Richteren 8:33-35
Richteren 8:33-35 Herziene Statenvertaling (HSV)
Maar het gebeurde, toen Gideon gestorven was, dat de Israëlieten zich afkeerden en als in hoererij achter de Baäls aan gingen. En zij maakten voor zich Baäl-Berith tot een god. En de Israëlieten dachten niet meer aan de HEERE, hun God, Die hen gered had uit de hand van al hun vijanden van rondom. En zij bewezen het huis van Jerubbaäl – dat is Gideon – geen goedertierenheid voor al het goede dat hij voor Israël had gedaan.
Richteren 8:33-35 Het Boek (HTB)
Na Gideons dood werden de Israëlieten God opnieuw ontrouw en zij begonnen afgodsbeelden van Baäl en Baäl-Berith te aanbidden. Zij dachten niet meer aan de HERE, hun God, die hen had verlost van de hen omringende vijanden. Ook waren ze de familie van Gideon niet meer dankbaar voor alles wat Gideon voor Israël had gedaan.
Richteren 8:33-35 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
En het geschiedde, als Gideon gestorven was, dat de kinderen Israëls zich omkeerden, en de Baäls nahoereerden; en zij stelden zich Baäl-Berith tot een god. En de kinderen Israëls dachten niet aan den HEERE, hun God, Die hen gered had van de hand van al hun vijanden van rondom. En zij deden geen weldadigheid bij het huis van Jerubbaäl, dat is Gideon, naar al het goede, dat hij bij Israël gedaan had.
Richteren 8:33-35 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
En nadat Gideon gestorven was, gingen de Israëlieten opnieuw overspelig de Baäls nalopen en maakten Baäl-Berit tot hun god; de Israëlieten dachten niet aan de HERE, hun God, die hen uit de macht van al hun vijanden rondom gered had, en waren het huis van Jerubbaäl-Gideon niet erkentelijk in verhouding tot al het goede, dat hij aan Israël gedaan had.
Richteren 8:33-35 BasisBijbel (BB)
Na de dood van Gideon gingen de Israëlieten Baäl-Berit aanbidden. Ze dachten niet meer aan hun Heer God die hen had gered uit de macht van al hun vijanden. En ze waren de familie van Jerubbaäl-Gideon niet dankbaar voor alles wat hij voor hen had gedaan.