Jesaja 41:13-17
Jesaja 41:13-17 Herziene Statenvertaling (HSV)
Want Ik ben de HEERE, uw God, Die uw rechterhand vastgrijpt en tegen u zegt: Wees niet bevreesd, Ik help u. Wees niet bevreesd, wormpje Jakob, volkje Israël, Ík help u, spreekt de HEERE, uw Verlosser is de Heilige van Israël. Zie, Ik maak u tot een scherpe dorsslede, een nieuwe, met puntige pinnen. U zult bergen dorsen en verpulveren, en heuvels maken als kaf. U zult ze wannen, de wind zal ze opnemen, en de storm zal ze verspreiden. Maar ú zult zich verheugen in de HEERE, in de Heilige van Israël zult u zich beroemen. De ellendigen en de armen zoeken water, maar het is er niet, hun tong versmacht van dorst. Ík, de HEERE, zal hen verhoren, Ik, de God van Israël, zal hen niet verlaten.
Jesaja 41:13-17 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Want Ik, de HERE, uw God, grijp uw rechterhand vast; die tot u zeg: Vrees niet, Ik help u. Vrees niet, gij wormpje Jakob, gij volkje Israël! Ik ben het, die u help, luidt het woord des HEREN, en uw Verlosser is de Heilige Israëls. Zie, Ik stel u tot een scherpe, nieuwe dorsslede met dubbele sneden; gij zult bergen dorsen en verbrijzelen, en heuvelen zult gij tot kaf maken. Gij zult ze wannen, en de wind zal ze opnemen en de storm zal ze verstrooien; maar gij zult juichen in de HERE, u beroemen in de Heilige Israëls. De ellendigen en de armen zoeken naar water, maar het is er niet, hun tong verdroogt van dorst; Ik, de HERE, zal hen verhoren; Ik, de God van Israël, zal hen niet verlaten.
Jesaja 41:13-17 Het Boek (HTB)
Ik houd u bij de rechterhand—Ik, de HERE, uw God—en zeg tegen u: wees niet bang, Ik ben hier om u te helpen. Ook al kijkt iedereen op u neer, wees niet bang, Israël, arm volk, want Ik zal u helpen. Ik ben de HERE, uw verlosser, Ik ben de Heilige van Israël. Ik zal van u een nieuw en scherpgetand dorswerktuig maken om uw vijanden uiteen te scheuren en hen te vermalen tot kaf. U zult hen in de lucht gooien en de wind zal hen wegblazen, wervelwinden zullen hen uit elkaar slaan. Maar u zult vol zijn van de vreugde in de HERE en u zult u beroemen op de God van Israël. Als de armen en behoeftigen tevergeefs water zoeken en hun tongen uitgedroogd zijn van de dorst, zal Ik hen antwoorden als zij naar Mij roepen. Ik, Israëls God, zal hen nooit of te nimmer in de steek laten.
Jesaja 41:13-17 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Want Ik, de HEERE, uw God, grijp uw rechterhand aan, Die tot u zeg: Vrees niet, Ik help u. Vrees niet, gij wormpje Jakobs, gij volkje Israëls! Ik help u, spreekt de HEERE, en uw Verlosser is de Heilige Israëls! Ziet, Ik heb u tot een scherpe nieuwe dorsslede gesteld, die scherpe pinnen heeft; gij zult bergen dorsen en vermalen, en heuvelen zult gij stellen gelijk kaf. Gij zult ze wannen, en de wind zal ze wegnemen, en de stormwind zal ze verstrooien; maar gij zult u verheugen in den HEERE; in den Heilige Israëls zult gij u roemen. De ellendigen en nooddruftigen zoeken water, maar er is geen, hun tong versmacht van dorst; Ik, de HEERE zal hen verhoren, Ik, de God Israëls, zal hen niet verlaten.
Jesaja 41:13-17 BasisBijbel (BB)
Want Ik, je Heer God, grijp jou bij je hand. Ik zeg tegen je: Wees niet bang. Ik help je. Wees niet bang, jij klein volkje Israël, zo klein en machteloos als een wormpje! Ik help je, zegt de Heer. De Heilige God van Israël is je Redder. Ik maak van jou een dorsslede met scherpe, nieuwe pinnen. Je zal bergen dorsen en vermalen. Van de heuvels zul je alleen stof overlaten. Niets zal ervan overblijven, zoals stof dat wordt weggeblazen door de wind. Maar jij zal juichen over Mij, de Heer, de Heilige God van Israël. De arme mensen zoeken naar water, maar er is niets. Hun tong verdroogt van de dorst. Ik, de Heer, zal naar hen luisteren. Ik, de God van Israël, zal hen niet in de steek laten.