Hosea 6:4-11
Hosea 6:4-11 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Wat zal Ik u aandoen, o Efraïm? Wat zal Ik u aandoen, o Juda? Immers uw liefde is als een morgenwolk, en als een dauw die in de vroegte vergaat. Daarom heb Ik er door de profeten op ingehouwen, heb Ik hen gedood door de woorden mijns monds. De oordelen over u waren een doorbrekend licht. Want in liefde heb Ik behagen en niet in slachtoffer, in kennis van God en niet in brandoffers. Maar zij hebben als Adam het verbond overtreden; daar hebben zij Mij trouweloos bejegend. Gilead is een stad van misdadigers, vol bloedsporen. Gelijk een troep bandieten ligt een priesterschare op de loer; zij moorden op de weg naar Sichem. Waarlijk, wandaden bedrijven zij. In het huis Israëls heb Ik afschuwelijke dingen gezien: daar is Efraïms ontucht; Israël heeft zich verontreinigd. Ook voor u, Juda, is een oogst weggelegd, wanneer Ik in het lot van mijn volk een keer brengen zal.
Hosea 6:4-11 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Wat zal Ik u doen, o Efraïm! wat zal Ik u doen, o Juda! dewijl uw weldadigheid is als een morgenwolk, en als een vroegkomende dauw, die henengaat. Daarom heb Ik hen behouwen door de profeten; Ik heb ze gedood door de redenen Mijns monds; en uw oordelen zullen voortkomen aan het licht. Want Ik heb lust tot weldadigheid, en niet tot offer; en tot de kennis Gods, meer dan tot brandofferen. Maar zij hebben het verbond overtreden als Adam; daar hebben zij trouwelooslijk tegen Mij gehandeld. Gilead is een stad van werkers der ongerechtigheid; zij is betreden van bloed. Gelijk de benden der straatschenders op iemand wachten, alzo is het gezelschap der priesteren; zij moorden op den weg naar Sichem, waarlijk, zij doen schandelijke daden. Ik zie een afschuwelijke zaak in het huis Israëls; aldaar is Efraïms hoererij, Israël is verontreinigd. Ook heeft hij u, o Juda! een oogst gezet, als Ik de gevangenen Mijns volks wederbracht.
Hosea 6:4-11 Herziene Statenvertaling (HSV)
Wat zal Ik u doen, Efraïm? Wat zal Ik u doen, Juda? Uw goedertierenheid is als een morgenwolk, als dauw die vroeg optrekt en weggaat. Daarom heb Ik op hen ingehakt door de profeten, Ik heb hen gedood met de woorden van Mijn mond; en de oordelen over u zullen voor de dag komen als het licht. Want Ik vind vreugde in goedertierenheid en niet in offer, in kennis van God meer dan in brandoffers! Zíj hebben echter als Adam het verbond overtreden. Daar hebben zij trouweloos gehandeld tegenover Mij. Gilead is een oord van bedrijvers van onrecht, het is vol bloedsporen. Zoals roversbenden op iemand wachten, zo is het gezelschap van priesters. Zij moorden op de weg naar Sichem. Werkelijk, zij gedragen zich schandelijk. In het huis van Israël zie Ik afschuwelijke dingen: daar is de hoererij van Efraïm, Israël heeft zich verontreinigd. Ook voor u, Juda, is een oogst weggelegd, wanneer Ik een omkeer breng in de gevangenschap van Mijn volk.
Hosea 6:4-11 Het Boek (HTB)
Wat zal Ik met u doen, Israël en Juda? Want uw liefde verdwijnt als wolken in de morgen en verdampt als dauw in de vroege ochtend. Ik stuurde mijn profeten om u te waarschuwen voor uw ondergang. Ik heb u harde klappen toegebracht met mijn woorden en met de dood bedreigd. Onverwacht werd u getroffen door mijn veroordeling, als door een plotseling doorbrekend licht. Ik wil uw offers niet, Ik wil uw liefde. Ik hoef uw brandoffers niet, Ik wil dat u Mij kent. Maar u bent net als Adam: u hebt mijn verbond verbroken en bent Mij zo ontrouw geworden. De bewoners van Gilead zijn misdadigers, de stad is vol bloedsporen. Zij zijn als een bende bandieten die loert op slachtoffers. Troepen priesters plegen moorden op de weg naar Sichem en bedrijven schandelijke misdaden. Ik heb in Israël iets afschuwelijks gezien: Israël liep afgoden achterna en werd zo verontreinigd. Ook u, Juda, zult uw straf nog oogsten. En Ik wilde u zo graag bevrijden!’
Hosea 6:4-11 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
[ De Heer zegt: ] "Wat moet Ik toch met je doen, Israël? Wat moet Ik toch met je doen, Juda? Want jullie liefde voor Mij lijkt op de ochtendmist, op de dauw in de vroege ochtend. Zodra de zon opkomt, is hij verdwenen! Daarom heb Ik steeds door profeten streng tegen jullie gezegd wat Ik ging doen. Ik doodde jullie door mijn woorden. Mijn straf zorgt ervoor dat jullie gaan begrijpen hoe erg het is wat jullie doen. Want Ik wil dat jullie goed zijn voor elkaar. Niet alleen maar dat jullie Mij offers brengen. Ik wil zo graag dat jullie Mij kennen. Niet alleen maar dat jullie dieren voor Mij slachten en verbranden." [ De Heer zegt: ] "Net als Adam hebben ze hun verbond met Mij verbroken. Ze zijn ontrouw aan Mij geworden. De streek Gilead is als een stad vol misdadigers. De streek zit onder het bloed. De priesters gedragen zich als een bende schurken. Zoals rovers op de loer liggen en iemand opwachten, zo hebben de priesters op de weg naar Sichem gemoord. Ze doen werkelijk verschrikkelijke dingen. Ik zie afschuwelijke dingen in het koninkrijk Israël. Israël aanbidt afgoden en is ontrouw aan Mij. Het hele land is bedorven. Ook voor jou, Juda, zal er een 'oogst' zijn. Die zal komen wanneer Ik weer goed zal zijn voor mijn volk." (lees verder)