Genesis 37:24-25
Genesis 37:24-25 Herziene Statenvertaling (HSV)
en zij namen hem en gooiden hem in de put. De put nu was leeg, er stond geen water in. Vervolgens gingen zij zitten om de maaltijd te gebruiken. Toen ze hun ogen opsloegen, zagen zij, zie, een karavaan van Ismaëlieten uit Gilead aankomen. En hun kamelen droegen specerijen, balsem en mirre, en zij waren op weg om dat naar Egypte te brengen.
Genesis 37:24-25 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
En zij namen hem en wierpen hem in de put; de put nu was leeg, er stond geen water in. Daarna zetten zij zich neer om te eten. Toen zij hun ogen opsloegen – daar zagen zij een karavaan van Ismaëlieten aankomen uit Gilead, wier kamelen gom, balsem en hars droegen, op weg om dat naar Egypte te brengen.
Genesis 37:24-25 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Ze grepen hem en gooiden hem in de put. Die was leeg: er stond geen water in. Daarna gingen ze zitten eten. Toen ze opkeken, zagen ze een karavaan van Ismaëlieten aankomen. Hun kamelen droegen specerijen, balsemhars en mirre . De karavaan was op weg van Gilead naar Egypte.
Genesis 37:24-25 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
En zij namen hem, en wierpen hem in den kuil; doch de kuil was ledig; er was geen water in. Daarna zaten zij neder om brood te eten, en hieven hun ogen op, en zagen, en ziet, een reisgezelschap van Ismaëlieten kwam uit Gilead; en hun kemelen droegen specerijen en balsem, en mirre, reizende, om dat af te brengen naar Egypte.
Genesis 37:23-25 Het Boek (HTB)
Dus pakten zij Jozef zo gauw hij bij hen was in zijn kraag, trokken hem zijn mooie, veelkleurige mantel uit en gooiden hem in een droogstaande waterput. Toen gingen ze bij elkaar zitten om te eten. Plotseling zagen ze in de verte een rij kamelen aankomen, waarschijnlijk een karavaan van Ismaëlitische handelaars die gom, balsem en hars van Gilead naar Egypte vervoerden.