Mattheüs 13:1-12,14-23
Mattheüs 13:1-12 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
En te dien dage Jezus, uit het huis gegaan zijnde, zat bij de zee. En tot Hem vergaderden vele scharen, zodat Hij in een schip ging en nederzat, en al de schare stond op den oever. En Hij sprak tot hen vele dingen door gelijkenissen, zeggende: Ziet, een zaaier ging uit om te zaaien. En als hij zaaide, viel een deel van het zaad bij den weg; en de vogelen kwamen en aten datzelve op. En een ander deel viel op steenachtige plaatsen, waar het niet veel aarde had; en het ging terstond op, omdat het geen diepte van aarde had. Maar als de zon opgegaan was, zo is het verbrand geworden; en omdat het geen wortel had, is het verdord. En een ander deel viel in de doornen; en de doornen wiesen op, en verstikten hetzelve. En een ander deel viel in de goede aarde, en gaf vrucht, het een honderd-, het ander zestig-, en het ander dertigvoud. Wie oren heeft om te horen, die hore. En de discipelen tot Hem komende, zeiden tot Hem: Waarom spreekt Gij tot hen door gelijkenissen? En Hij, antwoordende, zeide tot hen: Omdat het u gegeven is, de verborgenheden van het Koninkrijk der hemelen te weten, maar dien is het niet gegeven. Want wie heeft, dien zal gegeven worden, en hij zal overvloediglijk hebben; maar wie niet heeft, van dien zal genomen worden, ook dat hij heeft.
Het Evangelie van Mattheus 13:14-23 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
En in hen wordt de profetie van Jesaja vervuld, die zegt: Met het gehoor zult gij horen, en geenszins verstaan; en ziende zult gij zien, en geenszins bemerken. Want het hart dezes volks is dik geworden, en zij hebben met de oren zwaarlijk gehoord, en hun ogen hebben zij toegedaan; opdat zij niet te eniger tijd met de ogen zouden zien, en met de oren horen, en met het hart verstaan, en zich bekeren, en Ik hen geneze. Doch uw ogen zijn zalig, omdat zij zien, en uw oren, omdat zij horen. Want voorwaar zeg Ik u, dat vele profeten en rechtvaardigen hebben begeerd te zien de dingen, die gij ziet, en hebben ze niet gezien; en te horen de dingen, die gij hoort, en hebben ze niet gehoord. Gij dan, hoort de gelijkenis van den zaaier. Als iemand dat Woord des Koninkrijks hoort, en niet verstaat, zo komt de boze, en rukt weg, hetgeen in zijn hart gezaaid was; deze is degene, die bij den weg bezaaid is. Maar die in steenachtige plaatsen bezaaid is, deze is degene, die het Woord hoort, en dat terstond met vreugde ontvangt; Doch hij heeft geen wortel in zichzelven, maar is voor een tijd; en als verdrukking of vervolging komt, om des Woords wil, zo wordt hij terstond geërgerd. En die in de doornen bezaaid is, deze is degene, die het Woord hoort; en de zorgvuldigheid dezer wereld, en de verleiding des rijkdoms verstikt het Woord, en het wordt onvruchtbaar. Die nu in de goede aarde bezaaid is, deze is degene die het Woord hoort en verstaat, die ook vrucht draagt en voortbrengt, de een honderd-, de ander zestig-, en de ander dertigvoud.
Mattheüs 13:1-12 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Op die dag ging Jezus het huis uit en Hij zat bij de zee. En vele scharen vergaderden zich bij Hem, zodat Hij in een schip ging en daar nederzat, en de gehele schare stond op de oever. En Hij sprak tot hen vele dingen in gelijkenissen en zeide: Zie, een zaaier ging uit om te zaaien. En bij het zaaien viel een deel langs de weg en de vogels kwamen en aten het op. Een ander deel viel op de steenachtige plaatsen, waar het niet veel aarde had, en terstond schoot het op, omdat het geen diepe aarde had, maar toen de zon opkwam, verschroeide het en omdat het geen wortel had, verdorde het. Een ander deel viel op de dorens en de dorens kwamen op en verstikten het. Een ander deel viel in goede aarde en het gaf vrucht, deels honderd-, deels zestig-, deels dertigvoudig. Wie oren heeft, die hore! En de discipelen kwamen en zeiden tot Hem: Waarom spreekt Gij tot hen in gelijkenissen? Hij antwoordde hun en zeide: Omdat het u gegeven is de geheimenissen van het Koninkrijk der hemelen te kennen, maar hun is dat niet gegeven. Want wie heeft, hem zal gegeven worden en hij zal overvloedig hebben; maar wie niet heeft, ook wat hij heeft, zal hem ontnomen worden.
