Johannes 19:38-39
Johannes 19:38-39 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
En daarna Jozef van Arimathéa (die een discipel van Jezus was, maar bedekt om de vreze der Joden), bad Pilatus, dat hij mocht het lichaam van Jezus wegnemen; en Pilatus liet het toe. Hij dan ging en nam het lichaam van Jezus weg. En Nicodémus kwam ook (die des nachts tot Jezus eerst gekomen was), brengende een mengsel van mirre en aloë; omtrent honderd ponden gewichts.
Johannes 19:38-39 Herziene Statenvertaling (HSV)
En daarna vroeg Jozef van Arimathea, die een discipel van Jezus was (maar in het geheim, uit vrees voor de Joden) aan Pilatus het lichaam van Jezus te mogen wegnemen; en Pilatus stond het toe. Hij dan ging en nam het lichaam van Jezus weg. En Nicodemus (die eerst 's nachts naar Jezus toe gekomen was) kwam ook en bracht een mengsel van mirre en aloë mee, ongeveer honderd pond.
Johannes 19:38-39 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
En daarna vroeg Jozef van Arimatea, een discipel van Jezus, maar in het verborgen uit vrees voor de Joden, aan Pilatus het lichaam van Jezus te mogen wegnemen; en Pilatus stond het toe. Hij kwam dan en nam zijn lichaam weg. En ook kwam Nikodemus, die de eerste maal des nachts tot Hem gekomen was, en hij bracht een mengsel mede van mirre en aloë, ongeveer honderd pond.
Johannes 19:38-39 Het Boek (HTB)
Na deze gebeurtenissen vroeg Jozef van Arimathea aan Pilatus of hij Jezusʼ lichaam mocht wegnemen. Pilatus vond het goed. Deze Jozef was een leerling van Jezus. Maar hij had er niet voor durven uitkomen, omdat hij bang was voor de Joden. Daarop haalde hij Jezusʼ lichaam van het kruis af. Nikodemus, die op een nacht met Jezus was komen praten, ging met hem mee. Hij had ruim dertig kilo balsemkruiden bij zich, een mengsel van mirre en aloë.
Johannes 19:38-39 BasisBijbel (BB)
Jozef, een man uit Arimatea, ging aan Pilatus vragen of hij het lichaam van Jezus mocht begraven. (Hij was ook een leerling van Jezus. Maar hij hield dat geheim, omdat hij bang was voor de Joodse leiders.) Pilatus vond het goed en Jozef nam het lichaam mee. Nikodemus kwam ook. Hij was de man die de eerste keer 's nachts bij Jezus was gekomen. Hij bracht 100 ponden (30 kilo) mirre en aloë mee.