Genesis 4:6-8
Genesis 4:6-8 Herziene Statenvertaling (HSV)
En de HEERE zei tegen Kaïn: Waarom bent u in woede ontstoken en waarom heeft u uw hoofd laten zakken? Is het niet zo dat u, als u het goede doet, uw hoofd kunt opheffen? Maar als u niet het goede doet, ligt de zonde aan de deur. Naar u gaat zijn begeerte uit, maar ú moet over hem heersen. En Kaïn sprak met zijn broer Abel. En het gebeurde, toen zij op het veld waren, dat Kaïn zijn broer Abel aanviel en hem doodde.
Genesis 4:6-8 Het Boek (HTB)
‘Waarom ben je boos?’ vroeg de HERE hem. ‘Waarom trek je zoʼn kwaad gezicht? Je zou vrolijk kunnen kijken als je maar doet wat goed is. Maar als je weigert te gehoorzamen, moet je oppassen. Want de zonde ligt op de loer, klaar om je leven te vernietigen. Maar als je wilt, kun je hem overwinnen.’ Op een dag stelde Kaïn Abel voor de velden in te gaan. Toen ze daar samen liepen, viel Kaïn zijn broer aan en vermoordde hem.
Genesis 4:6-8 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
En de HEERE zeide tot Kaïn: Waarom zijt gij ontstoken, en waarom is uw aangezicht vervallen? Is er niet, indien gij weldoet, verhoging? en zo gij niet weldoet, de zonde ligt aan de deur. Zijn begeerte is toch tot u, en gij zult over hem heersen. En Kaïn sprak met zijn broeder Habel; en het geschiedde, als zij in het veld waren, dat Kaïn tegen zijn broeder Habel opstond, en sloeg hem dood.
Genesis 4:6-8 Herziene Statenvertaling (HSV)
En de HEERE zei tegen Kaïn: Waarom bent u in woede ontstoken en waarom heeft u uw hoofd laten zakken? Is het niet zo dat u, als u het goede doet, uw hoofd kunt opheffen? Maar als u niet het goede doet, ligt de zonde aan de deur. Naar u gaat zijn begeerte uit, maar ú moet over hem heersen. En Kaïn sprak met zijn broer Abel. En het gebeurde, toen zij op het veld waren, dat Kaïn zijn broer Abel aanviel en hem doodde.
Genesis 4:6-8 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
En de HERE zeide tot Kaïn: Waarom zijt gij toornig en waarom is uw gelaat betrokken? Moogt gij het niet opheffen, indien gij goed handelt? Doch indien gij niet goed handelt, ligt de zonde als een belager aan de deur, wiens begeerte naar u uitgaat, doch over wie gij moet heersen. Maar Kaïn zeide tot zijn broeder Abel: (Laten wij het veld ingaan). Toen zij nu in het veld waren, stond Kaïn tegen zijn broeder Abel op en doodde hem.
Genesis 4:6-8 Het Boek (HTB)
‘Waarom ben je boos?’ vroeg de HERE hem. ‘Waarom trek je zoʼn kwaad gezicht? Je zou vrolijk kunnen kijken als je maar doet wat goed is. Maar als je weigert te gehoorzamen, moet je oppassen. Want de zonde ligt op de loer, klaar om je leven te vernietigen. Maar als je wilt, kun je hem overwinnen.’ Op een dag stelde Kaïn Abel voor de velden in te gaan. Toen ze daar samen liepen, viel Kaïn zijn broer aan en vermoordde hem.
Genesis 4:6-8 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Toen zei de Heer tegen Kaïn: "Waarom ben je zo kwaad? Waarom kijk je zo boos? Als je doet wat goed is, ben Ik toch blij met je? Maar als je slechte dingen doet, loert het kwaad op je bij de deur [ van je hart ]. Het wil je grijpen, maar jij moet sterker zijn dan het kwaad." Maar Kaïn vroeg zijn broer Abel om met hem mee te gaan. Samen liepen ze het veld in. Daar vermoordde Kaïn hem.