Richteren 17:1-6
Richteren 17:1-6 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
En er was een man van het gebergte van Efraïm, wiens naam was Micha. Die zeide tot zijn moeder: De duizend en honderd zilverlingen, die u ontnomen zijn, om dewelke gij gevloekt hebt, en ook voor mijn oren gesproken hebt, zie, dat geld is bij mij, ik heb dat genomen. Toen zeide zijn moeder: Gezegend zij mijn zoon den HEERE! Alzo gaf hij aan zijn moeder de duizend en honderd zilverlingen weder. Doch zijn moeder zeide: Ik heb dat geld den HEERE ganselijk geheiligd van mijn hand, voor mijn zoon, om een gesneden beeld en een gegoten beeld te maken; zo zal ik het u nu wedergeven. Maar hij gaf dat geld aan zijn moeder weder. En zijn moeder nam tweehonderd zilverlingen, en gaf ze den goudsmid, die maakte daarvan een gesneden beeld en een gegoten beeld; dat was in het huis van Micha. En de man Micha had een godshuis; en hij maakte een efod, en terafim, en vulde de hand van een uit zijn zonen, dat hij hem tot een priester ware. In diezelve dagen was er geen koning in Israël; een iegelijk deed, wat recht was in zijn ogen.
Richteren 17:1-6 Herziene Statenvertaling (HSV)
Er was een man uit het bergland van Efraïm, die Micha heette. Deze zei tegen zijn moeder: De elfhonderd zilverstukken die u ontnomen zijn en waarover ú een vervloeking hebt geuit en die ook ten aanhoren van mij hebt uitgesproken, zie, dat geld is bij mij: ík had het weggenomen. Daarop zei zijn moeder: Gezegend zij mijn zoon door de HEERE! Zo gaf hij de elfhonderd zilverstukken aan zijn moeder terug. Maar zijn moeder zei: Ik heb dat geld geheel aan de HEERE geheiligd en het uit handen gegeven aan mijn zoon, om een gesneden en gegoten beeld te maken. Dus geef ik het nu aan jou terug. Hij gaf het geld echter aan zijn moeder terug. En zijn moeder nam tweehonderd zilverstukken en gaf ze aan de edelsmid, die daarvan een gesneden en een gegoten beeld maakte. En het stond in het huis van Micha. En de man Micha had een godshuis. Ook maakte hij een efod en afgodsbeeldjes, en wijdde een van zijn zonen om voor hem tot priester te zijn. In die dagen was er geen koning in Israël: eenieder deed wat juist was in zijn ogen.
Richteren 17:1-6 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
In de bergen van Efraïm woonde een man die Micha heette. Op een dag zei hij tegen zijn moeder: "Er waren laatst toch 1100 zilverstukken van u gestolen? U heeft toen een vervloeking uitgesproken [ over de dief ]. Maar ik had dat geld van u gepakt." Toen zei zijn moeder: "Ik hoop dat de Heer je ervoor zal zegenen [ dat je me het eerlijk hebt gezegd ]!" Hij gaf het geld aan zijn moeder terug. Maar zij zei: "Luister, ik geef dit geld allemaal aan de Heer. Ik geef het aan jou, dan kun je er een beeld van maken. Hier is het." Maar hij wilde het geld niet aannemen. Toen nam ze 200 zilverstukken en gaf die aan een zilversmid. Hij moest er een godenbeeld van maken. Dat zette ze in het huis van Micha. Want deze Micha had namelijk een heiligdom. Hij had een borsttas gemaakt zoals de hogepriester had om de Heer mee om raad te vragen, en een aantal godenbeeldjes. Eén van zijn zonen had hij priester gemaakt. In die tijd was er geen koning in Israël. Iedereen deed wat hij wilde.
Richteren 17:1-6 Het Boek (HTB)
In de bergen van Efraïm woonde een man die Micha heette. Op een dag zei hij tegen zijn moeder: ‘Die elfhonderd zilverstukken waarvan u dacht dat ze waren gestolen en waarbij u toen over de dief een vloek hebt uitgesproken, had ik gestolen!’ ‘De HERE zegene je, omdat je dat hebt bekend,’ antwoordde zijn moeder. Daarop gaf hij haar het geld terug. ‘Ik wijd hierbij dit geld aan de HERE ten behoeve van jou,’ zei ze. ‘Ik zal daarvoor een houten beeld laten snijden en dat met zilver laten bekleden.’ Van het teruggegeven geld nam zij tweehonderd zilverstukken en gaf die aan een zilversmid, die er een gesneden beeld van maakte dat met zilver bekleed werd. Het beeld werd in Michaʼs huis neergezet. Micha had namelijk in zijn eigen huis een tempel voor God ingericht waar hij ook een efod en enkele terafim had, één van zijn zonen had hij tot priester gewijd. In die tijd was er immers geen koning in Israël, iedereen deed wat hem het beste leek.
