Johannes 11:19-27
Johannes 11:19-27 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
En velen uit de Joden waren gekomen tot Martha en Maria, opdat zij haar vertroosten zouden over haar broeder. Martha dan, als zij hoorde, dat Jezus kwam, ging Hem tegemoet; doch Maria bleef in huis zitten. Zo zeide Martha dan tot Jezus: Heere, waart Gij hier geweest, zo ware mijn broeder niet gestorven; Maar ook nu weet ik, dat alles, wat Gij van God begeren zult, God U het geven zal. Jezus zeide tot haar: Uw broeder zal wederopstaan. Martha zeide tot Hem: Ik weet, dat hij opstaan zal in de opstanding ten laatsten dage. Jezus zeide tot haar: Ik ben de Opstanding en het Leven; die in Mij gelooft zal leven, al ware hij ook gestorven; En een iegelijk, die leeft, en in Mij gelooft, zal niet sterven in der eeuwigheid. Gelooft gij dat? Zij zeide tot Hem: Ja, Heere; ik heb geloofd, dat Gij zijt de Christus, de Zone Gods, Die in de wereld komen zou.
Johannes 11:19-27 Herziene Statenvertaling (HSV)
En velen van de Joden waren naar Martha en Maria gekomen om hen te troosten over hun broer. Zodra Martha dan hoorde dat Jezus kwam, ging zij Hem tegemoet, maar Maria bleef in huis zitten. Martha nu zei tegen Jezus: Heere, als U hier geweest was, zou mijn broer niet gestorven zijn, maar ook nu weet ik dat God U alles wat U van God vraagt, geven zal. Jezus zei tegen haar: Uw broer zal weer opstaan. Martha zei tegen Hem: Ik weet dat hij zal opstaan bij de opstanding op de laatste dag. Jezus zei tegen haar: Ik ben de Opstanding en het Leven; wie in Mij gelooft, zal leven, ook al was hij gestorven, en ieder die leeft en in Mij gelooft, zal niet sterven in eeuwigheid. Gelooft u dat? Zij zei tegen Hem: Ja, Heere, ik geloof dat U de Christus bent, de Zoon van God, Die in de wereld komen zou.
Johannes 11:19-27 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Velen uit de Joden waren tot Marta en Maria gekomen om haar te troosten over haar broeder. Toen nu Marta hoorde, dat Jezus kwam, ging zij Hem tegemoet, doch Maria bleef in huis zitten. Marta dan zeide tot Jezus: Here, indien Gij hier geweest waart, zou mijn broeder niet gestorven zijn. Ook nu weet ik, dat God U geven zal al wat Gij van God begeert. Jezus zeide tot haar: Uw broeder zal opstaan. Marta zeide tot Hem: Ik weet, dat hij zal opstaan bij de opstanding ten jongsten dage. Jezus zeide tot haar: Ik ben de opstanding en het leven; wie in Mij gelooft, zal leven, ook al is hij gestorven, en een ieder, die leeft en in Mij gelooft, zal in eeuwigheid niet sterven; gelooft gij dat? Zij zeide tot Hem: Ja, Here, ik heb geloofd, dat Gij zijt de Christus, de Zoon van God, die in de wereld komen zou.
Johannes 11:19-27 Het Boek (HTB)
Er waren verscheidene Joden gekomen om Martha en Maria te troosten over het verlies van hun broer. Zodra Martha hoorde dat Jezus er aankwam, ging zij Hem tegemoet. Maar Maria bleef thuis. ‘Here,’ zei Martha tegen Jezus, ‘als U hier geweest was, zou mijn broer niet gestorven zijn. Maar ik ben er zeker van dat God U ook nu zal geven wat U Hem vraagt.’ ‘Je broer wordt weer levend, Martha,’ zei Jezus. ‘Ja, dat weet ik,’ antwoordde zij. ‘Hij zal weer levend worden als hij op de laatste dag uit de dood terugkomt.’ ‘Ik geef de doden het leven terug,’ zei Jezus tegen haar. ‘Ik ben Zelf het leven. Wie in Mij gelooft, zal leven, zelfs als hij gestorven is. Wie leeft en in Mij gelooft, zal nooit sterven. Geloof je dat?’ ‘Ja, Here,’ antwoordde zij. ‘Ik geloof dat U de Christus bent, de Zoon van God, die in de wereld komen zou.’
Johannes 11:19-27 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Er waren veel Joden gekomen om Maria en Marta te troosten over de dood van hun broer. Toen Marta hoorde dat Jezus eraan kwam, ging ze naar Hem toe. Maar Maria bleef thuis zitten. Marta zei tegen Jezus: "Heer, als U hier was geweest, zou mijn broer niet gestorven zijn! Maar ik weet zeker dat God U ook nu alles zal geven wat U van Hem vraagt." Jezus zei tegen haar: "Je broer zal opstaan uit de dood." Marta antwoordde: "Ik weet dat hij zal opstaan uit de dood, op de laatste dag, als alle doden weer opstaan." Jezus zei tegen haar: "IK BEN de opstanding en het leven. Iedereen die in Mij gelooft, zal leven, zelfs als hij al gestorven is. En iedereen die leeft en in Mij gelooft, zal nooit meer sterven. Geloof je dat?" Ze zei tegen Hem: "Ja Heer, ik geloof dat U de Messias bent, de Zoon van God die op aarde zou komen."