Job 14:7-12
Job 14:7-12 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Want voor een boom, als hij afgehouwen wordt, is er verwachting, dat hij zich nog zal veranderen, en zijn scheut niet zal ophouden. Indien zijn wortel in de aarde veroudert, en zijn stam in het stof versterft; Hij zal van den reuk der wateren weder uitspruiten, en zal een tak maken, gelijk een plant. Maar een man sterft, als hij verzwakt is, en de mens geeft den geest, waar is hij dan? De wateren verlopen uit een meer, en een rivier droogt uit en verdort; Alzo ligt de mens neder, en staat niet op; totdat de hemelen niet meer zijn, zullen zij niet opwaken, noch uit hun slaap opgewekt worden.
Job 14:7-12 Herziene Statenvertaling (HSV)
Want voor een boom is er, als hij omgehakt wordt, nog hoop dat hij zich weer vernieuwt, en zijn jonge loten niet ophouden uit te lopen. Al wordt zijn wortel in de aarde oud, en sterft zijn stronk in het stof, bij het ruiken van water zal hij weer uitlopen, en maakt hij weer een twijg, zoals een plant. Maar een man sterft en is krachteloos; als een mens de geest geeft, waar is hij dan? Het water loopt weg uit een meer, en een rivier verzandt en valt droog. Zo gaat een mens liggen, en hij staat niet meer op. Totdat de hemel er niet meer is, zullen zij niet ontwaken of opgewekt worden uit hun slaap.
Job 14:7-12 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Want voor een boom blijft er nog hoop; wordt die omgehouwen, hij loopt weer uit, en zijn nieuwe scheuten blijven niet achterwege. Wanneer zijn wortel in de aarde veroudert en zijn tronk in de grond afsterft, dan bot hij weer uit, zodra hij water ruikt, en schiet twijgen als een jonge plant. Maar wanneer een man sterft, dan ligt hij krachteloos neer; geeft een mens de geest, waar is hij gebleven? Zoals water verdampt uit een meer en een rivier verloopt en uitdroogt, zo legt een mens zich neer en staat niet weer op; totdat de hemelen niet meer zijn, ontwaken zij niet en worden niet wakker uit hun slaap.
Job 14:7-12 Het Boek (HTB)
Want voor een boom is er nog hoop. Als hij wordt omgehakt, ontstaan er wel weer nieuwe spruiten die uitgroeien tot takken. Hoewel zijn wortels in de grond oud zijn en zijn stam langzaam afsterft, groeit en bloeit hij weer als een jonge boom zodra er water bijkomt. Maar wanneer de mens sterft, ligt hij neer, hij blaast de adem uit en is er niet meer. Zoals het water uit de zee verdampt en een rivier smaller wordt en opdroogt, zo legt een mens zich voor het laatst neer om daarna niet meer op te staan. Tot op het moment dat de hemelen niet meer bestaan, zal hij niet wakker worden of in zijn slaap worden gestoord.
Job 14:7-12 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Voor een omgehakte boom is er altijd nog hoop. Er zullen weer nieuwe takjes uit de stronk groeien. Er komen altijd wel weer nieuwe blaadjes aan. Zelfs als zijn wortels in de grond oud worden en de stronk in de aarde sterft, komen er weer blaadjes aan als hij water ruikt. Er groeien weer takjes uit als bij een jonge plant. Maar als een mens zwak wordt en sterft, is het voor altijd afgelopen. Eenmaal dood is hij voor altijd verdwenen. Net zoals het water uit een meer verdampt, en net zoals een rivier opdroogt, zo gaat een mens liggen als hij sterft en staat nooit meer op. Zolang de hemel blijft bestaan, wordt hij niet meer wakker. Hij slaapt voor altijd de slaap van de dood.