Hosea 1:3-4
Hosea 1:3-4 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Zo ging hij henen, en nam Gomer, een dochter van Diblaïm; en zij ontving; en baarde hem een zoon. En de HEERE zeide tot hem: Noem zijn naam Jizreël, want nog een weinig tijds, zo zal Ik de bloedschulden van Jizreël bezoeken over het huis van Jehu, en zal het koninkrijk van het huis van Israël doen ophouden.
Hosea 1:3-4 Herziene Statenvertaling (HSV)
Hij ging en nam Gomer, een dochter van Diblaïm; zij werd zwanger en baarde hem een zoon. Toen zei de HEERE tegen hem: Geef hem de naam Jizreël, want nog even en Ik zal de bloedschulden van Jizreël vergelden aan het huis van Jehu, en Ik zal het koningschap van het huis van Israël wegdoen.
Hosea 1:3-4 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Toen ging hij heen en huwde Gomer, de dochter van Diblaïm, en zij werd zwanger en baarde hem een zoon. De HERE zeide tot hem: Noem hem Jizreël, want het zal niet lang meer duren of Ik zal de bloedschuld van Jizreël bezoeken aan Jehu’s huis, en een einde maken aan het koninkrijk van het huis Israëls.
Hosea 1:3-4 Het Boek (HTB)
Toen trouwde Hosea met Gomer, de dochter van Diblaïm. Zij raakte in verwachting en schonk het leven aan een zoon. De HERE zei: ‘Noem het kind Jizreël, want het duurt niet lang meer of Ik zal in het dal van Jizreël wraaknemen op Jehuʼs koningshuis voor de moorden die Jehu heeft begaan. Ja, Ik zal zelfs een einde maken aan de positie van Israël als onafhankelijk koninkrijk.
Hosea 1:3-4 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Toen trouwde ik met Gomer, de dochter van Diblaïm. Ze raakte in verwachting en kreeg een zoon. De Heer zei tegen mij: "Ik wil dat je hem Jizreël [ (= 'God heeft gezaaid') ] noemt. Want binnenkort zal Ik de familie van koning Jehu straffen omdat Jehu zoveel mensen heeft vermoord in Jizreël.