Johannes 12:4-6
Johannes 12:4-6 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Zo zeide dan een van Zijn discipelen, namelijk Judas, Simons zoon, Iskariot, die Hem verraden zou: Waarom is deze zalf niet verkocht voor driehonderd penningen, en den armen gegeven? En dit zeide hij, niet omdat hij bezorgd was voor de armen, maar omdat hij een dief was, en de beurs had, en droeg hetgeen gegeven werd.
Johannes 12:4-6 Herziene Statenvertaling (HSV)
Toen zei een van Zijn discipelen, Judas Iskariot, de zoon van Simon, die Hem verraden zou: Waarom is deze zalf niet voor driehonderd penningen verkocht en aan de armen gegeven? En dit zei hij niet omdat hij zich bekommerde om de armen, maar omdat hij een dief was, en de beurs beheerde en droeg wat gegeven werd.
Johannes 12:4-6 BasisBijbel (BB)
Maar één van de leerlingen werd boos. Dat was Judas Iskariot, die Hem later zou verraden. Hij zei: "Waarom is deze dure parfum niet voor 300 zilverstukken verkocht? Dan hadden we dat geld aan de arme mensen kunnen geven!" Hij zei dat niet omdat hij zo graag de arme mensen wilde helpen, maar omdat hij een dief was. Hij bewaarde het geld dat ze van de mensen kregen, maar nam daarvan voor zichzelf.
Johannes 12:4-6 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Maar Judas Iskariot, één van zijn discipelen, die Hem verraden zou, zeide: Waarom is deze mirre niet voor driehonderd schellingen verkocht en aan de armen gegeven? Maar dit zeide hij niet, omdat hij zich om de armen bekommerde, maar omdat hij een dief was en als beheerder der kas de inkomsten wegnam.
Johannes 12:4-6 Het Boek (HTB)
Een van de leerlingen, Judas Iskariot, die Hem later uitleveren zou, zei: ‘Die olie is een kapitaal waard! Dat geld had beter besteed kunnen worden. U had het aan de armen kunnen geven.’ Niet dat hij zich zo om de armen bekommerde, maar hij was een dief. Hij hield de kas en van het geld dat binnenkwam, nam hij vaak iets weg voor zichzelf.