Jeremia 18:1-12
Jeremia 18:1-12 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Het woord, dat tot Jeremia geschied is van den HEERE, zeggende: Maak u op, en ga af in het huis des pottenbakkers, en aldaar zal Ik u Mijn woorden doen horen. Zo ging ik af in het huis des pottenbakkers; en ziet, hij maakte een werk op de schijven. En het vat, dat hij maakte, werd verdorven, als leem, in de hand des pottenbakkers; toen maakte hij daarvan weder een ander vat, gelijk als het recht was in de ogen des pottenbakkers te maken. Toen geschiedde des HEEREN woord tot mij, zeggende: Zal Ik ulieden niet kunnen doen, gelijk deze pottenbakker, o huis Israëls? spreekt de HEERE; ziet, gelijk leem in de hand des pottenbakkers, alzo zijt gijlieden in Mijn hand, o huis Israëls! In een ogenblik zal Ik spreken over een volk en over een koninkrijk, dat Ik het zal uitrukken, en afbreken, en verdoen; Maar indien datzelve volk, over hetwelk Ik zulks gesproken heb, zich van zijn boosheid bekeert, zo zal Ik berouw hebben over het kwaad, dat Ik hetzelve gedacht te doen. Ook zal Ik in een ogenblik spreken over een volk en over een koninkrijk, dat Ik het zal bouwen en planten; Maar indien het doet, dat kwaad is in Mijn ogen, dat het naar Mijn stem niet hoort, zo zal Ik berouw hebben over het goede, met hetwelk Ik gezegd had hetzelve te zullen weldoen. Nu dan, spreek nu tot de mannen van Juda en tot de inwoners van Jeruzalem, zeggende: Zo zegt de HEERE: Ziet, Ik formeer een kwaad tegen ulieden, en denk tegen ulieden een gedachte; zo bekeert u nu, een iegelijk van zijn bozen weg, en maakt uw wegen en uw handelingen goed. Doch zij zeggen: Het is buiten hoop; maar wij zullen naar onze gedachten wandelen, en wij zullen doen, een iegelijk het goeddunken van zijn boos hart.
Jeremia 18:1-12 Herziene Statenvertaling (HSV)
Het woord dat van de HEERE gekomen is tot Jeremia: Sta op en daal af naar het huis van de pottenbakker. Daar zal Ik u Mijn woorden doen horen. Zo daalde ik af naar het huis van de pottenbakker. En zie, hij was op de draaischijven een werkstuk aan het maken. Mislukte de pot die hij aan het maken was met de klei in de hand van de pottenbakker, dan maakte hij daarvan weer een andere pot, zoals het in de ogen van de pottenbakker goed was om te maken. Toen kwam het woord van de HEERE tot mij: Zou Ik met u niet kunnen doen zoals deze pottenbakker, huis van Israël? spreekt de HEERE. Zie, zoals de klei in de hand van de pottenbakker, zo bent u in Mijn hand, huis van Israël. Het ene ogenblik doe Ik de uitspraak over een volk en over een koninkrijk dat Ik het weg zal rukken, af zal breken en zal doen ondergaan. Bekeert zich dat volk waarover Ik die uitspraak heb gedaan echter van zijn kwaad, dan zal Ik berouw hebben over het kwade dat Ik het dacht aan te doen. Het andere ogenblik doe Ik de uitspraak over een volk en over een koninkrijk dat Ik het zal bouwen en planten. Doet het echter wat kwaad is in Mijn ogen door niet te luisteren naar Mijn stem, dan zal Ik berouw hebben over het goede waarmee Ik zei het goed te doen. Nu dan, zeg toch tegen de mannen van Juda en tegen de inwoners van Jeruzalem: Zo zegt de HEERE: Zie, Ik bereid onheil tegen u, bedenk een plan tegen u. Bekeer u toch, ieder van zijn slechte weg. Maak uw wegen en uw daden goed. Zij zeggen echter: Daar is geen hoop op, wij volgen immers onze eigen plannen. We doen ieder overeenkomstig zijn verharde, boosaardige hart.
