Lucas 3:21-38

Lucas 3:21-38 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)

En het geschiedde, toen al het volk gedoopt werd, en Jezus ook gedoopt was, en bad, dat de hemel geopend werd; En dat de Heilige Geest op Hem nederdaalde, in lichamelijke gedaante, gelijk een duif; en dat er een stem geschiedde uit den hemel, zeggende: Gij zijt Mijn geliefde Zoon, in U heb Ik Mijn welbehagen! En Hij, Jezus, begon omtrent dertig jaren oud te wezen, zijnde (alzo men meende) de zoon van Jozef, den zoon van Heli, Den zoon van Matthat, den zoon van Levi, den zoon van Melchi, den zoon van Janna, den zoon van Jozef, Den zoon van Mattathias, den zoon van Amos, den zoon van Naüm, den zoon van Esli, den zoon van Naggaï, Den zoon van Maáth, den zoon van Mattathias, den zoon van Semeï, den zoon van Jozef, den zoon van Juda, Den zoon van Johannes, den zoon van Rhesa, den zoon van Zorobabel, den zoon van Saláthiël, den zoon van Neri, Den zoon van Melchi, den zoon van Addi, den zoon van Kosam, den zoon van Elmódam, den zoon van Er, Den zoon van Joses, den zoon van Eliëzer, den zoon van Jorim, den zoon van Matthat, den zoon van Levi, Den zoon van Simeon, den zoon van Juda, den zoon van Jozef, den zoon van Jonan, den zoon van Eljakim, Den zoon van Meleas, den zoon van Maïnan, den zoon van Mattatha, den zoon van Nathan, den zoon van David, Den zoon van Jesse, den zoon van Obed, den zoon van Boöz, den zoon van Salmon, den zoon van Nahasson, Den zoon van Aminádab, den zoon van Aram, den zoon van Esrom, den zoon van Fares, den zoon van Juda, Den zoon van Jakob, den zoon van Izak, den zoon van Abraham, den zoon van Thara, den zoon van Nachor, Den zoon van Saruch, den zoon van Ragau, den zoon van Falek, den zoon van Heber, den zoon van Sala, Den zoon van Kaïnan, den zoon van Arfaxad, den zoon van Sem, den zoon van Noë, den zoon van Lamech, Den zoon van Mathusala, den zoon van Enoch, den zoon van Jared, den zoon van Malaleël, den zoon van Kaïnan, Den zoon van Enos, den zoon van Seth, den zoon van Adam, den zoon van God.

Lucas 3:21-38 Herziene Statenvertaling (HSV)

En het geschiedde, toen al het volk gedoopt was, en Jezus ook gedoopt was en aan het bidden was, dat de hemel geopend werd, en dat de Heilige Geest op Hem neerdaalde in lichamelijke gedaante als een duif. En er kwam een stem uit de hemel die zei: U bent Mijn geliefde Zoon, in U heb Ik Mijn welbehagen! En Hij, Jezus, was ongeveer dertig jaar toen Hij Zijn dienstwerk begon. Hij was, naar men dacht, de Zoon van Jozef, de zoon van Heli, de zoon van Matthat, de zoon van Levi, de zoon van Melchi, de zoon van Janna, de zoon van Jozef, de zoon van Mattathias, de zoon van Amos, de zoon van Naüm, de zoon van Esli, de zoon van Naggai, de zoon van Maäth, de zoon van Mattathias, de zoon van Semeï, de zoon van Jozef, de zoon van Juda, de zoon van Joannas, de zoon van Rhesa, de zoon van Zerubbabel, de zoon van Sealthiël, de zoon van Neri, de zoon van Melchi, de zoon van Addi, de zoon van Kosam, de zoon van Elmodam, de zoon van Er, de zoon van Joses, de zoon van Eliëzer, de zoon van Jorim, de zoon van Matthat, de zoon van Levi, de zoon van Simeon, de zoon van Juda, de zoon van Jozef, de zoon van Jonan, de zoon van Eljakim, de zoon van Meleas, de zoon van Maïnan, de zoon van Mattatha, de zoon van Nathan, de zoon van David, de zoon van Isaï, de zoon van Obed, de zoon van Boaz, de zoon van Salmon, de zoon van Nahesson, de zoon van Aminadab, de zoon van Aram, de zoon van Esrom, de zoon van Perez, de zoon van Juda, de zoon van Jakob, de zoon van Izak, de zoon van Abraham, de zoon van Tera, de zoon van Nahor, de zoon van Serug, de zoon van Rehu, de zoon van Peleg, de zoon van Heber, de zoon van Selah, de zoon van Kenan, de zoon van Arfachsad, de zoon van Sem, de zoon van Noach, de zoon van Lamech, de zoon van Methusalach, de zoon van Henoch, de zoon van Jered, de zoon van Mahalalel, de zoon van Kenan, de zoon van Enos, de zoon van Seth, de zoon van Adam, de zoon van God.