Het evangelie naar Matteüs 13:14-23 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
En aan hen wordt de profetie van Jesaja vervuld, die zegt: Met het gehoor zult gij horen en gij zult het geenszins verstaan, en ziende zult gij zien en gij zult het geenszins opmerken; want het hart van dit volk is vet geworden, en hun oren zijn hardhorend geworden, en hun ogen hebben zij toegesloten, opdat zij niet zien met hun ogen, en met hun oren niet horen, en met hun hart niet verstaan en zich bekeren, en Ik hen zou genezen. Maar uw ogen zijn zalig, omdat zij zien en uw oren, omdat zij horen. Voorwaar, Ik zeg u: Vele profeten en rechtvaardigen hebben begeerd te zien wat gij ziet, en zij hebben het niet gezien, en te horen wat gij hoort, en zij hebben het niet gehoord. Gij nu, hoort de gelijkenis van de zaaier. Bij een ieder, die het woord van het Koninkrijk hoort en het niet verstaat, komt de boze en rooft wat in zijn hart gezaaid is: dat is de langs de weg gezaaide. De op steenachtige plaatsen gezaaide is hij, die het woord hoort en het terstond met blijdschap aanneemt; maar hij heeft geen wortel in zich, doch is iemand van het ogenblik; wanneer echter verdrukking of vervolging komt om der wille van het woord, komt hij terstond ten val. De in de dorens gezaaide is hij, die het woord hoort, en de zorg van de wereld en het bedrog van de rijkdom verstikt het woord en hij wordt onvruchtbaar. De in goede aarde gezaaide is hij, die het woord hoort en verstaat, die dan ook vrucht draagt en oplevert, deels honderd-, deels zestig-, deels dertigvoudig.
Mattheüs 13:1-12 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Diezelfde dag vertrok Jezus van huis en ging bij het meer zitten. Grote groepen mensen kwamen naar Hem toe. Daarom ging Hij in een boot zitten. En Hij sprak vanaf de boot tegen de grote groep mensen die op de kant stond. Hij vertelde hun heel veel dingen in de vorm van verhalen. Hij zei: "Een zaaier ging zaaien.Een deel van het zaad viel langs de weg. Het werd door de vogels opgegeten. Een ander deel viel op rotsgrond, waar het niet veel aarde had. Daardoor kwam het zaad snel op. Maar toen de zon opkwam, ging het dood. Het verdroogde doordat het haast geen wortels had. Een ander deel viel tussen de distels. Toen de distels opkwamen, verstikten die het. Een ander deel viel in goede aarde en er groeide graan aan: op sommige plaatsen 100 keer zo veel, op sommige plaatsen 60 keer zo veel en op sommige plaatsen 30 keer zo veel [ als dat er gezaaid was ]. Als je oren hebt, moet je ook goed luisteren!" Jezus' leerlingen kwamen Hem vragen: "Waarom vertelt U hun alles in de vorm van verhalen?" Hij antwoordde: "Omdat het de bedoeling is dat júllie de geheimen van het Koninkrijk van God zullen begrijpen, maar zíj niet. Want aan mensen die hebben, zal gegeven worden, en ze zullen heel veel hebben. Maar van mensen die niets hebben, zal afgenomen worden wat ze hebben.
