Job 14:7-9
Job 14:7-9 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Want voor een boom blijft er nog hoop; wordt die omgehouwen, hij loopt weer uit, en zijn nieuwe scheuten blijven niet achterwege. Wanneer zijn wortel in de aarde veroudert en zijn tronk in de grond afsterft, dan bot hij weer uit, zodra hij water ruikt, en schiet twijgen als een jonge plant.
Job 14:7-9 Het Boek (HTB)
Want voor een boom is er nog hoop. Als hij wordt omgehakt, ontstaan er wel weer nieuwe spruiten die uitgroeien tot takken. Hoewel zijn wortels in de grond oud zijn en zijn stam langzaam afsterft, groeit en bloeit hij weer als een jonge boom zodra er water bijkomt.
Job 14:7-9 BasisBijbel (BB)
Voor een omgehakte boom is er altijd nog hoop. Er zullen weer nieuwe takjes uit de stronk groeien. Er komen altijd wel weer nieuwe blaadjes aan. Zelfs als zijn wortels in de grond oud worden en de stronk in de aarde sterft, komen er weer blaadjes aan als hij water ruikt. Er groeien weer takjes uit als bij een jonge plant.
Job 14:7-9 Herziene Statenvertaling (HSV)
Want voor een boom is er, als hij omgehakt wordt, nog hoop dat hij zich weer vernieuwt, en zijn jonge loten niet ophouden uit te lopen. Al wordt zijn wortel in de aarde oud, en sterft zijn stronk in het stof, bij het ruiken van water zal hij weer uitlopen, en maakt hij weer een twijg, zoals een plant.