Jesaja 42:16-17
Jesaja 42:16-17 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
En Ik zal de blinden leiden door den weg, dien zij niet geweten hebben, Ik zal ze doen treden door de paden, die zij niet geweten hebben; Ik zal de duisternis voor hun aangezicht ten licht maken, en het kromme tot recht; deze dingen zal Ik hun doen, en Ik zal hen niet verlaten. Maar die zich op gesneden beelden verlaten, die tot de gegoten beelden zeggen: Gij zijt onze goden; die zullen achterwaarts keren, en met schaamte beschaamd worden.
Jesaja 42:16-17 Herziene Statenvertaling (HSV)
En Ik zal blinden leiden langs een weg die zij niet gekend hebben, Ik zal hen doen gaan op paden die zij niet gekend hebben. Ik zal vóór hen de duisternis veranderen in licht en wat krom is in wat recht is. Deze dingen zal Ik voor hen doen, Ik zal hen niet verlaten. Maar wie op gesneden beelden vertrouwen, wie tegen gegoten beelden zeggen: U bent onze goden, die zullen terugwijken en diep beschaamd worden.
Jesaja 42:16-17 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
En Ik zal de blinden leiden op een weg die zij niet kenden; op paden die zij niet kenden, zal Ik hen doen treden; Ik zal de duisternis voor hen uit tot licht maken en de oneffen plaatsen tot een vlakte. Dit zijn de dingen die Ik doen zal en die Ik niet zal nalaten. Zij zullen terugdeinzen en diep beschaamd worden, die op gesneden beelden vertrouwen; die tot gegoten beelden zeggen: Gij zijt onze goden.
Jesaja 42:16-17 Het Boek (HTB)
Hij zal het blinde Israël langs een pad laten lopen dat het nog nooit heeft gezien. Hij zal de duisternis voor haar verlichten en de weg voor haar effenen. Hij zal haar niet in de steek laten. Maar zij die op afgoden vertrouwen en hén goden noemen, zullen bedrogen uitkomen, zij zullen terugdeinzen.
Jesaja 42:16-17 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
En Ik zal de blinde mensen leiden op een weg die ze niet kenden. Ik zal hen brengen over wegen waar zij niets vanaf wisten. Ik zal het donker voor hen veranderen in licht. Ik zal de weg voor hen vrijmaken. Deze dingen zal Ik voor hen doen. En Ik zal hen niet verlaten! De mensen die op hun godenbeelden vertrouwden, zullen vluchten. De mensen die tegen hun beelden zeiden: 'Jullie zijn onze goden,' zullen bedrogen uitkomen en voor schut komen te staan.