Jesaja 48:12-22

Jesaja 48:12-22 Het Boek (HTB)

Luister naar Mij, mijn volk, mijn uitverkorenen! Ik alleen ben God, Ik ben de eerste, Ik ben de laatste. Mijn hand legde de fundamenten voor de aarde, de palm van mijn rechterhand strekte de hemelen boven u uit, Ik roep ze en ze komen tevoorschijn. Kom allemaal bijeen en luister! Welke van al uw afgoden heeft u ooit verteld: ‘De HERE houdt van de man die Hij zal gebruiken om een eind te maken aan het Babylonische rijk. Hij zal de legers van de Chaldeeën onder de voet lopen.’ Maar Ik zeg het. Ik heb hem geroepen, Ik heb hem dit laten doen en zal hem daarbij helpen. Kom dichterbij en luister goed. Ik heb u altijd duidelijk verteld wat zou gaan gebeuren, zodat u het allemaal goed kon begrijpen. En nu heeft de HERE God door zijn Geest mij deze boodschap voor u gegeven: de HERE, uw verlosser, de Heilige van Israël, zegt: Ik ben de HERE, uw God, die u leert wat goed voor u is en die u de paden wijst waarlangs u moet lopen. Och, had u toch maar naar mijn geboden geluisterd! Dan had u vrede gehad als een kalmstromende rivier en als golven van gerechtigheid. Dan was u even talrijk geworden als het zand langs de zeeën van de wereld, te veel om te tellen. Dan was uw vernietiging niet nodig geweest. Verlaat Babel zingend en roep de einden van de aarde toe dat de HERE zijn dienaren, het volk van Jakob, heeft verlost. Zij hadden geen dorst toen Hij hen door de woestijnen leidde, Hij spleet de rots en het water gutste eruit, zodat zij konden drinken. Maar, zo zegt mijn God, voor de goddelozen is er geen vrede.

Jesaja 48:12-22 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)

Hoor naar Mij, o Jakob! en gij Israël, Mijn geroepene! Ik ben Dezelfde; Ik ben de Eerste, ook ben Ik de Laatste. Ook heeft Mijn hand de aarde gegrond, en Mijn rechterhand heeft de hemelen met de palm afgemeten; wanneer Ik ze roep, staan zij daar te zamen. Vergadert u, gij allen, en hoort; wie onder hen heeft deze dingen verkondigd? De HEERE heeft hem lief, hij zal Zijn welbehagen tegen Babel doen, en Zijn arm zal tegen de Chaldeën zijn. Ik, Ik heb het gesproken, ook heb Ik hem geroepen; Ik zal hem doen komen, en hij zal voorspoedig zijn op zijn weg. Nadert gijlieden tot mij, hoort dit: Ik heb van den beginne niet in het verborgene gesproken, maar van dien tijd af, dat het geschied is, ben ik daar; en nu, de Heere HEERE, en Zijn Geest heeft mij gezonden. Alzo zegt de HEERE, uw Verlosser, de Heilige Israëls: Ik ben de HEERE, uw God, Die u leert, wat nut is, Die u leidt op den weg, dien gij gaan moet. Och, dat gij naar Mijn geboden geluisterd hadt! zo zou uw vrede geweest zijn als een rivier, en uw gerechtigheid als de golven der zee. Ook zou uw zaad geweest zijn als het zand, en die uit uw ingewanden voortkomen als deszelfs steentjes; wiens naam niet zou worden afgehouwen, noch verdelgd van voor Mijn aangezicht. Gaat uit van Babel, vliedt van de Chaldeën, verkondigt met de stemme des gejuichs, doet zulks horen, brengt het uit tot aan het einde der aarde, zegt: De HEERE heeft Zijn knecht Jakob verlost! En: Zij hadden geen dorst, toen Hij hen leidde door de woeste plaatsen; Hij deed hun water uit den rotssteen vlieten; als Hij den rotssteen kliefde, zo vloeiden de wateren daarhenen. Maar de goddelozen hebben geen vrede, zegt de HEERE.

Jesaja 48:12-22 Herziene Statenvertaling (HSV)