Matteüs 13:14-23 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Met hen gebeurt wat de profeet Jesaja vroeger al heeft gezegd: 'Jullie oren zullen het wel horen, maar jullie zullen het helemaal niet begrijpen. En jullie ogen kijken wel, maar wat jullie zien zal niet tot jullie doordringen. Want het hart van dit volk is koppig en ongehoorzaam. Want ze luisteren niet met hun oren. En ze houden hun ogen dicht. Want ze willen niet zien en ze willen niet horen. Ze willen niet begrijpen. Zo zullen ze Mij niet geloven. Daardoor kan Ik hen niet genezen.' Maar het is heerlijk voor jullie dat jullie ogen werkelijk zien en dat jullie oren werkelijk horen. Luister goed! Ik zeg jullie dat veel profeten en mensen die leefden zoals God het wil, zouden hebben willen zien wat jullie zien. Maar ze hebben het niet gezien. En ze zouden hebben willen horen wat jullie horen. Maar ze hebben het niet gehoord." [ Jezus zei: ] "Luister nu. Ik zal jullie uitleggen wat het verhaal van de zaaier betekent. Als je het goede nieuws van het Koninkrijk van God hoort, maar het niet begrijpt, komt de duivel en steelt wat er in je hart was gezaaid. Dat is het zaad dat langs de weg viel. Er zijn ook mensen die het woord [ van God ] horen en het onmiddellijk blij geloven. Dat is het zaad dat op rotsgrond viel. Want het geloof van die mensen heeft geen wortels: hun geloof zit niet diep. Ze geloven wel een tijdje, maar als er problemen en moeilijkheden komen omdat ze het woord geloven, verliezen ze hun geloof. Er zijn ook mensen die het woord horen, maar hun geloof wordt verstikt door de zorgen van de wereld en het verlangen naar geld. Er groeit geen vrucht aan hen. Zij zijn het zaad dat in de distels is gezaaid. Het zaad dat in goede aarde is gevallen, zijn de mensen die het woord horen en begrijpen en aan wie ook vrucht groeit. Bij sommigen 100 keer zo veel, bij sommigen 60 keer zo veel en bij sommigen 30 keer zo veel [ als dat er gezaaid was ]."
Mattheüs 13:1-12 Herziene Statenvertaling (HSV)
Op die dag verliet Jezus het huis en ging bij de zee zitten. En veel menigten verzamelden zich om Hem heen, zodat Hij in een schip ging zitten; en heel de menigte stond op de oever. En Hij sprak tot hen veel dingen door gelijkenissen. Hij zei: Zie, een zaaier ging eropuit om te zaaien. En toen hij zaaide, viel een deel van het zaad langs de weg; en de vogels kwamen en aten dat op. Een ander deel viel op steenachtige plaatsen, waar het niet veel aarde had; en het kwam meteen op, doordat het geen diepte van aarde had. En toen de zon opgegaan was, verschroeide het; en doordat het geen wortel had, verdorde het. Een ander deel viel tussen de dorens; en de dorens kwamen op en verstikten het. En weer een ander deel viel in de goede aarde en gaf vrucht, het ene honderd-, het andere zestig-, en een ander dertigvoudig. Wie oren heeft om te horen, laat hij horen. En de discipelen kwamen naar Hem toe en zeiden tegen Hem: Waarom spreekt U tot hen door gelijkenissen? Hij antwoordde en zei tegen hen: Omdat het u gegeven is de geheimenissen van het Koninkrijk der hemelen te kennen, maar aan hen is het niet gegeven. Want wie heeft, aan hem zal gegeven worden, en hij zal overvloedig hebben; maar wie niet heeft, van hem zal afgenomen worden zelfs wat hij heeft.
Mattheüs 13:14-23 Herziene Statenvertaling (HSV)
En in hen wordt de profetie van Jesaja vervuld die zegt: Met het gehoor zult u horen, maar beslist niet begrijpen; en ziende zult u zien, maar beslist niet opmerken. Want het hart van dit volk is vet geworden, en zij hebben met de oren slecht gehoord, en hun ogen hebben zij dichtgedaan, opdat zij niet op enig moment met de ogen zouden zien en met de oren horen en met het hart begrijpen, en zij zich zouden bekeren en Ik hen zou genezen. Maar uw ogen zijn zalig omdat zij zien, en uw oren omdat zij horen. Want voorwaar, Ik zeg u dat veel profeten en rechtvaardigen verlangd hebben te zien wat u ziet, en zij hebben het niet gezien; en te horen wat u hoort, en zij hebben het niet gehoord. Luistert ú dan naar de gelijkenis van de zaaier. Als iemand het Woord van het Koninkrijk hoort en het niet begrijpt, dan komt de boze en rukt weg wat in zijn hart gezaaid was; dat is hij bij wie langs de weg gezaaid is. Maar bij wie op de steenachtige grond gezaaid is, dat is hij die het Woord hoort en dat meteen met vreugde ontvangt. Hij heeft echter geen wortel in zichzelf, maar hij is iemand van het ogenblik; en als er verdrukking of vervolging komt omwille van het Woord, struikelt hij meteen. En bij wie in de dorens gezaaid is, dat is hij die het Woord hoort; maar de zorgen van deze wereld en de verleiding van de rijkdom verstikken het Woord, en het wordt onvruchtbaar. Bij wie in de goede aarde gezaaid is, dat is hij die het Woord hoort en begrijpt, die ook vrucht draagt en voortbrengt, de één honderd-, de ander zestig-, en de ander dertigvoudig.