Lucas 3:21-38 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

En het geschiedde, terwijl al het volk gedoopt werd, dat, toen ook Jezus gedoopt werd en in gebed was, de hemel zich opende, en de heilige Geest in lichamelijke gedaante als een duif op Hem nederdaalde, en dat er een stem kwam uit de hemel: Gij zijt mijn Zoon, de geliefde, in U heb Ik mijn welbehagen. En Hij, Jezus, was, toen Hij optrad, ongeveer dertig jaar, een zoon, naar men meende, van Jozef, de zoon van Eli, de zoon van Mattat, de zoon van Levi, de zoon van Melchi, de zoon van Jannai, de zoon van Jozef, de zoon van Mattatias, de zoon van Amos, de zoon van Naüm, de zoon van Hesli, de zoon van Naggai, de zoon van Maät, de zoon van Mattatias, de zoon van Semeïn, de zoon van Josek, de zoon van Joda, de zoon van Joanan, de zoon van Resa, de zoon van Zerubbabel, de zoon van Sealtiël, de zoon van Neri, de zoon van Melchi, de zoon van Addi, de zoon van Kosam, de zoon van Elmadan, de zoon van Er, de zoon van Jozua, de zoon van Eliëzer, de zoon van Jorim, de zoon van Mattat, de zoon van Levi, de zoon van Simeon, de zoon van Juda, de zoon van Jozef, de zoon van Jonan, de zoon van Eljakim, de zoon van Melea, de zoon van Menna, de zoon van Mattatta, de zoon van Natan, de zoon van David, de zoon van Isaï, de zoon van Obed, de zoon van Boaz, de zoon van Salma, de zoon van Nachson, de zoon van Amminadab, de zoon van Admin, de zoon van Arni, de zoon van Chesron, de zoon van Peres, de zoon van Juda, de zoon van Jakob, de zoon van Isaak, de zoon van Abraham, de zoon van Terach, de zoon van Nachor, de zoon van Serug, de zoon van Reü, de zoon van Peleg, de zoon van Eber, de zoon van Selach, de zoon van Kenan, de zoon van Arpaksad, de zoon van Sem, de zoon van Noach, de zoon van Lamech, de zoon van Metuselach, de zoon van Henoch, de zoon van Jered, de zoon van Mahalalel, de zoon van Kenan, de zoon van Enos, de zoon van Set, de zoon van Adam, de zoon van God.

Lucas 3:21-38 Het Boek (HTB)

