Lucas 5:1-7
Lucas 5:1-7 Herziene Statenvertaling (HSV)
En het gebeurde, toen de menigte op Hem aandrong om het Woord van God te horen, dat Hij bij het meer Gennesaret stond. En Hij zag twee schepen aan de oever van het meer liggen; de vissers waren eruit gegaan en spoelden de netten. Hij ging aan boord van een van die schepen, dat van Simon was, en vroeg hem een eindje van het land af te varen, en Hij ging zitten en onderwees de menigte vanuit het schip. Toen Hij ophield met spreken, zei Hij tegen Simon: Vaar naar het diepe gedeelte en werp uw netten uit om te vangen. Maar Simon antwoordde en zei tegen Hem: Meester, wij hebben heel de nacht gewerkt en niets gevangen, maar op Uw woord zal ik het net uitwerpen. En nadat zij dat gedaan hadden, vingen zij een grote hoeveelheid vissen en hun net begon te scheuren. En zij wenkten hun metgezellen, die in het andere schip waren, dat zij hen moesten komen helpen. Die kwamen en zij vulden beide schepen, zodat zij bijna zonken.
Lucas 5:1-7 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
En het geschiedde, als de schare op Hem aandrong, om het Woord Gods te horen, dat Hij stond bij het meer Gennésareth. En Hij zag twee schepen aan den oever van het meer liggende, en de vissers waren daaruit gegaan, en spoelden de netten. En Hij ging in een van die schepen, hetwelk van Simon was, en bad hem, dat hij een weinig van het land afstak; en nederzittende, leerde Hij de scharen uit het schip. En als Hij afliet van spreken, zeide Hij tot Simon: Steek af naar de diepte, en werp uw netten uit om te vangen. En Simon antwoordde en zeide tot Hem: Meester, wij hebben den gehelen nacht over gearbeid, en niet gevangen; doch op Uw woord zal ik het net uitwerpen. En als zij dat gedaan hadden, besloten zij een grote menigte vissen, en hun net scheurde. En zij wenkten hun medegenoten, die in het andere schip waren, dat zij hen zouden komen helpen. En zij kwamen, en vulden beide de schepen, zodat zij bijna zonken.
Lucas 5:1-7 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
En het geschiedde, toen de schare op Hem aandrong en naar het woord Gods hoorde, dat Hij zelf aan de oever van het meer Gennesaret stond, en Hij zag twee schepen aan de oever liggen. De vissers waren eruit gegaan en spoelden de netten. Hij ging in één van de schepen, dat van Simon, en vroeg hem de zee in te gaan, niet ver van de oever. En Hij zette Zich neder en leerde de scharen van het schip uit. Toen Hij opgehouden had met spreken, zeide Hij tot Simon: Ga naar diep water en zet uw netten uit om te vissen. En Simon antwoordde en zeide: Meester, de gehele nacht door hebben wij hard gewerkt en niets gevangen, maar op uw woord zal ik de netten uitzetten. En toen zij dit gedaan hadden, haalden zij een grote menigte vissen binnen, en hun netten dreigden te scheuren. En zij wenkten hun makkers in het andere schip, dat zij hen zouden komen helpen. En dezen kwamen en zij vulden beide schepen, tot zinkens toe.
Lucas 5:1-7 Het Boek (HTB)
Op een dag was Hij bij het meer van Galilea. De mensen drongen van alle kanten tegen Hem op, want zij wilden horen wat Hij over God zou vertellen. Hij zag twee boten liggen die half uit het water waren getrokken. De vissers stonden iets verderop hun netten schoon te spoelen. Jezus stapte in de boot van Simon en vroeg of hij Hem een stukje van de oever wilde afduwen. Daarna ging Hij zitten om de mensen meer over God te vertellen. Toen Hij was uitgesproken, zei Hij tegen Simon: ‘Vaar het meer eens op naar diep water en gooi daar jullie netten uit.’ ‘Maar Meester,’ antwoordde Simon, ‘wij zijn de hele nacht aan het vissen geweest en hebben niets gevangen! Maar omdat U het zegt, zal ik het nog eens proberen.’ Zij deden wat Jezus had gezegd en vingen zoveel vis dat hun netten begonnen te scheuren. Zij wenkten de mannen in de andere boot om hen te komen helpen. Even later was in beide boten zoveel vis dat die bijna zonken.
Lucas 5:1-7 BasisBijbel (BB)
Op een keer was Jezus bij het meer van Gennésaret. Een grote groep mensen drong tegen Hem op om het woord van God te horen. Er lagen twee boten aan de kant van het meer. De vissers waren van boord gegaan om hun netten uit te spoelen. Jezus stapte in één van de boten, de boot van Simon. En Hij vroeg Simon om een eindje het meer op te varen, niet te ver bij de kant vandaan. Toen ging hij zitten en gaf de mensen les vanuit de boot. Toen Hij uitgesproken was, zei Hij tegen Simon: "Ga naar diep water en gooi je netten in het water om te vissen." Simon antwoordde: "Meester, we hebben de hele nacht hard gewerkt en niets gevangen. Maar omdat Ú het zegt, zal ik de netten in het water gooien." Toen ze dat hadden gedaan, vingen ze zoveel vis dat de netten bijna scheurden. Ze wenkten hun vrienden in de andere boot dat ze moesten komen helpen. Samen vulden ze de twee boten met vis. De boten zaten zó vol, dat ze bijna zonken.