Lucas 6:13-16
Lucas 6:13-16 Het Boek (HTB)
Tegen de morgen riep Hij zijn leerlingen bij Zich en koos er twaalf uit die Hij zijn apostelen, gezanten, noemde. Het waren Simon (die Hij voortaan Petrus noemde) en diens broer Andreas, Jakobus, Johannes, Filippus, Bartholomeüs, Mattheüs, Thomas, Jakobus (de zoon van Alfeüs), Simon de Zeloot, Judas (de zoon van Jakobus) en Judas Iskariot (die Hem later zou uitleveren).
Lucas 6:13-16 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
En als het dag was geworden, riep Hij Zijn discipelen tot Zich, en verkoos er twaalf uit hen, die Hij ook apostelen noemde: Namelijk Simon, welken Hij ook Petrus noemde; en Andréas zijn broeder, Jakobus en Johannes, Filippus en Bartholomeüs; Mattheüs en Thomas, Jakobus, den zoon van Alfeüs, en Simon genaamd Zelótes; Judas den broeder van Jakobus, en Judas Iskariot, die ook de verrader geworden is.
Lucas 6:13-16 Herziene Statenvertaling (HSV)
En toen het dag was geworden, riep Hij Zijn discipelen bij Zich en koos er twaalf van hen uit, die Hij ook apostelen noemde: Simon, die Hij ook Petrus noemde, en zijn broer Andreas, Jakobus en Johannes, Filippus en Bartholomeüs; Mattheüs en Thomas, Jakobus, de zoon van Alfeüs, en Simon die Zelotes genoemd werd, Judas, de broer van Jakobus, en Judas Iskariot, die ook de verrader geworden is.
Lucas 6:13-16 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
En toen het dag geworden was, riep Hij zijn discipelen tot Zich en koos er twaalf uit, die Hij ook apostelen noemde: Simon, die Hij ook Petrus noemde, en Andreas, zijn broeder, en Jakobus en Johannes, en Filippus en Bartolomeüs, en Matteüs en Tomas, [en] Jakobus, de zoon van Alfeüs, en Simon, bijgenaamd de Zeloot, en Judas, de zoon van Jakobus, en Judas Iskariot, die de verrader geworden is.
Lucas 6:13-16 BasisBijbel (BB)
Toen het weer dag was geworden, riep Hij zijn leerlingen bij Zich. Hij koos er twaalf uit. Die noemde Hij apostelen. Het waren Simon, die Hij ook Petrus noemde, Petrus' broer Andreas, Jakobus, Johannes, Filippus, Bartolomeüs, Matteüs (= Levi), Tomas, Jakobus de zoon van Alfeüs, Simon die de bijnaam 'de Zeloot' had, Judas de zoon van Jakobus, en Judas Iskariot, die Hem later verraden heeft.