Genesis 39:1-2
Genesis 39:1-2 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Jozef nu werd naar Egypte afgevoerd; en Potifar, een hoveling van Farao, een overste der trawanten, een Egyptisch man, kocht hem uit de hand der Ismaëlieten, die hem derwaarts afgevoerd hadden. En de HEERE was met Jozef, zodat hij een voorspoedig man was; en hij was in het huis van zijn heer, den Egyptenaar.
Genesis 39:1-2 Herziene Statenvertaling (HSV)
Jozef was dus naar Egypte gebracht. Potifar, hoveling van de farao, het hoofd van de lijfwacht, een Egyptische man, kocht hem uit de hand van de Ismaëlieten, die hem daarheen gebracht hadden. De HEERE was met Jozef, zodat hij een voorspoedig man was; en hij bleef in het huis van zijn heer, de Egyptenaar.
Genesis 39:1-2 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Jozef nu werd naar Egypte gebracht; en Potifar, een hoveling van Farao, de overste der lijfwacht, een Egyptenaar, kocht hem van de Ismaëlieten die hem daarheen gebracht hadden. En de HERE was met Jozef, zodat hij een voorspoedig man werd, en hij woonde in het huis van zijn heer, de Egyptenaar.
Genesis 39:1-2 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Jozef was intussen door de Ismaëlieten naar Egypte gebracht. Hij was daar aan de Egyptenaar Potifar verkocht. Potifar werkte aan het hof van de farao. Hij was het hoofd van de lijfwacht. De Heer was met Jozef. Daardoor ging het in alles goed met hem. Hij woonde in het huis van zijn heer, de Egyptenaar.
Genesis 39:1-2 Het Boek (HTB)
Nadat Jozef door de Ismaëlitische handelaars was meegevoerd naar Egypte, werd hij gekocht door Potifar, de commandant van de lijfwacht van de farao. De HERE zegende Jozef tijdens zijn verblijf in het huis van zijn meester. Alles wat hij deed, lukte hem.