Genesis 8:12-13
Genesis 8:12-13 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Voorts wachtte hij nog zeven dagen en hij liet de duif uit, en zij keerde niet weer tot hem terug. In het zeshonderd en eerste jaar, in de eerste (maand), op de eerste der maand, waren de wateren opgedroogd van de aarde; daarop verwijderde Noach het luik van de ark, en hij zag uit, en zie, de aardbodem droogde op.
Genesis 8:12-13 Het Boek (HTB)
Na een week liet hij de duif nog een keer los en nu kwam zij niet meer terug. Op de eerste dag van de eerste maand in het jaar dat Noach zeshonderdeen werd, opende Noach de deur van de ark en zag dat het water zich had teruggetrokken.
Genesis 8:12-13 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Hij wachtte nóg zeven dagen en liet toen de duif weer los. De duif kwam niet meer bij hem terug. In het jaar dat Noach 601 jaar werd, op de eerste dag van de eerste maand, was de aarde opgedroogd. Noach schoof het luik [ in het dak ] van de boot open, keek naar buiten en zag dat de aarde bijna was opgedroogd.
Genesis 8:12-13 Herziene Statenvertaling (HSV)
Toen wachtte hij nog eens zeven dagen. Hij liet de duif los, maar zij keerde niet meer naar hem terug. En het was in het zeshonderdeerste jaar, in de eerste maand, op de eerste dag van die maand, dat het water van boven de aarde opgedroogd was. Toen nam Noach het luik van de ark weg en keek naar buiten, en zie, de aardbodem was opgedroogd.
Genesis 8:12-13 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Toen vertoefde hij nog zeven andere dagen; en hij liet de duif uit; maar zij keerde niet meer weder tot hem. En het geschiedde in het zeshonderd en eerste jaar, in de eerste maand, op den eersten derzelver maand, dat de wateren droogden van boven de aarde; toen deed Noach het deksel der ark af, en zag toe, en ziet, de aardbodem was gedroogd.
Genesis 8:12-13 Herziene Statenvertaling (HSV)
Toen wachtte hij nog eens zeven dagen. Hij liet de duif los, maar zij keerde niet meer naar hem terug. En het was in het zeshonderdeerste jaar, in de eerste maand, op de eerste dag van die maand, dat het water van boven de aarde opgedroogd was. Toen nam Noach het luik van de ark weg en keek naar buiten, en zie, de aardbodem was opgedroogd.
Genesis 8:12-13 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Voorts wachtte hij nog zeven dagen en hij liet de duif uit, en zij keerde niet weer tot hem terug. In het zeshonderd en eerste jaar, in de eerste (maand), op de eerste der maand, waren de wateren opgedroogd van de aarde; daarop verwijderde Noach het luik van de ark, en hij zag uit, en zie, de aardbodem droogde op.
Genesis 8:12-13 Het Boek (HTB)
Na een week liet hij de duif nog een keer los en nu kwam zij niet meer terug. Op de eerste dag van de eerste maand in het jaar dat Noach zeshonderdeen werd, opende Noach de deur van de ark en zag dat het water zich had teruggetrokken.
Genesis 8:12-13 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Hij wachtte nóg zeven dagen en liet toen de duif weer los. De duif kwam niet meer bij hem terug. In het jaar dat Noach 601 jaar werd, op de eerste dag van de eerste maand, was de aarde opgedroogd. Noach schoof het luik [ in het dak ] van de boot open, keek naar buiten en zag dat de aarde bijna was opgedroogd.