Lucas 2:8-20

Lucas 2:8-20 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)

En er waren herders in diezelfde landstreek, zich houdende in het veld, en hielden de nachtwacht over hun kudde. En ziet, een engel des Heeren stond bij hen, en de heerlijkheid des Heeren omscheen hen, en zij vreesden met grote vreze. En de engel zeide tot hen: Vreest niet, want, ziet, ik verkondig u grote blijdschap, die al den volke wezen zal; Namelijk dat u heden geboren is de Zaligmaker, welke is Christus, de Heere, in de stad Davids. En dit zal u het teken zijn: gij zult het Kindeken vinden in doeken gewonden, en liggende in de kribbe. En van stonde aan was er met den engel een menigte des hemelsen heirlegers, prijzende God en zeggende: Ere zij God in de hoogste hemelen, en vrede op aarde, in de mensen een welbehagen. En het geschiedde, als de engelen van hen weggevaren waren naar den hemel, dat de herders tot elkander zeiden: Laat ons dan heengaan naar Bethlehem, en laat ons zien het woord, dat er geschied is, hetwelk de Heere ons heeft verkondigd. En zij kwamen met haast, en vonden Maria en Jozef, en het Kindeken liggende in de kribbe. En als zij Het gezien hadden, maakten zij alom bekend het woord, dat hun van dit Kindeken gezegd was. En allen, die het hoorden, verwonderden zich over hetgeen hun gezegd werd van de herders. Doch Maria bewaarde deze woorden alle te zamen, overleggende die in haar hart. En de herders keerden wederom, verheerlijkende en prijzende God over alles, wat zij gehoord en gezien hadden, gelijk tot hen gesproken was.

Lucas 2:8-20 Herziene Statenvertaling (HSV)

En er waren herders in diezelfde streek, die zich ophielden in het open veld en 's nachts de wacht hielden over hun kudde. En zie, een engel van de Heere stond bij hen en de heerlijkheid van de Heere omscheen hen en zij werden zeer bevreesd. En de engel zei tegen hen: Wees niet bevreesd, want zie, ik verkondig u grote blijdschap, die voor heel het volk wezen zal, namelijk dat heden voor u geboren is de Zaligmaker, in de stad van David; Hij is Christus, de Heere. En dit zal voor u het teken zijn: u zult het Kindje vinden in doeken gewikkeld en liggend in de kribbe. En plotseling was er bij de engel een menigte van de hemelse legermacht, die God loofde en zei: Eer zij aan God in de hoogste hemelen, en vrede op aarde, in mensen een welbehagen. En het geschiedde, toen de engelen van hen weggegaan waren naar de hemel, dat de herders tegen elkaar zeiden: Laten wij dan naar Bethlehem gaan en dat woord zien dat er geschied is, dat de Heere ons bekendgemaakt heeft. En zij gingen met haast en vonden Maria en Jozef, en het Kindje liggend in de kribbe. Toen zij Het gezien hadden, maakten zij overal het woord bekend dat hun over dit Kind verteld was. En allen die het hoorden, verwonderden zich over wat door de herders tegen hen gezegd werd. Maar Maria bewaarde al deze woorden en overlegde die in haar hart. En de herders keerden terug en zij verheerlijkten en loofden God om alles wat zij gehoord en gezien hadden, zoals tot hen gesproken was.

YouVersion gebruikt cookies om je ervaring te personaliseren. Door onze website te gebruiken ga je akkoord met ons gebruik van cookies zoals beschreven in ons Privacybeleid