Mattheüs 13:1-12 Het Boek (HTB)
Later die dag verliet Jezus het huis en ging bij het meer zitten. Er kwam een grote menigte mensen naar Hem toe. Daarom ging Hij in een boot. Van daaruit sprak Hij de mensen toe die op de oever stonden te luisteren. Hij vertelde hun onder andere deze gelijkenis: ‘Een boer zaaide koren op zijn land. Bij het zaaien viel er wat zaad langs de weg en de vogels kwamen het oppikken. Er viel ook wat zaad op steenachtige grond. Omdat er weinig aarde lag, kwam het vlug op. Maar toen de zon erop ging schijnen, verschroeide het. Het ging dood, omdat het niet veel wortels had. Ander zaad viel tussen de distels en werd erdoor verstikt. De rest van het zaad viel in goede grond en gaf een rijke oogst: wel dertig, zestig en honderd keer zoveel als er was gezaaid. Wie oren heeft, moet ook goed luisteren!’ Zijn leerlingen kwamen naar Hem toe en vroegen: ‘Waarom vertelt U de mensen altijd van dit soort gelijkenissen?’ ‘Jullie hebben het voorrecht de geheimen van het Koninkrijk van de hemelen te begrijpen,’ antwoordde Hij. ‘Maar zij niet. Want wie iets heeft, zal er veel bij krijgen, meer dan genoeg. Maar wie niets heeft, zal ook nog kwijtraken wat hij meent te hebben.
Mattheüs 13:14-23 Het Boek (HTB)
De profeet Jesaja sprak over hen toen hij zei: “U hoort wel, maar begrijpt niet. U kijkt wel, maar ziet niet. Het hart van dit volk is onverschillig, ze hebben hun oren dichtgestopt en hun ogen gesloten, om maar niets te zien, horen of begrijpen. Daarom kunnen zij niet naar God terugkeren en kan Hij hen niet genezen.” Gelukkig hebben jullie ogen die kunnen zien en oren die kunnen horen! Veel profeten en rechtvaardige mensen hebben ernaar verlangd te zien wat jullie zien en te horen wat jullie horen. Maar zij konden het niet. Met het voorbeeld van de boer die ging zaaien, bedoel Ik dit: er zijn mensen die wel over het Koninkrijk horen vertellen, maar er niets van begrijpen. Wat in hun hart is gezaaid, wordt er meteen door de duivel weer uitgeroofd. Dit soort mensen lijkt op de harde grond van de weg. Er zijn ook mensen die over het Koninkrijk horen vertellen en er direct enthousiast over zijn. Maar zij zijn oppervlakkig. Als zij moeilijkheden krijgen of om hun overtuiging worden vervolgd, moeten zij er ineens niets meer van hebben. Want het zaad had nauwelijks wortel geschoten. Dit soort mensen lijkt op de steenachtige grond. Dan zijn er mensen die het goede nieuws horen, maar het laten verstikken door de zorgen van het leven en het verlangen naar geld. Eigenlijk doen ze niets met het goede nieuws dat ze hebben gehoord. Dit soort mensen lijkt op de grond die vol distels staat. Ten slotte zijn er mensen die het goede nieuws horen en begrijpen. Bij hen draagt het zaad vrucht, soms honderdmaal, soms zestigmaal en soms dertigmaal zoveel. Dit soort mensen lijkt op de goede grond, waar het zaad mooi kon opkomen en vruchtdragen.’