Lucas 12:15-21
Lucas 12:15-21 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
En Hij zeide tot hen: Ziet toe en wacht u van de gierigheid; want het is niet in den overvloed gelegen, dat iemand leeft uit zijn goederen. En Hij zeide tot hen een gelijkenis, en sprak: Eens rijken mensen land had wel gedragen; En hij overlegde bij zichzelven, zeggende: Wat zal ik doen, want ik heb niet, waarin ik mijn vruchten zal verzamelen. En hij zeide: Dit zal ik doen; ik zal mijn schuren afbreken, en grotere bouwen, en zal aldaar verzamelen al dit mijn gewas, en deze mijn goederen; En ik zal tot mijn ziel zeggen: Ziel! gij hebt vele goederen, die opgelegd zijn voor vele jaren, neem rust, eet, drink, wees vrolijk. Maar God zeide tot hem: Gij dwaas! in dezen nacht zal men uw ziel van u afeisen; en hetgeen gij bereid hebt, wiens zal het zijn? Alzo is het met dien, die zichzelven schatten vergadert, en niet rijk is in God.
Lucas 12:15-21 Herziene Statenvertaling (HSV)
En Hij zei tegen hen: Kijk uit en wees op uw hoede voor de hebzucht. Immers, al heeft iemand overvloed, zijn leven behoort niet tot zijn bezit. En Hij zei tot hen een gelijkenis en sprak: Het land van een rijke man had veel opgebracht. En hij overlegde bij zichzelf en zei: Wat zal ik doen? Want ik heb geen ruimte om mijn vruchten op te slaan. En hij zei: Dit zal ik doen: ik zal mijn schuren afbreken en grotere bouwen en ik zal daarin al mijn koren en al mijn goederen opslaan. En ik zal tegen mijn ziel zeggen: Ziel, u hebt veel goederen liggen voor veel jaren. Neem rust, eet, drink en wees vrolijk. Maar God zei tegen hem: Dwaas! In deze nacht zal men uw ziel van u opeisen; en wat u gereedgemaakt hebt, voor wie zal het zijn? Zo is het met hem die voor zichzelf schatten verzamelt en niet rijk is in God.
Lucas 12:15-21 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Hij zeide tot hen: Ziet toe, dat gij u wacht voor alle hebzucht, want ook als iemand overvloed heeft, behoort zijn leven niet tot zijn bezit. En Hij sprak tot hen een gelijkenis en zeide: Het land van een rijk man had veel opgebracht. En hij overlegde bij zichzelf en zeide: Wat moet ik doen, want ik heb geen ruimte om mijn vruchten te bergen. En hij zeide: Dit zal ik doen: ik zal mijn schuren afbreken en grotere bouwen en ik zal daarin al het koren en al mijn goederen bergen. En ik zal tot mijn ziel zeggen: Ziel, gij hebt vele goederen liggen, opgetast voor vele jaren, houd rust, eet, drink en wees vrolijk. Maar God zeide tot hem: Gij dwaas, in deze eigen nacht wordt uw ziel van u afgeëist en wat gij gereedgemaakt hebt, voor wie zal het zijn? Zó vergaat het hem, die voor zichzelf schatten verzamelt en niet rijk is in God.
Lucas 12:15-21 Het Boek (HTB)
‘Dat is nou iets waarvoor u moet oppassen,’ zei Hij tegen de mensen. ‘Verlang niet steeds naar dingen die u niet hebt. Want het leven bestaat niet uit het hebben van veel spullen.’ Hij maakte dit duidelijk met een gelijkenis. ‘Een rijk man had heel vruchtbaar land en de oogst was zo groot dat die niet in de schuren kon. De man vroeg zich af waar hij alles moest laten. Ineens wist hij het. “Ik breek mijn schuren af en zet er grotere voor in de plaats,” zei hij. “Dan heb ik ruimte genoeg om alles op te slaan. Als het klaar is, zal ik tegen mezelf zeggen: Je hebt voor jaren genoeg. Rust eens lekker uit, eet, drink en geniet.” Maar God zei tegen hem: “Dwaas! Vannacht zult u sterven. En wie krijgt nu alles wat u achterlaat?” Zo gaat het met iemand die altijd maar meer wil hebben, maar in Gods ogen een armoedzaaier is.’
Lucas 12:15-21 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
En Hij zei tegen de mensen: "Let goed op dat je niet hebzuchtig bent. Want ook als je alles hebt [ wat je hebben wil ], betekent dat niet dat je ook je leven bezit. Je leven is niet van jezelf." Hij legde hun dat uit met een verhaal: "Er was eens een rijke man. Zijn akkers hadden een grote oogst opgeleverd. En hij dacht bij zichzelf: 'Wat zal ik doen? Want ik heb geen ruimte genoeg om de hele oogst op te bergen.' Hij bedacht: 'Ik weet al iets. Ik zal mijn schuren afbreken en grotere schuren bouwen. Daar zal ik dan al mijn graan en al mijn rijkdommen in opbergen. Nu heb ik heel veel. Het is genoeg voor járen. Nu kan ik rustig aan doen. Ik ga lekker eten en drinken en feestvieren.' Maar God zei tegen hem: 'Jij dwaas! Vannacht nog zal je leven van je teruggevraagd worden. En voor wie heb je dan zoveel verzameld?' Zó zal het gaan met de mensen die voor zichzélf schatten verzamelen, maar geen schat hebben bij God."