Mattheüs 14:25-29
Mattheüs 14:25-29 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
In de vierde nachtwake kwam Hij tot hen, gaande over de zee. Toen de discipelen Hem over de zee zagen gaan, werden zij verbijsterd en zeiden: Het is een spook! En zij schreeuwden van vrees. Terstond sprak [Jezus] hen aan en zeide: Houdt moed, Ik ben het, weest niet bevreesd! Petrus antwoordde Hem en zeide: Here, als Gij het zijt, beveel mij dan tot U te komen over het water. En Hij zeide: Kom! En Petrus ging uit het schip en liep over het water en ging naar Jezus.
Mattheüs 14:25-29 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Om ongeveer 4 uur 's morgens kwam Jezus naar hen toe, lopend over het meer. Toen de leerlingen Hem over het meer zagen lopen, raakten ze in paniek. Ze riepen: "Een spook!" en ze schreeuwden van angst. Onmiddellijk zei Jezus tegen hen: "Rustig maar! IK BEN het, wees maar niet bang." Petrus antwoordde: "Heer, als U het bent, beveel mij dan om over het water naar U toe te komen!" Jezus zei: "Kom!" Petrus stapte uit de boot en liep over het water naar Jezus toe.
Mattheüs 14:25-29 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Maar ter vierde wake des nachts kwam Jezus af tot hen, wandelende op de zee. En de discipelen, ziende Hem op de zee wandelen, werden ontroerd, zeggende: Het is een spooksel! En zij schreeuwden van vreze. Maar terstond sprak Jezus hen aan, zeggende: Zijt goedsmoeds, Ik ben het, vreest niet. En Petrus antwoordde Hem, en zeide: Heere! indien Gij het zijt, zo gebied mij tot U te komen op het water. En Hij zeide: Kom. En Petrus klom neder van het schip, en wandelde op het water, om tot Jezus te komen.
Mattheüs 14:25-29 Herziene Statenvertaling (HSV)
Maar in de vierde nachtwake kwam Jezus naar hen toe, lopend over de zee. En toen de discipelen Hem over de zee zagen lopen, raakten zij in verwarring en zeiden: Het is een spook! En zij schreeuwden van angst. Maar meteen sprak Jezus hen aan en zei: Heb goede moed, Ik ben het; wees niet bevreesd. Petrus antwoordde Hem en zei: Heere, als U het bent, geef mij dan bevel over het water naar U toe te komen. Hij zei: Kom! En Petrus klom uit het schip en liep op het water om bij Jezus te komen.
Mattheüs 14:25-29 Het Boek (HTB)
Tegen het eind van de nacht liep Jezus over het water naar hen toe. Zij schreeuwden van angst en dachten dat het een spook was. Hij stelde hen gerust. ‘Wees maar niet bang, Ik ben het.’ Petrus riep: ‘Here, als U het werkelijk bent, zeg dan dat ik over het water naar U toe moet komen!’ ‘Kom maar!’ riep Jezus.