Luister naar Mij, Jakob, Israël, Mijn geroepene: Ik ben Dezelfde, Ik ben de Eerste, ook ben Ik de Laatste. Ook heeft Mijn hand de aarde gegrondvest, en Mijn rechterhand heeft de hemel uitgespannen. Roep Ik ze, dan staan ze er tezamen. Kom bijeen, u allen, en luister. Wie onder hen heeft deze dingen verkondigd? De HEERE heeft Kores lief, hij doet Zijn welbehagen tegen Babel, en Zijn arm zal tegen de Chaldeeën zijn. Ik, Ik heb gesproken, ook heb Ik hem geroepen. Ik zal hem doen komen, en zijn weg zal voorspoedig zijn. Kom nader tot mij, hoor dit: Ik heb vanaf het begin niet in het verborgene gesproken; vanaf de tijd dat het geschied is, ben ik daar. En nu, de Heere HEERE heeft mij gezonden, en Zijn Geest. Zo zegt de HEERE, uw Verlosser, de Heilige van Israël: Ik ben de HEERE, uw God, Die u leert wat nuttig is, Die u leidt op de weg die u gaan moet. Och, had u maar acht geslagen op Mijn geboden! Dan zou uw vrede geweest zijn als een rivier en uw gerechtigheid als de golven van de zee. Dan zou uw nageslacht geweest zijn als het zand en uw nakomelingen als de korrels ervan. Hun naam zou niet worden uitgeroeid of verdelgd van voor Mijn aangezicht. Ga weg uit Babel, vlucht weg van de Chaldeeën, verkondig met luide vreugdezang, laat dit horen, draag het uit tot aan het einde der aarde, zeg: De HEERE heeft Zijn knecht Jakob verlost. En: Zij leden geen dorst, toen Hij hen leidde door de woeste plaatsen. Water uit een rots deed Hij voor hen stromen. Toen Hij de rots kloofde, stroomde het water eruit. Voor de goddelozen is er echter geen vrede, zegt de HEERE.

Jesaja 48:12-22 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

Hoor naar Mij, Jakob, Israël, mijn geroepene. Ik ben dezelfde, Ik ben de eerste, ook ben Ik de laatste; ook heeft mijn hand de aarde gegrondvest en mijn rechterhand heeft de hemelen uitgebreid. Roep Ik hen, zij staan daar tezamen. Vergadert u allen en hoort. Wie onder hen heeft dit verkondigd? Hij, dien de HERE liefheeft, zal zijn welgevallen voltrekken aan Babel en zijn macht aan de Chaldeeën. Ik, Ik heb gesproken, ja, Ik heb hem geroepen; Ik heb hem doen komen en hij zal voorspoed hebben op zijn weg. Nadert tot Mij, hoort dit: Van de aanvang af heb Ik niet in het verborgene gesproken; ten tijde dat het geschiedt, ben Ik daar. En nu heeft de Here HERE mij met zijn Geest gezonden: Zo zegt de HERE, uw Verlosser, de Heilige Israëls: Ik ben de HERE, uw God, die u leert, opdat het u welga; die u de weg doet betreden, die gij moet gaan. Och, dat gij naar mijn geboden luisterdet; dan zou uw vrede zijn als een rivier en uw gerechtigheid als de golven der zee; dan zou uw nageslacht zijn als het zand en uw nakomelingschap als de korrels daarvan; hun naam zou niet uitgeroeid noch verdelgd worden voor mijn aangezicht. Trekt uit Babel, ontvlucht de Chaldeeën. Verkondigt het met jubelgeklank, doet dit horen, verbreidt het tot aan het einde der aarde; zegt: De HERE heeft zijn knecht Jakob verlost. Zij leden geen dorst, toen Hij hen door de woestijnen leidde; Hij deed voor hen water uit de rots stromen; Hij toch spleet de rots, zodat het water vloeide. De goddelozen, zegt de HERE, hebben geen vrede.

Jesaja 48:12-22 BasisBijbel (BB)

Luister naar Mij, volk van Israël dat Ik heb uitgekozen. Ik ben altijd Dezelfde. Ik ben de Eerste en Ik ben ook de Laatste. Ik heb Zelf de aarde gemaakt en de hemel als een tent daar overheen neergezet. Ik hoefde ze alleen maar te roepen en ze waren er. Kom nu allemaal hier en luister. Wie van de goden heeft deze dingen aangekondigd? De man van wie Ik houd zal met Babel en de Babyloniërs doen wat Ik wil. Hij zal hun vijand zijn. Ik heb het gezegd! Ik heb hem geroepen. Ik heb hem laten komen en zijn plannen zullen slagen. Kom naar Mij toe en luister. Ik heb altijd openlijk gesproken. En als het gebeurt, ben Ik erbij." Jesaja zegt: De Heer en zijn Geest hebben mij gestuurd. Dit zegt de Heer, jullie Redder, de Heilige God van Israël: "Ik ben jullie Heer God. Ik leer jullie hoe jullie moeten leven zodat het goed met jullie zal gaan. Ik leid jullie. Hadden jullie maar naar mijn wetten en leefregels geluisterd! Dan zouden jullie vrede hebben. Vrede die altijd blijft, zoals een rivier altijd blijft stromen. Vrede zonder einde, zoals de golven van de zee. Dan zou jullie familie ná jullie zo ontelbaar zijn geworden als het zand langs de zee, zo ontelbaar als de zandkorrels van het strand. Ze zouden voor altijd zijn blijven bestaan en niet vernietigd zijn. Vertrek uit Babel! Vlucht weg van de Babyloniërs! Maak juichend bekend en laat op de hele aarde horen: 'De Heer heeft zijn volk bevrijd! Ze hadden geen dorst toen Hij hen door de woestijn leidde. Hij liet voor hen water uit de rots komen. Want Hij spleet de rots, zodat er water uit stroomde.' Maar de mensen die zich niets van Mij aantrekken, hebben geen vrede, zegt de Heer."