenodigd, waren het niet waard om te komen. Ga daarom naar de grote wegen. Nodig iedereen die je daar ziet voor de bruiloft uit.' De dienaren gingen en nodigden iedereen uit, goede en slechte mensen. En ze namen hen mee naar de bruiloft. De feestzaal liep helemaal vol met mensen.