Lucas 17:1-6
Lucas 17:1-6 Het Boek (HTB)
Op een dag zei Jezus tegen zijn leerlingen: ‘Verleidingen zullen er altijd zijn. Dat is onvermijdelijk. Maar degene die de verleidingen veroorzaakt, zal het slecht vergaan. Hij zou beter af zijn als hij met een zware molensteen om zijn nek in de zee werd gegooid, dan wanneer hij een van deze eenvoudige mensen tot zonde bracht. Ik waarschuw jullie. Als je broer zondigt, wijs hem dan terecht. Als hij spijt heeft, moet je hem vergeven. Zelfs als hij zeven keer per dag tegen je zondigt. Als hij je telkens komt zeggen dat het hem spijt, moet je hem telkens opnieuw vergeven.’ De apostelen zeiden tegen de Here: ‘Geef ons een groter geloof.’ ‘Als jullie geloof zoveel kracht had als een mosterdzaadje,’ antwoordde Jezus, ‘zouden jullie tegen die boom zeggen dat die zich moet ontwortelen en zich in de zee moet planten. Hij zou direct gehoorzamen.
Lucas 17:1-6 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Jezus zei tegen zijn leerlingen: "Er gebeurt altijd wel iets wat mensen verleidt om slechte dingen te doen. Maar het zal slecht aflopen met iedereen die daar de oorzaak van is! Als iemand een kind overhaalt om slechte dingen te doen, zou het beter voor hem zijn geweest als hij met een molensteen om zijn nek in de zee gegooid was [ dan dat hij daarvoor de straf moet dragen ]! Pas dus goed op!" [ Jezus zei: ] "Als je ziet dat iemand iets verkeerds tegen je doet, spreek daar dan streng met hem over. Als hij er spijt van heeft, vergeef het hem dan. Zelfs als hij zeven keer per dag iets verkeerds tegen je doet, en zeven keer bij je terug komt en zegt: 'Het spijt me,' dan moet je hem vergeven." De twaalf leerlingen zeiden tegen de Heer Jezus: "Geef ons meer geloof!" De Heer zei: "Je geloof hoeft maar zo groot te zijn als een mosterdzaadje. Als je dan tegen deze boom zou zeggen: 'Kom met wortels en al uit de grond en ga in de zee staan,' dan zou hij je gehoorzamen."
Lucas 17:1-6 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
En Hij zeide tot de discipelen: Het kan niet wezen, dat er geen ergernissen komen; doch wee hem, door welken zij komen; Het zoude hem nuttiger zijn, dat een molensteen om zijn hals gedaan ware, en hij in de zee geworpen, dan dat hij een van deze kleinen zou ergeren. Wacht uzelven. En indien uw broeder tegen u zondigt, zo bestraf hem; en indien het hem leed is, zo vergeef het hem. En indien hij zevenmaal daags tegen u zondigt, en zevenmaal daags tot u wederkeert, zeggende: Het is mij leed; zo zult gij het hem vergeven. En de apostelen zeiden tot den Heere: Vermeerder ons het geloof. En de Heere zeide: Zo gij een geloof hadt als een mostaardzaad, gij zoudt tegen dezen moerbeziënboom zeggen: Word ontworteld, en in de zee geplant, en hij zou u gehoorzaam zijn.
Lucas 17:1-6 Herziene Statenvertaling (HSV)
En Hij zei tegen de discipelen: Het is onmogelijk dat er geen struikelblokken komen, maar wee hem door wie deze komen. Het zou voor hem nuttiger zijn als hem een molensteen om zijn hals was gedaan en hij in de zee was geworpen dan dat hij één van deze kleinen zou doen struikelen. Wees op uw hoede. Als nu uw broeder tegen u zondigt, bestraf hem. En als hij tot inkeer komt, vergeef hem. En als hij zevenmaal per dag tegen u zondigt en zevenmaal per dag naar u terugkomt en zegt: Ik heb berouw, dan zult u hem vergeven. En de apostelen zeiden tegen de Heere: Vermeerder ons het geloof. En de Heere zei: Als u een geloof had als een mosterdzaadje, zou u tegen deze moerbeiboom zeggen: Word ontworteld en in de zee geplant, en hij zou u gehoorzamen.
Lucas 17:1-6 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Hij zeide tot zijn discipelen: Het is onmogelijk, dat er geen verleidingen komen, maar wee hem, door wie zij komen! Het zou beter voor hem zijn, als een molensteen om zijn hals gedaan was en hij in de zee was geworpen, dan dat hij één van deze kleinen tot zonde verleidde. Ziet toe op uzelf! Indien uw broeder zondigt, bestraf hem, en indien hij berouw heeft, vergeef hem. En zelfs indien hij zevenmaal per dag tegen u zondigt en zevenmaal tot u terugkomt en zegt: Ik heb berouw, zult gij het hem vergeven. En de apostelen zeiden tot de Here: Geef ons meer geloof. De Here zeide: Indien gij een geloof hadt als een mosterdzaad, gij zoudt tot deze moerbeiboom zeggen: Word ontworteld en in de zee geplant, en hij zou u gehoorzamen.