Jeremia 18:1-12 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Het woord, dat van de HERE tot Jeremia kwam: Maak u op, daal af naar het huis van de pottenbakker, en daar zal Ik u mijn woorden doen horen. Toen daalde ik af naar het huis van de pottenbakker, en zie, hij was juist bezig een werkstuk te maken op de schijf. Mislukte de pot die hij bezig was te maken, zoals dat gaat met leem in de hand van de pottenbakker, dan maakte hij daarvan weer een andere pot, zoals het de pottenbakker goed dacht te maken. Toen kwam het woord des HEREN tot mij: Zal Ik niet met u kunnen doen zoals deze pottenbakker, o huis Israëls? luidt het woord des HEREN. Zie, als leem in de hand van de pottenbakker, zo zijt gij in mijn hand, huis Israëls! Het ene ogenblik doe Ik over een volk en een koninkrijk de uitspraak, dat Ik het zal uitrukken, afbreken en verdelgen; maar bekeert zich dit volk waarover Ik een uitspraak deed, van zijn boosheid, dan zal Ik berouw hebben over het kwaad dat Ik hun dacht aan te doen. Het andere ogenblik doe Ik over een volk en een koninkrijk de uitspraak, dat Ik het zal bouwen en planten; maar, doet het wat kwaad is in mijn ogen door niet naar mijn stem te horen, dan zal Ik berouw hebben over het goede waarmede Ik had gezegd hun te zullen weldoen. Nu dan, zeg toch tot de mannen van Juda en de inwoners van Jeruzalem: Zo zegt de HERE: zie, Ik bereid rampspoed over u en beraam tegen u een plan; bekeert u toch een ieder van zijn boze weg en betert uw handel en wandel. Doch zij zeggen: Het baat niet, want wij zullen onze eigen gedachten volgen en een ieder naar de verstoktheid van zijn boos hart handelen.
Jeremia 18:1-12 Het Boek (HTB)
Dit is een volgende boodschap van de HERE aan Jeremia: ‘Ga naar de werkplaats waar aarden potten en kruiken worden gemaakt, daar zal Ik verder met u spreken.’ Ik deed wat Hij mij opdroeg en trof de pottenbakker aan, terwijl hij aan zijn draaischijf zat te werken. Maar de kruik die hij onder handen had, werd niet goed. Daarom kneedde hij hem weer tot een klomp klei en begon opnieuw. Toen zei de HERE: ‘Israël, kan Ik met u niet hetzelfde doen als deze pottenbakker met zijn klei? Zoals de klei in de handen van de pottenbakker, zo bent u in mijn hand. Als Ik aankondig dat een land of koninkrijk moet worden vernietigd en dat volk keert terug van zijn zondige wegen, dan wil Ik mijn genade tonen en zal Ik het niet vernietigen, zoals was aangekondigd. En als Ik aankondig dat Ik een land groot en machtig zal maken, maar dat land begint te zondigen en weigert Mij te gehoorzamen, dan zal Ik van gedachten veranderen en dat land niet zegenen, zoals Ik had beloofd. Waarschuw daarom Juda en Jeruzalem met deze woorden: luister naar de woorden van de HERE. Ik ben van plan een ramp over u voor te bereiden, dus bekeer u van uw zondige praktijken en doe wat goed is. Maar zij zullen antwoordden: “Verspil uw energie maar niet. Wij zijn echt niet van plan te doen wat God zegt. Wij maken zelf wel uit wat wij doen en we zullen gewoon doorgaan met alles wat ons hart ons ingeeft, ook al is dat zondig!” ’
Jeremia 18:1-12 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
De Heer zei tegen Jeremia: "Ga naar het huis van de pottenbakker. Daar zal Ik verder tot je spreken." Ik ging naar het huis van de pottenbakker. Hij was bezig iets op de draaischijf te maken. Maar de pot op de draaischijf mislukte. Daarom begon hij overnieuw. Hij maakte met dezelfde klei een andere pot, waar hij wel tevreden over was. Toen zei de Heer tegen mij: "Volk van Israël, Ik kan met jullie toch hetzelfde doen als de pottenbakker met zijn klei? zegt de Heer. Let op, jullie zijn in mijn handen als de klei in de handen van de pottenbakker, volk van Israël! De ene keer zeg Ik van een volk of koninkrijk dat Ik het zal uitrukken, afbreken en vernietigen. Maar als dat volk dan stopt met de slechte dingen die het doet en gaat leven zoals Ik het wil, zal Ik mijn plannen veranderen. Ik zal niet doen wat Ik had besloten. Een andere keer zeg Ik van een volk of koninkrijk dat Ik het zal opbouwen en machtig zal maken. Maar als dat volk dingen doet die Ik niet wil en het niet naar Mij luistert, zal Ik mijn plannen veranderen. Ik zal niet de goede dingen doen die Ik over hen besloten had. Zeg nu tegen de bewoners van Juda en Jeruzalem: 'Dit zegt de Heer: Ik leg een ramp voor jullie klaar. Ik heb mijn plannen klaar. Houd dus op met de slechte dingen die jullie doen. Leef voortaan zoals Ik het wil. [ Dan zal het niet gebeuren. ]' Maar ze zullen antwoorden: 'Geen sprake van! We doen wat we zelf willen. We gaan onze eigen gang.'