Jesaja 33:5-13
Jesaja 33:5-13 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
De HEERE is verheven, want Hij woont in de hoogte; Hij heeft Sion vervuld met gericht en gerechtigheid. En het zal geschieden, dat de vastigheid uwer tijden, de sterkte van uw behoudenissen zal zijn wijsheid en kennis; de vreze des HEEREN zal zijn schat zijn. Ziet, hun allersterksten roepen daar buiten; de boden des vredes wenen bitterlijk. De gebaande wegen zijn verwoest, die door de paden gaat, houdt op; hij vernietigt het verbond, hij veracht de steden, hij acht geen mens. Het land treurt, het kweelt; de Libanon schaamt zich, hij verwelkt; Saron is geworden als een woestijn; zo Basan als Karmel zijn geschud. Nu zal Ik opstaan, zegt de HEERE, nu zal Ik verhoogd worden, nu zal Ik verheven worden. Gijlieden gaat met stro zwanger, gij zult stoppelen baren; uw geest zal u als vuur verslinden. En de volken zullen zijn als de verbrandingen des kalks; als afgehouwen doornen zullen zij met het vuur verbrand worden. Hoort gijlieden, die verre zijt, wat Ik gedaan heb; en gijlieden, die nabij zijt, bekent Mijn macht!
Jesaja 33:5-13 Herziene Statenvertaling (HSV)
De HEERE is hoogverheven, want Hij woont in de hoogte. Hij heeft Sion vervuld met recht en gerechtigheid. Hij zal zijn de vastheid van uw tijden, een rijkdom aan heil, wijsheid en kennis; de vreze des HEEREN zal zijn schat zijn. Zie, hun allersterksten schreeuwen het uit daarbuiten, de vredeboden wenen bitter. De gebaande wegen zijn verlaten, de gebruiker van de weg ontbreekt. Hij verbreekt het verbond, hij versmaadt de getuigen, hij acht geen sterveling. Het land treurt, verkommert. De Libanon staat beschaamd, hij is verwelkt, Saron is geworden als de Vlakte, en Basan en Karmel schudden hun bladeren af. Nu zal Ik opstaan, zegt de HEERE, nu zal Ik verhoogd worden, nu zal Ik verheven worden. U gaat zwanger van stro, u zult stoppels baren; uw adem is een vuur dat u verteren zal. De volken zullen verbrande kalk worden, als afgekapte dorens zullen zij met vuur verbrand worden. Hoor, u die ver weg bent, wat Ik heb gedaan, en u die dichtbij bent, erken Mijn macht!
Jesaja 33:5-13 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
De HERE is verheven, want Hij woont in den hoge. Hij heeft Sion met recht en gerechtigheid vervuld. En uw tijden zullen bestendig zijn, een rijkdom van heil, wijsheid en kennis; de vreze des HEREN is zijn schat. Zie, de herauten schreeuwen het uit op de straat, de vredeboden wenen bitter; de heerbanen zijn verlaten, de reizigers zijn verdwenen. Hij heeft het verbond verbroken, steden veracht, mensen niet geteld. Het land treurt, verkwijnt; de Libanon staat beschaamd, verwelkt; Saron is een steppe gelijk geworden; Basan en Karmel schudden hun loof af. Nu zal Ik opstaan, zegt de HERE; nu zal Ik Mij verheffen, nu Mij oprichten. Gij gaat zwanger van stro, gij zult stoppelen baren; uw adem is een vuur dat u verteren zal. Volken zullen tot kalk verbrand worden, als afgesneden dorens zijn, die met vuur verbrand worden. Hoort wat Ik doe, gij die verre zijt; gij die nabij zijt, erkent mijn macht.
Jesaja 33:5-13 Het Boek (HTB)
De HERE is zeer machtig en woont hoog in de hemel. Hij geeft Jeruzalem gerechtigheid, goedheid en rechtvaardigheid. Een overvloed van heil ligt in een veilige plaats voor Juda opgeslagen, samen met wijsheid, kennis en ontzag voor God. Uw gezanten huilen van bittere teleurstelling, want de vredesregeling is verworpen. Uw wegen zijn verlaten en er zijn geen reizigers meer. Het vredesverdrag is verbroken en zij bekommeren zich niet om de beloften die zij in het bijzijn van getuigen hebben gedaan, zij hebben voor niemand respect. Het hele land Israël is in grote nood, de Libanon is verwoest, de Saron is een wildernis geworden, Basan en de Karmel zijn leeggeplunderd. Maar de HERE zegt: Ik zal opstaan en mijn kracht en glorie laten zien. U, Assyriërs, zult niets bereiken met al uw inspanningen. Uw adem is een vuur dat u zelf zal verteren. Uw legers zullen tot kalk worden verbrand, als dorens die worden afgesneden en op het vuur gegooid. Luister naar wat Ik heb gedaan, of u ver weg of dichtbij woont, erken mijn macht!
Jesaja 33:5-13 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
De Heer is machtig. Hij woont in de hoge hemel. Hij heeft Jeruzalem gevuld met rechtvaardigheid. Op een dag zal de Heer jullie wijsheid en kennis geven. Daardoor zullen jullie zekerheid in het leven hebben. Diep ontzag voor de Heer zal jullie grootste schat zijn. Maar nu schreeuwen zelfs de flinkste mannen het uit in de straten. De mannen die om vrede gingen vragen, komen huilend terug. De wegen zijn verwoest. De reizigers zijn verdwenen. Want de vijand verbreekt het verbond. Hij verwoest de steden. Een mensenleven telt niet. Het hele land treurt en verdroogt. De Libanon schaamt zich, omdat alles op de berg verdroogd is. De Saron-vlakte is een woestijn geworden. De bomen op de Basan en de Karmel verliezen hun bladeren. "Nu zal Ik ingrijpen," zegt de Heer. "Nu is het mijn tijd. Nu zal Ik laten zien hoe machtig Ik ben. Jullie plannen lopen op niets uit. Ze zijn zo waardeloos als stro. Jullie zullen er zelf door vernietigd worden, alsof jullie door je eigen adem in brand gestoken worden. De volken worden gebrand als kalk, als afgehakte doornstruiken. Luister wat Ik doe, jullie die ver weg zijn! En jullie die dichtbij zijn, erken mijn macht!"