Richteren 17:1-6 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
En er was een man van het gebergte van Efraïm, wiens naam was Micha. Die zeide tot zijn moeder: De duizend en honderd zilverlingen, die u ontnomen zijn, om dewelke gij gevloekt hebt, en ook voor mijn oren gesproken hebt, zie, dat geld is bij mij, ik heb dat genomen. Toen zeide zijn moeder: Gezegend zij mijn zoon den HEERE! Alzo gaf hij aan zijn moeder de duizend en honderd zilverlingen weder. Doch zijn moeder zeide: Ik heb dat geld den HEERE ganselijk geheiligd van mijn hand, voor mijn zoon, om een gesneden beeld en een gegoten beeld te maken; zo zal ik het u nu wedergeven. Maar hij gaf dat geld aan zijn moeder weder. En zijn moeder nam tweehonderd zilverlingen, en gaf ze den goudsmid, die maakte daarvan een gesneden beeld en een gegoten beeld; dat was in het huis van Micha. En de man Micha had een godshuis; en hij maakte een efod, en terafim, en vulde de hand van een uit zijn zonen, dat hij hem tot een priester ware. In diezelve dagen was er geen koning in Israël; een iegelijk deed, wat recht was in zijn ogen.
Richteren 17:1-6 Herziene Statenvertaling (HSV)
Er was een man uit het bergland van Efraïm, die Micha heette. Deze zei tegen zijn moeder: De elfhonderd zilverstukken die u ontnomen zijn en waarover ú een vervloeking hebt geuit en die ook ten aanhoren van mij hebt uitgesproken, zie, dat geld is bij mij: ík had het weggenomen. Daarop zei zijn moeder: Gezegend zij mijn zoon door de HEERE! Zo gaf hij de elfhonderd zilverstukken aan zijn moeder terug. Maar zijn moeder zei: Ik heb dat geld geheel aan de HEERE geheiligd en het uit handen gegeven aan mijn zoon, om een gesneden en gegoten beeld te maken. Dus geef ik het nu aan jou terug. Hij gaf het geld echter aan zijn moeder terug. En zijn moeder nam tweehonderd zilverstukken en gaf ze aan de edelsmid, die daarvan een gesneden en een gegoten beeld maakte. En het stond in het huis van Micha. En de man Micha had een godshuis. Ook maakte hij een efod en afgodsbeeldjes, en wijdde een van zijn zonen om voor hem tot priester te zijn. In die dagen was er geen koning in Israël: eenieder deed wat juist was in zijn ogen.
Richteren 17:1-6 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Er was een man uit het gebergte Efraïm, Micha genaamd. Deze zeide tot zijn moeder: De elfhonderd zilverstukken, die u ontvreemd zijn en om welke gij een vervloeking geuit en ook te mijnen aanhoren uitgesproken hebt – zie, dat geld is in mijn bezit, ik had het weggenomen. En zijn moeder zeide: Gezegend zij mijn zoon door de HERE. Daarop gaf hij de elfhonderd zilverstukken aan zijn moeder terug. Maar zijn moeder zeide: Voorwaar, ik heilig dit geld aan de HERE en sta het af ten behoeve van mijn zoon om er een gesneden en gegoten beeld van te maken. Nu dan, ik geef het u terug. Toen hij zijn moeder het geld teruggegeven had, nam zij tweehonderd zilverstukken en gaf ze aan een zilversmid, die er een gesneden en gegoten beeld van maakte, dat in het huis van Micha kwam te staan. Deze Micha had namelijk een godshuis. Hij maakte een efod en terafim, wijdde een zijner zonen en deze werd zijn priester. In die dagen was er geen koning in Israël; ieder deed wat goed was in zijn ogen.
Richteren 17:1-6 Het Boek (HTB)
In de bergen van Efraïm woonde een man die Micha heette. Op een dag zei hij tegen zijn moeder: ‘Die elfhonderd zilverstukken waarvan u dacht dat ze waren gestolen en waarbij u toen over de dief een vloek hebt uitgesproken, had ik gestolen!’ ‘De HERE zegene je, omdat je dat hebt bekend,’ antwoordde zijn moeder. Daarop gaf hij haar het geld terug. ‘Ik wijd hierbij dit geld aan de HERE ten behoeve van jou,’ zei ze. ‘Ik zal daarvoor een houten beeld laten snijden en dat met zilver laten bekleden.’ Van het teruggegeven geld nam zij tweehonderd zilverstukken en gaf die aan een zilversmid, die er een gesneden beeld van maakte dat met zilver bekleed werd. Het beeld werd in Michaʼs huis neergezet. Micha had namelijk in zijn eigen huis een tempel voor God ingericht waar hij ook een efod en enkele terafim had, één van zijn zonen had hij tot priester gewijd. In die tijd was er immers geen koning in Israël, iedereen deed wat hem het beste leek.
Richteren 17:1-6 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
In de bergen van Efraïm woonde een man die Micha heette. Op een dag zei hij tegen zijn moeder: "Er waren laatst toch 1100 zilverstukken van u gestolen? U heeft toen een vervloeking uitgesproken [ over de dief ]. Maar ik had dat geld van u gepakt." Toen zei zijn moeder: "Ik hoop dat de Heer je ervoor zal zegenen [ dat je me het eerlijk hebt gezegd ]!" Hij gaf het geld aan zijn moeder terug. Maar zij zei: "Luister, ik geef dit geld allemaal aan de Heer. Ik geef het aan jou, dan kun je er een beeld van maken. Hier is het." Maar hij wilde het geld niet aannemen. Toen nam ze 200 zilverstukken en gaf die aan een zilversmid. Hij moest er een godenbeeld van maken. Dat zette ze in het huis van Micha. Want deze Micha had namelijk een heiligdom. Hij had een borsttas gemaakt zoals de hogepriester had om de Heer mee om raad te vragen, en een aantal godenbeeldjes. Eén van zijn zonen had hij priester gemaakt. In die tijd was er geen koning in Israël. Iedereen deed wat hij wilde.