Johannes 7:1-9
Johannes 7:1-9 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
En na dezen wandelde Jezus in Galiléa; want Hij wilde in Judéa niet wandelen, omdat de Joden Hem zochten te doden. En het feest der Joden, namelijk de loofhuttenzetting, was nabij. Zo zeiden dan Zijn broeders tot Hem: Vertrek van hier, en ga heen in Judéa, opdat ook Uw discipelen Uw werken mogen aanschouwen, die Gij doet. Want niemand doet iets in het verborgen, en zoekt zelf, dat men openlijk van hem spreke. Indien Gij deze dingen doet, zo openbaar Uzelven aan de wereld. Want ook Zijn broeders geloofden niet in Hem. Jezus dan zeide tot hen: Mijn tijd is nog niet hier, maar uw tijd is altijd bereid. De wereld kan ulieden niet haten, maar Mij haat zij, omdat Ik van dezelve getuig, dat haar werken boos zijn. Gaat gijlieden op tot dit feest; Ik ga nog niet op tot dit feest; want Mijn tijd is nog niet vervuld. En als Hij deze dingen tot hen gezegd had, bleef Hij in Galiléa.
Johannes 7:1-9 Herziene Statenvertaling (HSV)
En hierna trok Jezus rond in Galilea, want Hij wilde niet in Judea rondtrekken, omdat de Joden Hem probeerden te doden. En het feest van de Joden, het Loofhuttenfeest, was aanstaande. Zijn broers dan zeiden tegen Hem: Vertrek vanhier en ga weg naar Judea, zodat ook Uw discipelen de werken die U doet kunnen zien. Want niemand doet iets in het verborgene, en streeft er tegelijk zelf naar dat men openlijk over hem spreekt. Als U deze dingen doet, maak Uzelf dan openbaar aan de wereld. Want ook Zijn broers geloofden niet in Hem. Jezus dan zei tegen hen: Mijn tijd is nog niet aangebroken, maar uw tijd is er altijd. De wereld kan u niet haten, maar Mij haat zij, omdat Ik van haar getuig dat haar werken slecht zijn. Gaat u naar dit feest; Ik ga nog niet naar dit feest, want Mijn tijd is nog niet vervuld. En nadat Hij dit tegen hen gezegd had, bleef Hij in Galilea.
Johannes 7:1-9 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
En daarna trok Jezus rond in Galilea; want Hij wilde Zich in Judea niet ophouden, omdat de Joden Hem trachtten te doden. Nu was het feest der Joden, Loofhutten, nabij. Zijn broeders dan zeiden tot Hem: Ga vanhier en reis naar Judea, opdat ook uw discipelen uw werken aanschouwen, die Gij doet. Want niemand doet iets in het verborgen en tracht tegelijk zelf de aandacht te trekken. Indien Gij zulke dingen doet, maak, dat Gij bekend wordt aan de wereld. Want zelfs zijn broeders geloofden niet in Hem. Jezus dan zeide tot hen: Mijn tijd is nog niet gekomen, maar uw tijd is steeds bereid. U kan de wereld niet haten, maar Mij haat zij, omdat Ik van haar getuig, dat haar werken boos zijn. Gaat gij op naar het feest; Ik ga niet op naar dit feest, omdat mijn tijd nog niet vervuld is. En nadat Hij dit tot hen gezegd had, bleef Hij in Galilea.
Johannes 7:1-9 Het Boek (HTB)
Hierna trok Jezus rond door Galilea. Hij wilde niet naar Judea, omdat de Joodse leiders erop uit waren om Hem te doden. Het liep tegen de tijd van het Loofhuttenfeest. Daarom zeiden zijn broers tegen Hem: ‘U moet hier niet blijven. Ga naar Judea, dan kunnen uw leerlingen daar ook zien wat voor geweldige dingen U doet. Wie bekend wil worden, kan niet achter de schermen blijven. Als U werkelijk zo groot bent, laat het dan aan de wereld zien.’ Want ook zijn broers geloofden niet dat Hij de Christus was. Jezus antwoordde hun: ‘Het is mijn tijd nog niet. Jullie kunnen gaan wanneer je wilt, want de wereld kan jullie niet haten. De wereld haat Mij omdat Ik haar beschuldig van slechte dingen. Gaan jullie maar naar het feest. Ik ga nog niet omdat mijn tijd nog niet is aangebroken.’ En Hij bleef in Galilea, zoals Hij had gezegd.
Johannes 7:1-9 BasisBijbel (BB)
Daarna trok Jezus rond door Galilea. Want Hij wilde niet door Judea rondreizen, omdat de Joodse leiders daar Hem wilden doden. Het was bijna Loofhuttenfeest. Jezus' broers zeiden spottend tegen Hem: "Ga toch naar Judea. Want ook je leerlingen dáár moeten de geweldige dingen zien die Jij doet. Want iemand die bekend wil worden, moet niet tegelijk proberen om niet op te vallen. Als Jij dan zo graag bijzondere dingen wil doen, zorg er dan voor dat alle mensen het horen en zien." Want ook Jezus' broers geloofden Hem niet. Jezus zei tegen hen: "Daar is het nog niet de tijd voor. Jullie kunnen doen wat jullie willen. Jullie worden niet door de mensen gehaat. Maar Mij haten ze wel. Want Ik zeg tegen de mensen dat ze slechte dingen doen. Gaan jullie maar naar het feest. Ik ga nu nog niet. Het is voor Mij nog niet de juiste tijd om erheen te gaan." Daarna bleef Hij nog een poosje in Galilea.