Genesis 49:28

Deel

Genesis 49:28 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

Dit zijn al de stammen van Israël, twaalf in getal; en dit is wat hun vader over hen gesproken heeft, toen hij hen zegende; ieder zegende hij met een eigen zegen.

Genesis 49:28 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)

Al deze stammen van Israël zijn twaalf; en dit is het, wat hun vader tot hen sprak, als hij hen zegende; hij zegende hen, een iegelijk naar zijn bijzonderen zegen.

Genesis 49:28 Herziene Statenvertaling (HSV)

Dit waren al de stammen van Israël: twaalf. En dit was wat hun vader tot hen sprak toen hij hen zegende. Hij zegende hen, elk met een eigen zegen.

Genesis 49:28 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

Dit zijn al de stammen van Israël, twaalf in getal; en dit is wat hun vader over hen gesproken heeft, toen hij hen zegende; ieder zegende hij met een eigen zegen.

Genesis 49:28 Het Boek (HTB)

Dit zijn de zegeningen waarmee Israël zijn twaalf zonen zegende.

Genesis 49:28 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)

Dit is wat Israël heeft gezegd over zijn twaalf zoons. Uit hen zijn de twaalf stammen van Israël ontstaan. Hij gaf ieder van hen een eigen zegen.