Johannes 19:28-37
Johannes 19:28-37 Het Boek (HTB)
Jezus wist dat alles wat gedaan moest worden, nu gedaan was en zei, zoals er geschreven staat: ‘Ik heb dorst.’ Een van de soldaten doopte een spons in een kan met zure wijn. Hij stak die op een stok en hield hem bij Jezusʼ mond. Toen Jezus wat van de wijn gedronken had, zei Hij: ‘Mijn taak is vervuld!’ Hij boog zijn hoofd en gaf de geest. Die avond zou de sabbat beginnen. Daarom wilden de Joden niet dat de lichamen nog langer aan de kruisen zouden blijven hangen. Zij vroegen Pilatus hun benen te laten breken. Dan zouden zij eerder sterven en konden de lichamen vóór de sabbat van het kruis worden afgenomen, want dat was erg belangrijk. Daarop braken de soldaten eerst de benen van de twee mannen die gelijk met Jezus waren gekruisigd. Maar toen zij bij Jezus kwamen, zagen zij dat Hij al gestorven was. Daarom braken zij zijn benen niet. Wel stak een van de soldaten zijn speer in Jezusʼ zij. Meteen kwam er bloed en water uit. Johannes heeft dit met eigen ogen gezien en zijn verklaring is betrouwbaar. Hij weet dat hij de waarheid spreekt en wil dat ook u gelooft. Wat er met Jezus gebeurde, klopt met wat er geschreven staat: ‘Geen van zijn botten zal gebroken worden.’ En ergens anders staat: ‘Zij zullen kijken naar Hem die zij hebben doorstoken.’
Johannes 19:28-37 BasisBijbel (BB)
Hierna zei Jezus, omdat Hij wist dat Hij nu alles had gedaan wat Hij moest doen: "Ik heb dorst!" Zo gebeurde wat van tevoren in de Boeken was gezegd. Er stond een kruik met zure wijn. Ze doopten daar een spons in en staken die op een stok. Zo kon Hij van de spons drinken. Toen Jezus van de zure wijn had gedronken, zei Hij: "Alles is gedaan!" En Hij boog zijn hoofd en stierf. De Joden wilden niet dat de mannen op de heilige rustdag aan het kruis zouden blijven hangen. (Het was namelijk een bijzondere heilige rustdag, omdat hij in de week van het Feest van de Ongegiste Broden viel.) Daarom vroegen ze aan Pilatus om de benen van de mannen te laten breken en ze dan van het kruis te laten halen. Want het was nu de dag van de voorbereiding. Toen kwamen de soldaten en braken de benen van de twee mannen die tegelijk met Jezus waren gekruisigd. Maar toen ze bij Jezus kwamen, zagen ze dat Hij al was gestorven. Daarom braken ze zijn benen niet. Maar één van de soldaten stak voor de zekerheid zijn speer in Jezus' zij. Onmiddellijk kwam er water en bloed uit. Ik, Johannes, heb dat zelf gezien. Daarom heb ik het jullie verteld, en ik hoop dat jullie het ook geloven. Want het is echt waar. Dit is gebeurd zodat werkelijkheid zou worden wat in de Boeken van tevoren al is gezegd: 'Geen één van zijn botten zal worden gebroken.' En ergens anders staat in de Boeken: 'Ze zullen kijken naar de Man die ze hebben doorstoken.'
Johannes 19:28-37 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Hierna Jezus, wetende, dat nu alles volbracht was, opdat de Schrift zou vervuld worden, zeide: Mij dorst. Daar stond dan een vat vol ediks, en zij vulden een spons met edik, en omlegden ze met hysop, en brachten ze aan Zijn mond. Toen Jezus dan den edik genomen had, zeide Hij: Het is volbracht! En het hoofd buigende, gaf den geest. De Joden dan, opdat de lichamen niet aan het kruis zouden blijven op den sabbat, dewijl het de voorbereiding was (want die dag des sabbats was groot), baden Pilatus, dat hun benen zouden gebroken, en zij weggenomen worden. De krijgsknechten dan kwamen, en braken wel de benen des eersten, en des anderen, die met Hem gekruist was; Maar komende tot Jezus, als zij zagen, dat Hij nu gestorven was, zo braken zij Zijn benen niet. Maar een der krijgsknechten doorstak Zijn zijde met een speer, en terstond kwam er bloed en water uit. En die het gezien heeft, die heeft het getuigd, en zijn getuigenis is waarachtig; en hij weet, dat hij zegt, hetgeen waar is, opdat ook gij geloven moogt. Want deze dingen zijn geschied, opdat de Schrift vervuld worde: Geen been van Hem zal verbroken worden. En wederom zegt een andere Schrift: Zij zullen zien, in Welken zij gestoken hebben.
Johannes 19:28-37 Herziene Statenvertaling (HSV)
Hierna zei Jezus, omdat Hij wist dat nu alles volbracht was, opdat het Schriftwoord vervuld zou worden: Ik heb dorst! Er stond dan een kruik vol zure wijn en ze vulden een spons met zure wijn, omwikkelden die met hysop en brachten die aan Zijn mond. Toen Jezus dan de zure wijn genomen had, zei Hij: Het is volbracht! En Hij boog het hoofd en gaf de geest. Opdat de lichamen niet aan het kruis zouden blijven op de sabbat, omdat het de voorbereiding was (want de dag van die sabbat was een grote dag), vroegen de Joden dan aan Pilatus of hun benen gebroken en zij weggenomen mochten worden. De soldaten dan kwamen en braken wel de benen van de eerste en van de ander die met Hem gekruisigd was, maar toen zij bij Jezus kwamen en zagen dat Hij al gestorven was, braken zij Zijn benen niet. Maar een van de soldaten stak met een speer in Zijn zij en meteen kwam er bloed en water uit. En die het gezien heeft, die getuigt ervan, en zijn getuigenis is waar, en hij weet dat hij de waarheid spreekt, opdat ook u gelooft. Want deze dingen zijn geschied, opdat het Schriftwoord vervuld wordt: Geen been van Hem zal gebroken worden. En verder zegt een ander Schriftwoord: Zij zullen zien op Hem Die zij doorstoken hebben.
Johannes 19:28-37 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Hierna zeide Jezus, daar Hij wist, dat alles reeds volbracht was, opdat de Schrift vervuld zou worden: Mij dorst! Er stond een kruik vol zure wijn; zij staken dan een spons, gedrenkt met zure wijn, op een hysopstengel en brachten die aan zijn mond. Toen Jezus dan de zure wijn genomen had, zeide Hij: Het is volbracht! En Hij boog het hoofd en gaf de geest. De Joden dan, daar het Voorbereiding was en de lichamen niet op sabbat aan het kruis mochten blijven – want de dag van die sabbat was groot – vroegen Pilatus, dat hun benen gebroken en zij weggenomen zouden worden. De soldaten dan kwamen en braken de benen van de eerste en van de andere, die met Hem gekruisigd waren; maar toen zij bij Jezus gekomen waren en zagen, dat Hij reeds gestorven was, braken zij zijn benen niet, maar een van de soldaten stak met een speer in zijn zijde en terstond kwam er bloed en water uit. En die het gezien heeft, heeft ervan getuigd en zijn getuigenis is waarachtig en hij weet, dat hij de waarheid spreekt, opdat ook gij gelooft. Want dit is geschied, opdat het schriftwoord zou vervuld worden: Geen been van Hem zal verbrijzeld worden. En weder zegt een ander schriftwoord: Zij zullen zien op Hem, die zij doorstoken hebben.