Lucas 11:9-13
Lucas 11:9-13 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
En Ik zeg u: Bidt en u zal gegeven worden; zoekt en gij zult vinden; klopt en u zal opengedaan worden. Want een ieder, die bidt, ontvangt en wie zoekt, vindt en wie klopt, hem zal opengedaan worden. Is er soms een vader onder u, die, als zijn zoon hem om een vis vraagt, hem voor een vis een slang zal geven? Of als hij om een ei vraagt, hem een schorpioen zal geven? Indien dan gij, hoewel gij slecht zijt, goede gaven weet te geven aan uw kinderen, hoeveel te meer zal uw Vader uit de hemel de heilige Geest geven aan hen, die Hem daarom bidden?
Lucas 11:9-13 Het Boek (HTB)
Luister, zo gaat het ook bij het bidden. Vraag en je zult ontvangen. Zoek en je zult vinden. Klop en de deuren zullen voor je opengaan. Want ieder die bidt, ontvangt. Wie zoekt, vindt. En voor wie klopt, gaat de deur open. Velen van jullie hebben kinderen. Als je zoon je om een vis vraagt, geef je hem dan een slang? Of als hij om een ei vraagt, geef je hem dan een schorpioen? Natuurlijk niet! Dus, al ben je slecht, je geeft je kinderen toch wat zij nodig hebben. Hoeveel te meer zal je hemelse Vader de Heilige Geest geven aan wie Hem daarom vragen?’
Lucas 11:9-13 BasisBijbel (BB)
Daarom zeg Ik jullie: bid, want dan zul je krijgen. Zoek, want dan zul je vinden. Klop, want dan zal er voor je worden opengedaan. Want iedereen die bidt, zal krijgen. En iedereen die zoekt, zal vinden. En voor iedereen die klopt, zal worden opengedaan. Geen één vader geeft toch zijn zoon een steen als hij om een brood vraagt? Of een slang als hij om een vis vraagt? Of een schorpioen als hij om een ei vraagt? Dus ook al zijn jullie slecht, toch kunnen jullie goede dingen aan jullie kinderen geven. Dan zal jullie hemelse Vader toch zéker de Heilige Geest geven als mensen Hem daarom bidden?"
Lucas 11:9-13 Herziene Statenvertaling (HSV)
En Ik zeg u: Bid, en u zal gegeven worden; zoek, en u zult vinden; klop, en er zal voor u opengedaan worden. Want ieder die bidt, die ontvangt; wie zoekt, die vindt; en wie klopt, voor hem zal er opengedaan worden. Welke vader onder u zal aan zijn zoon, als hij hem om brood vraagt, een steen geven, of ook als hij om een vis vraagt, hem in plaats van een vis een slang geven, of ook als hij om een ei vraagt, hem een schorpioen geven? Als u die slecht bent, uw kinderen dus goede gaven weet te geven, hoeveel te meer zal de hemelse Vader de Heilige Geest geven aan hen die tot Hem bidden?