Lucas 7:13-15
Lucas 7:13-15 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
En de Heere, haar ziende, werd innerlijk met ontferming over haar bewogen, en zeide tot haar: Ween niet. En Hij ging toe, en raakte de baar aan; (de dragers nu stonden stil) en Hij zeide: Jongeling, Ik zeg u, sta op! En de dode zat overeind, en begon te spreken. En Hij gaf hem aan zijn moeder.
Lucas 7:13-15 Herziene Statenvertaling (HSV)
En toen de Heere haar zag, was Hij innerlijk met ontferming bewogen over haar, en zei Hij tegen haar: Huil niet. En Hij ging naar de baar toe en raakte die aan (de dragers nu stonden stil) en Hij zei: Jongeman, Ik zeg u, sta op! En de dode ging overeind zitten en begon te spreken. En Hij gaf hem aan zijn moeder.
Lucas 7:13-15 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
En toen de Here haar zag, werd Hij met ontferming over haar bewogen en Hij zeide tot haar: Ween niet. En naderbij gekomen raakte Hij de baar aan – de dragers stonden stil – en zeide: Jongeling, Ik zeg u, sta op! En de dode ging overeind zitten en begon te spreken, en Hij gaf hem aan zijn moeder.
Lucas 7:13-15 Het Boek (HTB)
Toen Jezus de vrouw zag, kreeg Hij diep medelijden met haar. ‘Huil maar niet,’ zei Hij. Hij liep naar de baar en legde zijn hand erop. De dragers bleven stil staan. ‘Jongen,’ zei Hij, ‘word weer levend.’ De dode jongen ging zitten en begon te praten. Jezus zei tegen de moeder: ‘Hier is uw zoon weer.’
Lucas 7:13-15 BasisBijbel (BB)
Toen Jezus haar zag, had Hij veel medelijden met haar. Daarom zei Hij tegen haar: "Huil maar niet." Hij kwam dichterbij, raakte de draagbaar aan (de dragers stonden stil) en zei: "Jongen, Ik zeg je, sta op!" En de dode jongen kwam overeind en begon te spreken. Jezus gaf hem aan zijn moeder terug.