Genesis 42:14-20
Genesis 42:14-20 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Toen zeide Jozef tot hen: Dat is het, wat ik tot u gesproken heb, zeggende: Gij zijt verspieders! Hierin zult gij beproefd worden: zo waarlijk als Farao leeft! indien gij van hier zult uitgaan, tenzij dan, wanneer uw kleinste broeder herwaarts zal gekomen zijn! Zendt een uit u, die uw broeder hale; maar weest gijlieden gevangen, en uw woorden zullen beproefd worden, of de waarheid bij u zij; en indien niet, zo waarlijk als Farao leeft, zo zijt gij verspieders! En hij zette hen samen drie dagen in bewaring. En ten derden dage zeide Jozef tot hen: Doet dit, zo zult gij leven; ik vrees God. Zo gij vroom zijt, zo zij een uwer broederen gebonden in het huis uwer bewaring; en gaat gij heen, brengt het koren voor den honger uwer huizen. En brengt uw kleinsten broeder tot mij, zo zullen uw woorden waargemaakt worden; en gij zult niet sterven. En zij deden alzo.
Genesis 42:14-20 Herziene Statenvertaling (HSV)
Maar Jozef zei tegen hen: Het is zoals ik tot u gesproken heb: U bent spionnen! Hiermee zult u beproefd worden: Zo waar de farao leeft, u zult niet vanhier vertrekken, tenzij dat uw jongste broer hier komt! Stuur er een van u terug om uw broer te halen, terwijl u gevangen blijft. Zo zullen uw woorden beproefd worden, om te zien of u de waarheid spreekt. Zo niet, zo waar de farao leeft, dan bent u spionnen! En hij hield hen gezamenlijk drie dagen in hechtenis. Op de derde dag zei Jozef tegen hen: Doe dit, zodat u in leven blijft, want ik vrees God. Als u eerlijke mensen bent, laat dan een van uw broers gevangen blijven in het huis waar u in hechtenis bent. U echter, ga koren brengen om de honger van uw gezinnen te stillen. En breng uw jongste broer naar mij toe; dan zullen uw woorden bewaarheid worden, en zult u niet sterven. En zij deden zo.
Genesis 42:14-20 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Toen zeide Jozef tot hen: Het is, zoals ik tot u gesproken heb: gij zijt verspieders. Hieraan zult gij getoetst worden: zowaar Farao leeft, gij zult vanhier niet weggaan, tenzij uw jongste broeder hierheen komt. Zendt één van u om uw broeder te halen, maar gij zult gevangen blijven; zo zullen uw woorden getoetst worden, of gij waarheid spreekt; maar indien niet, zowaar Farao leeft, dan zijt gij verspieders. En hij zette hen gezamenlijk drie dagen lang in hechtenis. Op de derde dag nu zeide Jozef tot hen: Doet dit, opdat gij in leven blijft; ik vrees God. Indien gij eerlijke lieden zijt, laat dan één broeder van u gevangen blijven in het huis van bewaring, maar gaat gij heen, neemt koren mee voor de honger uwer gezinnen. Doch dan moet gij uw jongste broeder tot mij brengen, opdat uw woorden waarheid mogen blijken en gij niet sterft.
Genesis 42:14-20 Het Boek (HTB)
‘Dat bewijst natuurlijk niets,’ vond Jozef. ‘U blijft spionnen voor mij. Maar u kunt uw verhaal bewijzen: ik zweer bij het leven van de farao dat u hier niet wegkomt voordat ik die jongste broer heb gezien. Eén van u kan hem gaan halen! De rest blijft hier achter in de gevangenis. Dan zullen we zien of uw verhaal klopt. En als er geen jongste broer blijkt te zijn, bent u spionnen!’ Hij liet de tien broers drie dagen lang in de gevangenis zetten. De derde dag zei Jozef tegen hen: ‘Ik ben een godvrezend man en daarom zal ik u een kans geven. Ik ga ervan uit dat u eerlijk bent en daarom: één blijft hier in de boeien achter, de rest mag terugkeren naar huis met graan voor uw gezinnen. Maar kom wel terug met die jongste broer! Op die manier zal ik weten of u de waarheid hebt gesproken. Als dat zo is, zal ik uw leven sparen.’ De broers konden niets anders doen dan ja-knikken.
Genesis 42:14-20 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Maar Jozef zei tegen hen: "Het is zoals ik jullie heb gezegd: jullie zijn spionnen. Ik zweer bij de farao dat ik zal uitzoeken of jullie de waarheid spreken. Jullie mogen hier pas vertrekken als jullie jongste broer hier is gekomen. Stuur dus één van jullie naar huis om jullie broer te halen. De anderen zullen hier gevangen blijven. Zo zal ik te weten komen of jullie de waarheid hebben gesproken. Maar als jullie broer niet komt, zijn jullie spionnen, dat zweer ik bij de farao." En hij sloot hen allemaal drie dagen op in de gevangenis. Na drie dagen zei Jozef tegen hen: "Doe wat ik zeg als jullie in leven willen blijven. Ik heb ontzag voor God. Als jullie eerlijke mensen zijn, laat dan één van jullie in de gevangenis achterblijven. De anderen mogen naar huis gaan en graan meenemen. Dan hoeven jullie gezinnen geen honger te hebben. Maar daarna moeten jullie je jongste broer meebrengen. Dan zal ik kunnen zien of jullie de waarheid hebben gesproken. Doen jullie dat niet, dan zal ik jullie laten doden."