In de tijd dat Johannes nog vrij was, mengde Jezus Zich tussen de mensen om gedoopt te worden. Na zijn doop, terwijl Hij in gebed was, ging de hemel open en streek de Heilige Geest als een duif op Hem neer. Een stem uit de hemel zei: ‘U bent mijn geliefde Zoon. U verheugt mijn hart.’ Jezus begon in het openbaar op te treden toen Hij ongeveer dertig jaar oud was. Men dacht dat Jozef zijn vader was. De vader van Jozef was Eli; de vader van Eli was Mattat; de vader van Mattat was Levi; de vader van Levi was Melchi; de vader van Melchi was Jannai; de vader van Jannai was Jozef; de vader van Jozef was Mattatias; de vader van Mattatias was Amos; de vader van Amos was Naüm; de vader van Naüm was Hesli; De vader van Hesli was Naggai; de vader van Naggai was Maät; de vader van Maät was Mattatias; de vader van Mattatias was Semeïn; de vader van Semeïn was Josech; de vader van Josech was Joda; de vader van Joda was Joanan; de vader van Joanan was Resa; de vader van Resa was Zerubbabel; de vader van Zerubbabel was Sealtiël; de vader van Sealtiël was Neri; de vader van Neri was Melchi; de vader van Melchi was Addi; de vader van Addi was Kosam; de vader van Kosam was Elmadan; de vader van Elmadan was Er; de vader van Er was Jozua; de vader van Jozua was Eliëzer; de vader van Eliëzer was Jorim; de vader van Jorim was Mattat; de vader van Mattat was Levi; de vader van Levi was Simeon; de vader van Simeon was Juda; de vader van Juda was Jozef; de vader van Jozef was Jonan; de vader van Jonan was Eljakim; de vader van Eljakim was Melea; de vader van Melea was Menna; de vader van Menna was Mattata; de vader van Mattata was Natan; de vader van Natan was David; de vader van David was Isaï; de vader van Isaï was Obed; de vader van Obed was Boaz; de vader van Boaz was Selach; de vader van Selach was Nachson; de vader van Nachson was Amminadab; de vader van Amminadab was Admin; de vader van Admin was Arni; de vader van Arni was Chesron; de vader van Chesron was Peres; de vader van Peres was Juda; de vader van Juda was Jakob; de vader van Jakob was Isaak; de vader van Isaak was Abraham; de vader van Abraham was Terach; de vader van Terach was Nachor; de vader van Nachor was Serug; de vader van Serug was Reü; de vader van Reü was Peleg; de vader van Peleg was Eber; de vader van Eber was Selach; de vader van Selach was Kenan; de vader van Kenan was Arpachsad; de vader van Arpachsad was Sem; de vader van Sem was Noach; de vader van Noach was Lamech; de vader van Lamech was Metuselach; de vader van Metuselach was Henoch; de vader van Henoch was Jered; de vader van Jered was Mahalalel; de vader van Mahalalel was Kenan; de vader van Kenan was Enos; de vader van Enos was Set; de vader van Set was Adam en de vader van Adam was God.

Lucas 3:21-38 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)

Maar daarvóór, op een keer toen er heel veel mensen werden gedoopt, werd ook Jezus gedoopt. Toen Hij daarna stond te bidden, ging de hemel open. De Heilige Geest daalde neer op Jezus. De Geest zag er uit als een duif. Op dat moment zei een stem uit de hemel: "Jij bent mijn Zoon. Ik houd heel veel van Jou. Ik geniet van Jou." Jezus was ongeveer 30 jaar toen Hij de mensen het goede nieuws begon te vertellen. De mensen dachten dat Hij een zoon was van Jozef, die een zoon was van Eli, die een zoon was van Mattat, die een zoon was van Levi, die een zoon was van Melchi, die een zoon was van Jannai, die een zoon was van Jozef, die een zoon was van Mattatias, die een zoon was van Amos, die een zoon was van Nahum, die een zoon was van Hesli, die een zoon was van Naggaï, die een zoon was van Maät, die een zoon was van Mattatias, die een zoon was van Semeï, die een zoon was van Josef, die een zoon was van Juda, die een zoon was van Joanan, die een zoon was van Resa, die een zoon was van Zerubbabel, die een zoon was van Sealtiël, die een zoon was van Neri, die een zoon was van Melchi, die een zoon was van Addi, die een zoon was van Kosam, die een zoon was van Elmadan, die een zoon was van Er, die een zoon was van Joses, die een zoon was van Eliëzer, die een zoon was van Jorim, die een zoon was van Matatat, die een zoon was van Levi, die een zoon was van Simeon, die een zoon was van Juda, die een zoon was van Jozef, die een zoon was van Jonan, die een zoon was van Eljakim, die een zoon was van Melea, die een zoon was van Menna, die een zoon was van Mattata, die een zoon was van Natan, die een zoon was van David, die een zoon was van Isaï, die een zoon was van Obed, die een zoon was van Boaz, die een zoon was van Salmon, die een zoon was van Nahasson, die een zoon was van Aminadab, die een zoon was van Admin, die een zoon was van Arni, die een zoon was van Hesron, die een zoon was van Perez, die een zoon was van Juda, die een zoon was van Jakob, die een zoon was van Izaäk, die een zoon was van Abraham, die een zoon was van Terach, die een zoon was van Nahor, die een zoon was van Serach, die een zoon was van Rehu, die een zoon was van Peleg, die een zoon was van Heber, die een zoon was van Sela, die een zoon was van Kenan, die een zoon was van Arpachsad, die een zoon was van Sem, die een zoon was van Noach, die een zoon was van Lamech, die een zoon was van Metusala, die een zoon was van Henoch, die een zoon was van Jered, die een zoon was van Mahalaleël, die een zoon was van Kenan, die een zoon was van Enos, die een zoon was van Set, die een zoon was van Adam, die de zoon was van God.